De democratie voorbij
Luc Huyse
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Halewyck, 2003 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 332 HUYS |
31/12/2004
Topsocioloog Luc Huyse is sinds de jaren '80 onze voornaamste en meest spraakmakende wetenschappelijke politieke waarnemer. Hij schreef drie standaardwerken, die tot het klassiek politieke erfgoed van België behoren en waarvan de titels vaste uitdrukkingen zijn geworden. In De gewapende vrede (1980) bracht Huyse de belangrijkste naoorlogse ontwikkelingen in kaart: de politieke wederopbouw na de oorlog, de afloop van de koningskwestie, de schoolstrijd, de grimmige stakingen van 1961 en het zoeken naar een "pact der Belgen", uitmondend in de fameuze Belgische compromispolitiek. In De verzuiling voorbij (1987) diepte Huyse het begrip 'verzuiling' op een historisch-sociologisch wijze uit. De erfgenamen van de verzuiling noemde hij politieke concerns, omdat ze stelselmatig oligopolische machtsposities uitbouwden. In De politiek voorbij) onderzocht Huyse de gevolgen van de decentralisering van de politiek naar andere niet-democratisch gecontroleerde machtscentra als ziekenfondsen, het Internationaal Muntfonds, multinationale banken en bedrijven... Die drie boeken -- waarvan de invloed nauwelijks kan worden overschat -- zijn uitverkocht en worden nu ongewijzigd gebundeld in het fraai uitgegeven Over politiek. Huyse heeft er wél een lange epiloog ('Vernieuwbouw') aan toegevoegd, waarin hij zijn eigen werk kritisch onder de loep neemt en op vele punten actualiseert. Met veel zin voor relativering stelt hij dat "sociologen vooral goed zijn in het voorspellen van het verleden".
In De gewapende vrede probeerde Huyse ons politiek bestel te verklaren vanuit het begrip 'consensusdemocratie'. Enkele jaren na het verschijnen van zijn boek begreep hij echter dat reeds na 1970 het scenario van de consensusdemocratie aan kracht verloor. Dat stuurt hij nu radicaal bij met een meesterlijke analyse van de evolutie van de overlegdemocratie naar de burgerdemocratie. Symbool van de overlegdemocratie was de vorige premier Jean-Luc Dehaene, die zelf onlangs stelde een politicus van de vorige eeuw te zijn. Hij hanteerde een besluitvormingsproces waar politici met gemandateerden van maatschappelijke belangengroepen en zuilen in nachtelijke, discrete kasteelconclaven pacten en compromissen sloten over de verdeling van macht en overheidsgeld. Hij was een "loodgieter", briljant in het bedenken van leefbare, maar voor het publiek totaal onbegrijpelijke compromissen. Symbool voor de burgerdemocratie -- o ironie! -- is niet Guy Verhofstadt, maar Steve Stevaert. Hij is het prototype van de "weerman", die dankzij een hoge emotionele intelligentie het grillige karakter kan inschatten en voorspellen van een steeds sterker ontzuilde en meer individualistische samenleving met een steeds zwevender electoraat. Daartussen zit de figuur Guy Verhofstadt, die enerzijds volop gebruik maakt van "spin doctors" die de perceptie bewaken, maar anderzijds nog steeds oude technieken als geheim nachtelijk overleg hanteert. Interessante kanttekening van Huyse is dat in de communautaire dossiers de wafelijzerpolitiek nog volop speelt en daar geen sprake is van nieuwe openheid. Ook in De verzuiling voorbij was Huyse een stapje te laat. A la Verhofstadt maakte hij een erg negatieve evaluatie van de traditionele verzuilde organisaties, die verlammend werkten. In het grandioze hoofdstuk 'Van zuil naar middenveld' zet hij nu een en ander recht. Hij geeft toe dat de grote verzuilde organisaties zich op een wonderbaarlijke wijze aan de nieuwe maatschappelijke evolutie hebben aangepast en een noodzakelijk tegengewicht vormen voor de atomisering van de samenleving. In De politiek voorbij onderschatte hij dan weer de effecten van de digitale revolutie en van de globalisering. Het stuk 'Samenleven in groot formaat' komt hier nu aan tegemoet. Hij analyseert de rol van de internationale niet-gouvernementele organisaties en de plaats van de nationale staat in het tijdperk van de globalisering.
Over politiek is een pareltje van politieke topessayistiek op de grens van wetenschap en reflectie. De intellectuele oefening waarbij hij zijn ouder werk bekritiseert en aanvult, is volkomen geslaagd en brengt niet alleen inzicht in de wijzigende perceptie van Huyse, maar ook in de veranderende klemtonen in onze samenleving. Het is nu enkel nog wachten op het definitieve synthesewerk, waarin Huyse zijn stellingen op een compactere wijze aan elkaar knoopt. Opvallend is dat hij steeds voorzichtiger en onzekerder wordt over de toekomst van ons politiek bestel. Terwijl hij vroeger nogal boude stellingen durfde te poneren -- bv. over de ontzuiling --, werkt hij nu veel suggestiever. Van een professor-emeritus -- niet meer onderhevig aan het academische keurslijf -- zou je net het omgekeerde verwachten. Het slothoofdstuk bevat meer vraag- dan uitroeptekens. Is de rol van de nationale staat voorbij? Evolueren we naar een global governance? Huyse zoekt aarzelend. Hij geeft echter een niet mis te verstane waarschuwing over de teerheid van onze democratie: "De democratie is geen kat met negen levens. De cruciale vraag is of de ontwikkelingen in de omgeving van de democratie haar voldoende kansen zullen bieden om zich overlevend aan te passen". [Gunter Bousset]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.