Tussen Orinoco en Amazone
Redmond O'Hanlon
Redmond O'Hanlon (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : OHAN |
31/12/2004
In zijn reisverhalen volgde Redmond O'Hanlon telkens de loop van een rivier het duistere, onbekende binnenland in, op zoek naar de meest exotische fauna en flora. Op die manier bereisde hij Borneo, Brazilië en Congo. Dat er met Storm, een reis door de noordelijke Atlantische Oceaan een nieuw boek van Redmond O'Hanlon in de winkel ligt, is dan ook goed nieuws. O'Hanlon (geb. 1947) is immers een van de sterkhouders van het genre. Reeds van bij zijn debuut met Into the heart of Borneo in 1984 hoorde O'Hanlon duidelijk tot de betere reisschrijvers. Zijn boeken getuigen stuk voor stuk van zijn passie voor biologie en natuurkunde, zijn grote nieuwsgierigheid en zijn met humor doorweven schrijverstalent.
In Storm brengt hij verslag uit van een reis aan boord van een trawler aan de Noord-Atlantische Oceaan: een gans andere wildernis alvast dan in vorige reizen. O'Hanlon zou zichzelf niet zijn wanneer er ook deze keer geen avontuurlijke kant aan zijn onderneming zou zitten. Hij kiest voor de enige vissersboot die het aandurft ook tijdens een orkaan uit te varen en komt terecht in een hem compleet onbekende wereld. O'Hanlon scheept in als assistent van Luke Bullough, een doctoraalstudent aan het Mariene Laboratorium te Aberdeen. Luke wil als bioloog onderzoek doen naar de vispopulatie in de diepzee. Ook al is O'Hanlon -- hij is een betalende gast, schrijver en over de vijftig --, toch slaagt hij erin goed aanvaard te worden door de bemanning. Hij doet hard zijn best om zo goed en kwaad als het kan mee te helpen bij Lukes onderzoek én bij de verwerking van de gevangen vis. Ze noemen Redmond goedmoedig schertsend, omwille van zijn leeftijd en uiterlijk, Worzel Gummidge, naar de vogelverschrikker uit de gelijknamige televisieserie.
O'Hanlon brengt twee tegengestelde werelden samen; de weidsheid van de Atlantische Oceaan en de schier onmetelijke diepte ervan, bevolkt door een enorme rijkdom aan zeedieren, wordt geconfronteerd met de haast claustrofobische beslotenheid van het leven aan boord van een vissersboot. Het bestaan aan boord is eentonig; het dagelijks leven wordt gekenmerkt door de tredmolen van telkens opnieuw netten ophalen, vis schoonmaken, eten en slapen. Alle handelingen en gesprekken spelen zich af in de 'ingewanden' van de Norlantea, hun trailer van de Orkney-eilanden, terwijl een storm met windkracht 12 woedt. O'Hanlon voert gesprekken met de stoere bemanningsleden, die qua leeftijd allemaal zijn kinderen konden zijn. Hij praat met hen over hun vrouwen en vriendinnen, hun kinderen, over hun geldzorgen en hun dromen, over wat hen naar zee en de visvangst drijft. Die gesprekken worden afgewisseld met natuurobservaties. Alleen gaat het deze keer niet om observatie van levende wezens: de vissen zijn dood en O'Hanlon ziet hen terwijl hij hen in het ruim van het schip van hun ingewanden ontdoet. Intussen schudt en rammelt de oceaan de Norlantea voortdurend door elkaar en beuken de golven op hen in. O'Hanlon heeft bij het begin van de reis onnoemelijk veel last van zeeziekte. Dat levert bijzonder plastische beschrijvingen op. En in een moment van onoplettendheid wordt hij als een lappenpop van de ene naar de andere kant van de werkplek gesmeten.
De netten van de Norlantea brengen intussen de meest wonderlijke wezens naar de oppervlakte: lintvissen, hengelvissen, draakvissen, Atlantische slijmkoppen, octopussen, grenadiervissen, puitalen... Over elke nieuwe soort kan Luke Bullough wel wat boeiends vertellen.
