Patroon
Marco Kunst
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2004 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KUNS |
31/12/2004
Wetenschap en techniek zijn nog altijd de belangrijkste drijfveren van de vooruitgang. Over tien jaar gaat de eerste mens naar Mars en wat volgt daarna? Misschien creëert de technische vooruitgang uiteindelijk wel een samenleving als in Marco Kunsts debuutjeugdroman Gewist: de ultieme welvaartsstaat die geen armoede, lijden, verlangen en weetlust kent, waarin de mensheid in een voortdurende, gelukzalige gemoedstoestand verkeerd, gestuurd en bestuurd door één enkele computer. Een wensdroom, of angstaanjagend toekomstbeeld?
In Gewist waarschuwt Kunst voor de onbeheersbaarheid van de techniek en toont hij hoe vrijheid, menselijkheid en geluk verweven zijn. Een idee, dat Kunst met avontuur en taal versmolt tot een fascinerende driedelige toekomstroman. Een verre toekomst...
Duizenden woontorens en kantoren met glazen koepels en spitse daken, doemen op. Daartussen, vliegtuigjes, zwevers en luchtscooters die kris kras af en aan vliegen. Het is de Stad, waarin de dertienjarige Sig, Kunsts hoofdpersonage, gedoemd is in voorspoed en onwetendheid te leven. "Overzichtelijk, rustig... en onecht", opgesloten binnen kilometers hoge stadsmuren. En alles, "tot je gedachten, gevoelens en herinneringen aan toe", wordt door de Centrale Computer, "de CC", geregeld. Een samenleving vergelijkbaar met Aldous Huxley's science fictionroman Brave New World (1932), waarin een milde dictatuur de mensheid stuurt door al haar behoeften te bevredigen. Maar Sig, die door een ongeluk buiten de stadsmuren op een gigantisch vuilnisbelt wordt gedumpt en uitgestoten, ontdekt dat de Stad "een computer gestuurde illusie" is. "Een keurig geordende, zinloze machine [...] los van haar omgeving, los van de geschiedenis".
Op de belt, "de darmen van de Stad", een "woestijnig niemandsland dat grijsgroen glinsterde in het lage licht", wordt Sig gered door Plijster, ooit ook uitgestoten door de Stad. Een oud "versleten mannetje met flapperoren", die praat zoals hij eruit ziet: "Krakkemikkig krom". Wanneer hij Sig ontdekt barst hij in lachen uit: "Woediehawoe [...] ik ken jou soort wel, ja toch? Bang, bang, bang, nikst gezien van de wereld niet. Mier van de stadse hoop. Geschrobd en geboend, geschroend en gebobd". Een humorvol brabbeltaaltje, vol alliteratie, zelfverzonnen en onzinwoorden, alsof bij Plijster "de taal van de Stad het ritme en rijm van een andere wereld had gekregen", waardoor de wat zware onderliggende toon in het boek, soms zelfs speels en luchtig klinkt.
Samen met deze zonderling Plijster voorkomt Sig dat zijn lichaam, persoonlijkheid en geheugen door "de CC" "gewist" worden (verwijderd voor recycling), waarna ze een avontuurlijke reis ondernemen met als doel "de bewoners van de Stad te bevrijden van de stadsmuur". Voor Sig wordt het een ontdekkingstocht én innerlijke zoektocht, met Plijster als aangrijpende, heroïsche gids, bekend met de gevaren, mysteries en puurheid van "Buiten Wereld". Sigs kennismaking met "Bos", "een grote uitgestrektheid, heerlijkheid", en "Water", waar "het riet boog in de wind en ruiste, alsof het lispelende verhalen trachtte te vertellen", maakt zijn leven vrij en onvoorspelbaar, zijn wereld spannend en beangstigend en voorziet Gewist van mooie, dichterlijke beelden.
