De roodborst, dichtbij en ver weg
Jenny De Laet
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
VUBPRESS, 2003 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 598.8 DELA |
31/12/2004
Uilen behoren tot die illustere groep van dieren die steeds bijzondere aandacht heeft gekregen van mensen. Mysterieus, nachtelijk, geruisloos, groots. De wereld van de vogelkenners is voor buitenstaanders als u en ik vaak ontoegankelijk. Vogelsoorten worden onderscheiden op basis van details, die voor niet-kenners haast onmogelijk waar te nemen lijken. Er wordt gegoocheld met getallen over broedsucces, aantallen nestkasten, eerste waarnemingen van nieuwe soorten op deze of gene plek in België en er wordt gekeken met straffe telescopen en dure verrekijkers, ge-GSM'd als een zeldzaamheid wordt waargenomen. Jenny de Laets negende deeltje in de reeks 'Vogels rondom ons', Uilen, mannen van de nacht, ontsnapt blijkbaar ook niet aan een zekere detailmanie.
Jenny de Laet is biologe en ze heeft een aantal interessante boeken geschreven over vogels die in Vlaanderen voorkomen, alle uitgegeven bij VUBPress in de reeks 'Vogels rondom ons'. Het zijn doorgaans vlot leesbare boeken die je als (amateur-)bioloog als basiswerken mag beschouwen. Zeer geschikt voor wie een wat meer dan gewone interesse aan de dag legt voor het gefladder rond de voederplank. Des te spijtiger is het dat het negende deeltje in de reeks, over uilen, zowel inhoudelijk als qua vormelijke uitwerking wat tegenvalt.
Zoals ze zelf in deze Uilen, mannen van de nacht schrijft, heeft ze vroeger regelmatig mee onderzoek gedaan naar de voedselkeuze van bv. uilen. Dat deed ze dan bij de Wielewaal-jongeren, een groep jonge natuuronderzoekers, die enkele decennia geleden de aanzet gaven tot wat nu in Vlaanderen 'natuurstudie' is.
Uilen, mannen van de nacht, deel negen uit deze reeks, vormt met zijn meer dan tweehonderd bladzijden een bloemlezing van onderzoeksresultaten over een aantal uilensoorten. De behandelde soorten zijn zeker niet allemaal even gemakkelijk waarneembaar. Zo zijn dwergooruil, sneeuwuil en laplanduil op zijn zachtst gezegd voor België uitzonderlijke soorten, die zeker niet typisch zijn voor 'rondom ons'. Uilen die je bij ons wél typisch kan noemen, zijn kerkuil, steenuil, bosuil, ransuil en velduil. Naar deze laatste soorten -- behalve de velduil, die echt wel zeldzaam is -- wordt trouwens heel wat onderzoek gedaan door zowel amateurs als professionelen. Er bestaat in Vlaanderen een kerkuilenwerkgroep, maar er is ook de steenuilenwerkgroep, er zijn gedreven amateurs die zowat elke bosuil ringen en het broedsucces ervan in kaart proberen te brengen. Er zijn er zelfs die onze grootste uil, de oehoe, opnieuw uit willen zetten (in de Ardennen). Gelijkaardige initiatieven bestaan in Wallonië en Nederland.
Zowat alle uilensoorten, behalve de velduil, zijn vooral actief in de schemering en 's nachts. Veel resultaten van het onderzoek naar deze dieren zijn daarom gebaseerd op onderzoek aan en nabij nestplaatsen: uitwerpselen werden uiteengepulkt, pluimen en botjes van prooien werden onderzocht. Er werden zelfs dataloggers en camera's aan nestkasten gebruikt om te registreren wanneer uilen binnen of buiten vliegen, hoeveel jongen uit het ei komen, welk voedsel wanneer wordt gebracht. De dieren observeren is immers erg moeilijk: ze vliegen geruisloos en ze zijn 's nachts haast niet te volgen.
In een eerste deel wordt een aantal soorten beschreven die bij ons zouden moeten voorkomen, maar dus ook soorten die voor België noch voor Nederland typisch zijn. Voor de rest duiken doorheen het boek teksten of zelfs hele hoofdstukken op over situaties die echt wel niet te vergelijken zijn met België: sneeuwuilen in Saskatchewan, wevervogels als voedsel voor uilen in Afrika enz. Soms interessant, maar vaak een overdaad aan informatie, waarmee je als lezer in het ongewisse blijft over de uilen 'bij ons'.
De behandelde onderwerpen zijn erg ruim en gaan van eileg (hoeveel eieren, gewicht van de eieren, wanneer, waar) over broedgedrag (territoriumkeuze, voedselaanbod), keuze en kenmerken van het leefgebied tot beschermingsmaatregelen ten behoeve van uilen. Het boek bevat dus een massa feiten en feitjes, maar is het ook overzichtelijk en leesbaar? Helaas niet: nagenoeg steeds gaat de auteur na enkele meer algemene regels over in een opsomming van detailinformatie. Een vormgeving met aparte kadertjes voor de details was hier vruchtbaarder geweest. Sommige termen worden niet verklaard en dat bevordert de leesbaarheid niet.
Het boek gaat ook dieper in op uilen en natuurbehoud. Geen dier of er wordt wel een werkgroep voor opgericht, geen werkgroep of men wil wel 'zijn' onderzocht dier beschermen of opnieuw introduceren in de natuur. Introductie in het bijzonder is evenwel een gevaarlijke zaak; er bestaan inmiddels talloze voorbeelden van dieren (of planten) die ergens werden ingevoerd met nadien nadelige gevolgen voor de oorspronkelijke natuur. De Laet haalt zo het pijnlijke voorbeeld aan van de introductie van uilen op een bepaalde plaats "om ratten te bestrijden", met als gevolg dat de uil zich specialiseerde in een zeldzame meeuwensoort.
Het is jammer dat de auteur bij deze overvloed aan gegevens zelden tot nooit kritische conclusies maakt. Zo baseert ze zich voor de aantalsschattingen op gegevens uit de jaren '70, terwijl er tegenwoordig toch echt wel betrouwbaardere onderzoeken zijn geweest. Zo is er nog recent door Natuurpunt een uitgebreid onderzoek gevoerd naar het voorkomen van de steenuil in Vlaanderen, waaruit blijkt dat voor deze soort Vlaanderen wel eens de belangrijkste plaats in West-Europa zou kunnen zijn. [Jens Verwaerde]
J. Timmers
In de reeks 'Vogels rondom ons' is dit de negende monografie over één speciale vogelsoort, steeds van dezelfde auteur. Ditmaal de uil, waarvan er binnen de soort vele verschillende typen bestaan. Het is, zoals we gewend zijn, een gedegen werk geworden, waarbij werkelijk alle aspecten aan bod komen. Eerst worden dertien soorten in 't kort beschreven, vervolgens lezen we over onderwerpen als jachttechnieken, territorium, paren en broeden, kortom alles over specifieke uilengedrag in een doorlopend verhaal waarin alle soorten naast en door elkaar aan de orde komen. Ook de relatie tussen mens en uil door de tijd heen wordt belicht. Relatief veel aandacht wordt besteed aan de kerkuil en de bosuil, soorten die in onze streken veel voorkomen. In het voorwoord komt ook Ludo Smets van de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen met nuttige informatie aan bod. Het boek is verlucht met fraaie tekeningen en aquarellen. Uit de uitgebreide literatuurlijst valt af te leiden dat de schrijfster vele bronnen bestudeerd heeft.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.