Lichtenberg : een roman, hoewel opgebouwd uit slechts twee vragen, toch verdeeld in dertien hoofdstukken
Paul Verhaeghen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff/Manteau, cop. 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VERH |
31/12/2004
In Omega Minor gaat Paul Verhaeghen een uiterst ambitieus en gewaagd gevecht aan met de geschiedenis van de 20e eeuw. Via een ogenschijnlijk authentiek ooggetuigenverslag hervertelt hij de wrange geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, de holocaust en de bouw van de Berlijnse Muur. Samen met andere literaire en historische stemmen roept Verhaeghen zo een indrukwekkend en angstwekkend gedetailleerd beeld op van enkele scharniermomenten uit de vorige eeuw.
Het ontbreekt hem zeker niet aan durf -- de holocaust gebruiken als fictie in de fictie, je moet het maar doen -- of aan literair talent -- hij bespeelt moeiteloos verschillende stijlregisters en weeft virtuoze verhaalwebben -- , laat staan aan eruditie -- zijn werk is encyclopedisch en de verwijzingen naar de meest uiteenlopende domeinen zijn verbazingwekkend. Maar soms lopen die eigenschappen elkaar wel eens voor de voeten en raakt het met branie en talent geschreven, veelstemmige Babelboek uit balans door overdaad, of door het te nadrukkelijk intellectualisme dat soms om de hoek loert. Toch blijft Omega Minor een hoogstaand, origineel en intrigerend verhalenlabyrint. Deze indringende en hallucinante "ode aan de gecompliceerdheid van de geest tegenover het botte kansspel van het bestaan", is een literaire tour de force, die om herlezing smeekt.
Paul Andermans jr., een Vlaamse postdoc psychologie in Potsdam komt na een afranseling door een groepje skinheads in een ziekenhuis in Berlijn terecht. Jozef de Heer belandt door een overdosis kinine naast hem en vertelt Paul zijn levensverhaal. Paul raakt geïntrigeerd door het holocaustverleden van deze oude man en besluit na hun herstel zijn hele biografie in woorden vast te leggen. Die biografie loopt van begin jaren '30 (van Amsterdam naar Berlijn) over de jaren '40 (ondergedoken en als goochelaar werkend in Berlijn, daarna deportatie naar Auschwitz, dat hij ternauwernood overleeft) en strekt tot in de jaren '60 (televisiegoochelaar in Oost-Berlijn en sociaal-realistische tovenaar en ontwerper van de Berlijnse Muur). Naast het relaas van Jozef de Heer wordt een tweede verhaallijn gesponnen, die in hetzelfde tijdsgewricht gesitueerd is, maar zich deels aan de andere kant van de oceaan afspeelt. Professor Goldfarbs geschiedenis begint bij de vlucht met zijn moeder -- communiste en joodse -- van Berlijn naar Manhattan in de jaren '30. In de jaren '40 is hij wiskundestudent in Harvard, wordt er halsoverkop verliefd op Hannah Sidis en besluit net als zij natuurkundige te worden. En net als zij wordt hij gerekruteerd voor het Manhattan-project in Los Alomos. Hij gaat op missie in Duitsland, op zoek naar bewijzen voor het bestaan van een Duitse bom en is getuige van de eerste atoomontploffing in de woestijn van New Mexico. Deze professor en Nobelprijswinnaar Goldfrab werkt in het romanheden (1995) aan een raadselachtig wetenschappelijk experiment in Potsdam, samen met Donatella, specialiste deeltjesfysica en kosmologie én huisgenote van Paul in het 'Gästehaus'.