Naarmate de reis vordert en de weersomstandigheden slechter worden, veranderen ook de gesprekken met de bemanning van karakter. De gesel van de storm blijft, maar verschuift als altijd aanwezige dreiging naar de achtergrond. De gesprekken worden grimmiger, maar vooral irreëler en onwezenlijker van toon. Door het constant bij elkaar zijn en vooral door het chronisch slaaptekort verliezen zowel O'Hanlon als de leden van de bemanning meer en meer de controle over wat ze vertellen: de grens tussen waken en slapen, tussen droom en werkelijkheid vervaagt. Ze belanden in een soort roes waarbij de grenzen van de intimiteit doorbroken worden. Dat komt het sterkst tot uiting wanneer de stoere en evenwichtige Bryan haast wanhopig aan Redmond vraagt of hij, omdat hij zoveel van zijn vrouw houdt en haar dat telkens hij terug aan wal komt in tranen vertelt, haar niet van zich zal doen afkeren. Die beangstigende toestand waarin je de controle over je bewustzijn lijkt te verliezen, die "milde vorm van waanzin", is volgens de zeelui dan ook de voornaamste reden waarom zoveel trawlvissers snel afhaken en aan wal blijven. Wat verder vragen de leden van de bemanning O'Hanlon een boek te schrijven dat zij hun vrouwen en vriendinnen kunnen laten lezen, zodat zij eindelijk het leven aan boord van een vissersboot zouden begrijpen: "Nou, zoals Jason zegt, hangt het nu van jou af, hé Redmond? [...] Kun je ervoor zorgen dat onze vrouwen, de vrouwen van wie we goddomme houden, gaan begrijpen wat hier gebeurt? Want wij kunnen het ze niet zeggen, dat staat vast, omdat ze het niet zouden geloven".
Die verschuiving binnen de gesprekken zet zich ook door in de stijl van het boek: geleidelijk aan worden redeneringen en zinnen afgebroken, de gesprekken dwalen voortdurend af, de toon is dikwijls geëxalteerd, de personages maken een licht overspannen indruk, de emoties worden uitvergroot.
Voor de ontdekkingsreiziger en reisschrijver van de 21e eeuw is dat alleszins nog braakliggend terrein. Of Boudewijn Büch gelijk had toen hij schreef dat O'Hanlon de grootste reisschrijver van de eeuw was, weet ik niet. Maar in Storm brengt hij twee werelden -- die van de Atlantische Oceaan, krioelend van ons onbekende zeewezens, en die van het menselijk bewustzijn wanneer de grenzen van de waanzin benaderd worden -- op een bijzonder fascinerende manier samen. Storm is een heel boeiende reis om mee te maken. [Geert Swaenepoel]
Dr. J. Kroes
Na eerdere bezoeken en intensieve reizen naar Borneo, het Amazonegebied en Congo, waar deze auteur goedverkopende reisverhalen aan wijdde, is hij voor dit boek minder ver weg geweest, namelijk op de Atlantische Oceaan tussen IJsland en Schotland. Samen met een groep vissers is hij vanuit Aberdeen vertrokken op een visserschip om met hen een rondreis te maken door dit gebied van de Orkney-, Shetland- en Faeröer-eilanden. De kapitein van dit schip vaart ook bij storm uit en dat was een belangrijke reden voor O'Hanlon om mee te gaan. Hij schrijft op boeiende wijze over hun wederwaardigheden en de gevaarlijke en moeilijke situaties waarin ze verkeerden. Het boek bevat veel dialoog in vlotte stijl, soms gelardeerd met bastaardvloeken. De verschillende vissen en vogels die ze onderweg tegenkomen, zijn in dit reisverhaal visueel gemaakt door middel van fraaie tekeningen, terwijl voorin enkele overzichtskaarten en in het midden van het boek een katern met kleurenfoto's zijn opgenomen die een idee geven hoe de opvarenden van dit schip eruitzagen en hoe het leven aan boord was. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.