The Martian
Ridley Scott
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Contact, 2004 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 600.2 RIDL |
31/12/2004
De bioloog Matt Ridley bezon zich reeds eerder in Genoom, het recept van een mens over de vraag hoe menselijke vrijheid en genetisch determinisme te rijmen vallen. In Wat ons mens maakt draait het veeleer om het relativeren en het verder doorgronden van dat genetisch determinisme. Vaak is het zo, stelt Ridley, dat naturisten -- zij die vooral de omgeving als vormend element voor ons menszijn beschouwen -- fatalistischer staan tegenover de genen dan zij die denken dat eigenschappen wel aangeboren zijn. Het is echter helemaal fout om genen gelijk te stellen aan lotsbestemming. Onze genen zijn immers verrassend beïnvloedbaar door de omgeving. Ervaring kan bepaalde genen aanschakelen, die op hun beurt weer andere genen aanschakelen. Vaak is het genetisch bepaald dat en welke omgevingsinformatie in ons leergedrag een rol kan spelen. Zo is het vrij eenvoudig een aap te leren bang te zijn voor een slang, maar het is veel minder eenvoudig om dat voor een ander voorwerp te leren. Ook bij mensen blijkt de aangeleerde angst voor spinnen en slangen systematisch hardnekkiger te zijn dan de angst voor pakweg geweerschoten. Het leren zelf kan je veeleer als een instinct beschouwen. In dat opzicht zijn onze hersenen nog dezelfde als die van onze Afrikaanse voorouder van 100.000 jaar geleden. Ze overleefden juist door constant voor bepaalde dingen op hun hoede te zijn en door zich op hun omgeving af te stellen. Dat is onze erfenis. Maar is onze huidige fenomenale technologische kennis dan niet iets radicaal anders? Neen, niet echt, zegt Ridley. Ook onze voorouders waren van nature cultuurvreters, hongerig naar kennis uit de wereld. De moderne kennistoename en 'cultuur' heeft onze wijze waarop we denken nauwelijks beïnvloed. Hij treedt in dat opzicht de evolutiepsycholoog G. Miller bij, die stelt dat ons intellect in hoofdzaak evolueerde om de praktische sociale en seksuele problemen op te lossen in onze leefgroepen. Wel acht hij het mogelijk dat er 200.000 of 300.000 jaar geleden een genetische verandering plaatsvond waarbij het mogelijk werd om op een abstracte manier in symbolen te gaan denken.
Ridley benadrukt dat genen in hoofdzaak mechanismen zijn om ervaringen binnen te halen. De vele voorbeelden die deze stelling staven zijn voldoende overtuigend, wanneer je de moeite neemt de soms zwaardere technische kost erbij te nemen. Hij wijst ook op de maatschappelijke en ethische implicaties van onze grotendeels genetische bepaaldheid. In een omgeving waarin iedereen evenveel eten krijgt, zal de erfelijke component bv. ten aanzien van lengte en gewicht duidelijk tot uitdrukking komen. Wanneer iedereen dezelfde opleiding krijgt, gaan mensen met de aangeboren talenten opvallen. Wat doen we met onze toegenomen kennis over genetische afhankelijkheid van misdadig gedrag, racisme en met onze nieuwe inzichten over de bepaaldheid van de menselijke vrijheid en het individualisme? Ridley wil nog geen antwoorden bieden op deze vraag, enkel voldoende inzicht om hun relevantie ten volle te begrijpen. De snelheid waarmeer Ridley boeken produceert, vertelt iets over de razendsnelle vorderingen in de genetica. Het is een van de meest stimulerende takken van de wetenschap, waarbij Ridley een ervaren gids is. [Hilde Vervaecke]
T. ten Berge
Een werk over de rol van 'nature' en 'nurture'. De hypothese van de auteur is dat het onderscheid tussen nature en nurture meestal zinloos is. Daar zijn heel goede argumenten voor aan te voeren en het is jammer dat deze in dit boek zijn ingebed in slordigheden, inconsequenties en (soms) vooringenomenheid. Een onbegrijpelijke zin als '... het griepvirus verhindert de aanmaak van AA, wat mogelijk veroorzaakt wordt doordat AA nodig is voor de bescherming van het lichaam' is geen uitzondering. Het is moeilijk aan te geven in hoeverre de problemen door de vertaling ontstaan; in elk geval niet steeds. De auteur kondigt vijf punten aan en noemt er vier. Hij beschrijft een synaps (de spleet tussen neuronuitlopers) als 'een specifieke kleine tussenruimte'. Er staat ergens 'hoofdstuktitel' in plaats van de hoofdstuktitel. Maar de materie is fascinerend en het boek bij vlagen amusant en leesbaar. Met name de sectie waarin zes mogelijke oorzaken van schizofrenie besproken worden, is een page-turner. Met een goede redacteur had dit boek verschil kunnen maken. Een gemiste kans.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.