In een explosie aan stijlen -- van pornografisch, ironisch en barok, over puur wetenschappelijk en realistisch tot poëtisch, filosofisch en esoterisch -- gidst Paul Verhaeghen ons door een vervormd historisch labyrint. Omega Minor is fictie met pretentie, waarvan de vervalsing precies de pijnlijke realiteit van het verleden wil blootleggen. "De waarheid wordt niet geschonden door onwaarheid, maar door verdoezeling." Knap is hoe de schrijver de waarheid niet verdoezelt, maar de historische realiteit juist schaamteloos annexeert en in ooggetuigenfictie omzet. Op ingenieuze wijze laat de schrijver-regisseur de personages een unieke en geloofwaardige rol spelen in enkele cruciale momenten in de 20e-eeuwse geschiedenis. Via hen worden we met de neus op de gruwelijkheden en absurditeiten van het bestaan en het verleden gedrukt. "[D]e wreedheid van de mens tegenover de mens en de ultieme onvatbaarheid van 's mensen motieven [...]." Daarnaast vormen de woekerende verhalen en personages verrassende en onvermoede verbindingen en ontmaskeringen. Niets is wat het lijkt in deze roman. De in extenso uitgelegde psychologische experimenten en de voor leken onbegrijpelijke natuurkundige stellingen, hadden voor mij niet gehoeven. Al ondersteunen ze ongetwijfeld bewust de authenticiteit van zijn fictie. "In fictie kan alles," schrijft Verhaeghen ergens en hij doet zijn best. Hij etaleert zijn wijsheid dan ook met plezier. Dat bevordert niet altijd de samenhang, noch de leesbaarheid.
De meeste verhalen bekoren in hun uiteenlopende stijlvariaties echter wel. Verhaeghen laveert behendig en met grandeur tussen aangrijpende holocaustportretten, erotische grotesken, realistische beschrijvingen, spionageliteratuur, hilarische pastiches, boeddhistische fabels, mythische hervertellingen enz. De fragmenten bv. waarin De Heer onder rechtstreekse impuls van 'genosse' Honnecker de Berlijnse Muur helpt tevoorschijn toveren, zijn uitermate vermakelijk, vormen kleine pareltjes en bevorderen het soms wat haperende leesplezier.
Paul Verhaeghen treedt in Omega Minor bewust buiten de oevers van de klassieke roman. De woekerende verhalen, de verschillende stijlregisters, de talrijke referenties, het encyclopedische en het eclectisme maken van de roman een krachtmeting en een monument over de 20e eeuw. "Geheugen is literatuur. Het is verdichting, schematisering, verzinsel. [...] Geheugen is een magere poging tot vasthouden van iets wat allang verloren is." Mager kan je Verhaeghens veellagig en meerduidig epos echter niet noemen. De caleidoscopische verhaalstructuur, de talrijke personages en de historische en wetenschappelijke details durven Omega Minor wel eens moeilijk doordringbaar maken, maar dankzij een handige inhoudsopgave (echt waar!) en heel wat literair talent en bravoure slaagt hij erin om de uitwaaierende verhaallijnen uiteindelijk met elkaar te verbinden in een apocalyptische -- soms wat overtrokken -- maar spannende ontknoping. [Jan Bettens]
L.A.A. Kruse
Paul Verhaeghen, cognitief psycholoog, debuteerde in 1996 met de roman 'Lichtenberg'*. De reacties van de pers ('Overrompelend', 'Voer voor literaire veelvraten', 'Opzwepende stijl') gelden zeker ook voor 'Omega minor' (2003), dat op de achterflap wordt geafficheerd als 'Een adembenemend epos over de waanzinnige twintigste eeuw'. Een oude joodse man doet in Berlijn tevergeefs een zelfmoordpoging en vertelt aan een jonge Vlaming zijn vreselijke oorlogservaringen. In een tweede verhaallijn wordt verteld over een geleerde die in Potsdam werkt aan een raadselachtig experiment. De lijnen komen samen in 1995, op de vijftigste verjaardag van de Walpurgisnacht (toen Hitler zich neerschoot), als de verwikkelingen leiden tot de explosie van een atoombom. De schrijver laat zien dat de Grootste aller Oorlogen eigenlijk nooit gestopt is en dat slechts liefde de wereld van de ondergang kan redden. Het valt door de abrupte overgangen, uitvoerige reflecties, filosofische uitweidingen, grillige invallen en barokke stijl niet altijd mee de verhaallijn te volgen. Merkwaardig zijn de uitgebreide samenvattingen van de hoofdstukken voorin het boek. Paperback; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.