Het geheim dat ik draag : 500 gedichten over de vrouw uit de Nederlandstalige letterkunde
Christine D'haen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12396 |
31/12/2004
Dat Christine D'haen, de grand old lady van de Nederlandse poëzie, op haar tachtigste niet meer van stijl of thematiek zal veranderen, ligt nogal voor de hand. Niettemin blijft zij even vitaal als tevoren. Nog steeds verkent zij onvermoeibaar de grenzen van de taal. Waar haar project, dat sterk is geënt op de exploratie van oudere en vreemde taallagen, aanvankelijk vaak stootte op misverstanden en onbegrip, is de waardering voor haar werk de jongste jaren alleen in kracht toegenomen. Als geen ander weet D'haen in haar poëzie letter en klank tot leven te wekken; haar gedichten zijn daardoor niet enkel een oord van onvermoede betekenissen, maar allereerst een plaats voor zintuiglijk genot. Die ontvankelijkheid die van de lezer gevraagd wordt, gaat echter gepaard met een onmiskenbaar hermetisme; het is de dichteres geenszins te doen om gemakkelijke leesbaarheid en spontane invoeling, maar integendeel om een geconcentreerde inspanning vanwege de lezer. In haar ambitieuze project opent het vers immers een nieuwe, complexe visie op de werkelijkheid en brengt het gedicht eigenlijk zelfs de realiteit tot stand. Dat constructivistische streven wordt in de nieuwe bundel opnieuw met bravoure ten top gevoerd. In de cyclus 'De twaalf werken' wordt bv. de literatuur opgevoerd, via haar geschiedenis, maar tegelijk ook de belangrijkste genres en stijlmiddelen. 'Fabula mundus' evoceert dan weer de magische wereld van goed en kwaad, met eenhoorn en de duivel maar evenzeer het angelus, en vormt zo een intrigerende spiegel op onze wereld. Algemeen valt echter op hoe deze nieuwe bundel van D'haen leesbaarder en toegankelijker is dan haar eerdere werk, al moet men die toegankelijkheid uiteraard niet overdrlijven; hier blijft een bijzonder erudiete dichteres aan het woord, die houdt van periodische zinnen en opeengestapelde bepalingen in een precieus taalgebruik. Grensverleggend is Mirabilia niet, maar wie de poëzie van D'haen liefheeft, zal ongetwijfeld opnieuw gepassioneerd raken door de weldadige woordparfums van dit poëtische kleinood. [Dirk De Geest]
T. van Deel
'Mirabilia' zijn 'wonderbaarlijkheden'. In eerdere bundels wilde Christine D'haen, in 1992 met de Prijs der Nederlandse Letteren bekroond, zulke woorden en de vele andere verwijzende elementen in haar poëzie nog wel eens uitleggen, maar deze bundel is geheel gevrijwaard van toelichtingen. Dit is te betreuren: de gedichten zijn zonder enig sturend commentaar buitengewoon gesloten en ook de reeksvorming, die in deze bundel domineert, laat veel vragen rijzen. Op zichzelf is dat niet problematisch, het hoort zelfs bij poëzie, maar D'haen heeft in mythologisch, bijbels, literair, kunstzinnig opzicht zo ongelooflijk veel bagage, die zij stopt in haar verzen, dat een kleine handreiking nooit tot de overdrevenheden heeft toegeschenen. Nu confronteert de geleerde dichteres ons met een reeks, getiteld 'De dichter', bestaande uit zes gedichten: Humilitas, Labor, Solitudo, Novitas - Pulchritudo, Verbum, Vita. Van deze volgorde is wel iets te maken, maar dan de gedichten nog. Ze geven zich alleen na studie bloot. Klankmatig, moet gezegd, zijn ze onovertroffen: lees ze hardop, in al hun classicistische schoon- en strengheid klinken ze als een klok.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.