Gedichten
Huub Oosterhuis
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Prom, 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : OOST |
31/12/2004
Een maal zeventig is een bloemlezing uitgegeven ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van de auteur. Huub Oosterhuis (geb. 1933) debuteerde als dichter in 1961 met de bundel Uittocht. De cyclus Groningen (1963) werd bekroond met de Poëzieprijs van Amsterdam en de Anna Frankprijs. Daarna volgden nog tien dichtbundels.
Een maal zeventig brengt zestig gedichten uit de vorige bundels samen. Ze bevatten talrijke biografische anekdoten en roepen herinneringen op uit het leven en werk van de dichter. De bundel opent met het bekende gedicht: "Ik ben vier jaar. Mijn vader die de strandkar trekt. / Geluid van stemmen en van de branding. / En ik daarin. Ik zie zijn rug, zijn handen, / de hoogte van de lucht. En ben bij alles."
Verder volgen gedichten over moeder, de dood van een broertje, de moeilijke jaren na de Tweede Wereldoorlog, de woelige jaren '60 in kerk en wereld -- heel bijzonder in Nederland, het leven halverwege, en ten slotte het leven vandaag. De bundel toont de vele facetten van het persoonlijke en maatschappelijke leven, waarmee de dichter zich -- in de loop van zijn leven -- uiteenzette en waarin zijn kerkelijke en politieke inzet duidelijk naar voren treedt. [Frans Peerlinck]
Inge Lievaart
De bundel verschijnt ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van de dichter. Motto van Leo Vroman: 'Verzeventigen is vermoeiend werk'. Zoals meer dichters deden (en welk mens zou het niet doen?) kijkt Oosterhuis om en gebruikt de mogelijkheden van de dichter: zijn leven in taal. Daarin laat hij de lezers delen en wij zien iets van zijn weg van menswording, van de roeping tot woorden, van onbewustheid naar besef, van horen bij alles tot het weten van het ik, van ik-verlies naar delen met allen en naar de droom van het huis waar alles woont. Gedichten die de levenslijn tekenen, hoewel niet totaal chronologisch, wel in het begin met de scherpe herinneringen van de 4-, 5-, 6-jarige, die de groeiende mens reeds laten vermoeden. De mens die men daarna kan volgen in verbeeldingen van fasen van volwassenwording, zoeken, vinden en weer verliezen, en van liefde en ook van de droom 'en toch de echte wereld'. Ten slotte gedichten over het gaan naar de grens. Een boeiend samenstel waarvan tien gedichten niet eerder werden gebundeld. Een zeventigtal dat Oosterhuislezers zullen waarderen als een portret.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.