Ragfijn als lucht
Nele Warson
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
DiVers, 2003 |
VERDIEPING 3 : STAMPKOT : POËZIE YOUNG ADULT : WARS |
31/12/2004
Met Wit over zwart schrijft de jonge auteur Nele Warson een allerminst toegankelijke dichtbundel. Het vergt enige moeite om een ingang te vinden in haar beeldrijke schrijfstijl. De ingang wordt gevonden door zich over te geven aan haar verdichte, ietwat barokke vocabularium. Warson gebruikt haar beeldrijke woordenschat in uiterst ranke gedichten. De moeilijkheid ligt in haar (te) vaak metaforisch hanteren van de woorden om een abstracte gevoelservaring concreet te maken. Dit resulteert soms in fantastisch mooie gedichten. Maar vaak biedt Warson een te geschakeerd palet van beelden aan. Die veelheid aan beelden (gaande van voorwerpen uit het alledaagse leven tot natuurelementen) sticht vooral verwarring en een wat verloren gevoel bij de lezer. De gehele bundel leest als een integere poging om gevoelens die men 'zwart op wit' voelt via heel veel grijstonen in woorden weer te geven.
Met prikkelende titels als "uit mijn vingers kiemt een wereld van glimwormen" of "kikkervisjes drinken je kennis leeg" worden de gedichten thematisch geordend. Die thema's ontspruiten duidelijk aan een leefwereld van een jong iemand. Zo schrijft Warson vanuit een sfeer van eenzaamheid en verlorenheid over een gestorven oma. Vanuit eenzelfde oprecht engagement groeien maatschappijbewogen gedichten die de politieke actualiteit viseren of wordt het verliefde verlangen naar de ander poëtisch verwoord.
Steeds opnieuw voert Warson een kleurige stoet van beelden op om haar bekommerde perspectief op de wereld te verhelderen. Ze schrijft veelal over een gevoel of een situatie door één kernmetafoor te verrijken met verschillende andere beelden. Haar gedichten lezen als diepgevoelige beschrijvingen van een ervaring die ze nooit expliciet benoemt.
Met eenzelfde gevoelsmatige intensiteit vat ze onder "een tuimelcircus danst in mijn tuin" en "zwijgend rukt je beeld aan al mijn haarwortels" gedichten over liefhebben en afscheid nemen. Het zijn, ondanks die soms wat te beeldrijke stijl, prachtige gedichten.
Want precies door die vaak al te weelderige pracht verraden deze gedichten een empathische auteur die met een bijzonder unieke noodzaak de woorden op papier zet. Het in zijn eenvoud aangrijpende afscheidsgedicht 'Roerloos staat de maïs' is daarom slechts een tijdelijk vaarwel. Het is vooral een aankondiging van een volgende bundel waar reikhalzend naar uitgekeken kan worden. "Roerloos staat de maïs/zijn aroma van wasdom/uit te ademen/in de warme lucht//deinend golft de groene zee/over de rand van de aardeweg/intens ruisen zwaardvormige/bladeren in een gebaar// van wanhoop vaarwel." (p. 107)
Warson vat dankzij haar (nog iets té) doorwrochte stijl moeilijk te verwoorden gevoelens in van beelden bolstaande gedichten. Hoewel de gedichten niet altijd even toegankelijk zijn, vormen ze tegelijkertijd een uitnodiging tot denken, tot verder denken dan woorden kunnen reiken. En is dat niet de kracht van sterke literatuur? [Els Van Steenberghe]
Hannie Humme
Deze langwerpige bundel (10 x 20 cm) is opgedeeld in acht delen die onderling samenhangen door met name het zwaarmoedige karakter en thema van de meeste gedichten. De onderwerpen en situaties zijn afwisselend dichtbij huis (de wasserette) of in een wereld ver weg (oorlog in Kosovo). Zeer sterk in kwaliteit wisselende bundel poëzie waarin een aantal gedichten prachtige beelden oproept en daarmee veel emoties losmaakt, terwijl andere gedichten een brei van nietszeggende woorden lijken. De gebruikte beelden zijn jammergenoeg erg vaak verwoord in een vergelijking met 'als', bijvoorbeeld: […] / tot ik mezelf propvol stapel / als een aardappel met zetmeel / […]. De oplettende en ervaren poëzielezer gaat zich irriteren aan dit soort vergelijkingen. Bovendien zal deze lezer de herhalingen in de gebruikte beelden als clichématig ervaren. Voor jongvolwassenen vanaf ongeveer 15-16 jaar de uitdaging om de betere gedichten voor zichzelf te bundelen en voldoende associaties te vinden bij het lezen ervan. Dit is de derde dichtbundel van deze jonge dichteres (1983).
Sieglinde Duchateau
ua/an/22 j
Een vrij prijzig, maar wel aantrekkelijk uitgegeven boekje met zo’n 85 gedichten, gegroepeerd onder acht hoofdstukken die elk een versregel als titel hebben. De poëzie van Nele Warson is gezocht, onduidelijk en moeilijk. Zinnen vloeien in elkaar over, wat de gedichten zeer muzikaal maakt, maar daartoe ontbreekt ook de interpunctie en wordt het lezen bemoeilijkt. Een voorbeeld: je stem hinkelt over mijn blad een straal zon kijkt toe hoe letters elkaar vinden ik lig dicht bij je tot een spat donkere inkt het gezicht op je ogen afsluit Het thema van de gedichten is niet duidelijk, hoewel sommige een titel dragen, zoals kosovo 1 en 2, kerkhof of riviermeisje. Allerlei aspecten komen aan bod, maar meestal heb je als lezer echter het raden naar het onderwerp. Misschien is het wel de bedoeling dat je eigen verbeeldingskracht aan het werk gaat? Nele Warson (1983) studeert in Leuven. Ze speelt toneel maakte haar debuut als regisseur.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.