Alleen... Plijster is oud, menselijk en dus sterfelijk. Sig wordt voor het eerst geconfronteerd met lijden en dood. Zijn verdriet is zo levensecht, dat het je ontstelt. Maar Plijster en Sig zijn niet de enige personages in Gewist. Kunsts creaties 'Kop', een onbestuurbare, zielloze robotkop, en 'Hork', een leeghoofdige, kinderlijke wildeman, wiens geheugen door "de CC" is "gewist" en lijkt op de vrije, niet gemanipuleerde wildeman die Huxley's samenleving uit Brave New World binnendringt, zorgen voor evenveel levendigheid en ontroering als Sig en Plijster.
Samen met Kop en Hork vervolgt Sig zijn queeste. En dankzij de avonturen in "Buiten Wereld", zijn hervonden vrijheid en Plijster, leert Sig dat de mens een complex geheel is van vrije wil, taal, bewustzijn en emoties. Hij is vastbesloten "de CC" te vernietigen: "Geef de mensen in de Stad hun vrijheid terug door ze hun geschiedenis terug te geven". Hun dromen, vergissingen, gevoel, herinneringen...: hun menselijkheid.
"De Stad", als afschrikwekkende anti utopie, "Buiten Wereld", als afspiegeling van het echte, menselijke leven, en de onderliggende ideeën in Gewist, rechtvaardigen de associatie met Engelstalige toekomstromans als die van Huxley. Gewist is een onvervalste sciencefictionroman, een genre waar, op Tonke Dragt na, weinig Nederlandse (jeugdboeken)schrijvers zich aan wagen. Een verwijzing naar Dragts toekomstromans Torenhoog en mijlen breed (1969) en Ogen van Tijgers (1982), is dan ook gepast. Met name het verrassende slot van Gewist, waarin Kunst, die filosofie studeerde, vernuftig gebruik maakt van filosofische (tijd)beschouwingen en ontdekkingen uit de natuurwetenschappen, doet sterk denken aan Dragts boeken.
Wanneer Sig uiteindelijk bij "de CC" is aangeland, speelt Kunst met tijd, werkelijkheid en natuurkundige verschijnselen als Faradays kooi, om Sig het antwoord te geven op de vraag hoe "de CC" uit te schakelen en de mensen hun vrijheid en geluk terug te geven. Uiteindelijk blijkt de leer van Montesquie's Trias Politica, de wetgevende, uitvoerende en controlerende macht die elkaar in balans houden, de sleutel voor de bevrijding van de Stad.
Een origineel idee in een gedurfd debuut met een waarschuwing: manipulatie en beheersing van menselijk gedrag, (al dan niet) door één machine, leidt tot verlies van vrijheid, menselijkheid en geluk. Kunst verpakt zijn boodschap kreukvrij in een woordenrijk verhaal, waarin taal, inhoud en idee een vanzelfsprekende drie-eenheid vormen. Beeldende landschapsbeschrijvingen, treffende metaforen, humor, spanning, krachtige uitspraken en een rijk gedachtegoed, harmoniëren en maken van Gewist een onvergelijkelijke (jeugd)roman, die past in de traditie van Engelstalige klassieke sciencefiction. [Mirjam Noorduijn]
Andrea Oostdijk
Sig komt per ongeluk op de vuilnisbelt buiten de hoge muren van zijn stad terecht. Omdat hij zich in verboden gebied bevindt, loopt hij de kans dat zijn geheugen als strafmaatregel wordt gewist door de Centrale Computer die de stad bestuurt. Samen met Plijster, die al jaren op de belt woont, gaat hij op zoek naar een manier om de CC op andere gedachten te brengen. Sciencefiction-roman waarin spanning en fantasie worden gekoppeld aan diepgang. De auteur heeft een meeslepend verhaal geschreven waarin wezenlijke levensvragen worden gesteld, zoals: ben je het gelukkigst in een beschermde wereld waarin alles prettig lijkt of wil je het leven ten volle (be)leven, ook met alle ellende die erbij hoort? De roman doet sterk denken aan Brave New World, maar is minder cynisch en heeft een hoopvol einde. De reis naar de toren waarin de Centrale Computer staat, geeft de roman het karakter van een queeste. Het boek bestaat uit drie delen. Bevat achterin een verzorgd uitgevoerde landkaart. Voorplat is een mix van bewerkte foto’s en illustratie. Spannende, interessante sciencefiction voor jong en oud. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.