Op bezoek bij de kerstman
Ward Nijs
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
Kok, 2003 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : DOEN : VERHALEN : HEIJ |
2 items aanwezig |
Kok, 2003 |
VERDIEPING 0 : THEMACOLLECTIE ENKEL VOOR ONDERWIJS EN DIENST SINTERKLAAS : HEIJ |
31/12/2003
In dit met veel kleurige tekeningen geïllustreerde sinterklaasboek brengen schilder Ward Nijs en schrijver Marko Heijl verslag uit van hun reis naar het Spaanse Sint-Nicolaasstad, waar ze, op uitnodiging van Sinterklaas, met eigen ogen nagegaan hebben of de goede sint en heel zijn entourage wel echt bestaan. Zij -- en de lezers -- krijgen daar een antwoord op vragen als: Waar komt Sint-Nicolaas vandaan? Wat betekent zijn naam? Waarom dragen de sint en zwarte Piet zulke vreemde kleren? Hoe heten de schimmel en de boot van Sinterklaas? (Americcho en De Stoomboot) Weegt de chocoladeletter M meer dan de I? Waarom heeft zwarte Piet nu precies een roe? De auteurs vernemen allerlei over Sinterklaas als patroonheilige, over plaatsen die zijn naam dragen, over de over hem vertelde legenden, over de recepten van sinterklaaslekkernijen (bv. de bisschopswijn, de taaitaaipoppen), over de verschillen in sinterklaasgebruiken tussen Nederland en Vlaanderen... Ze bezoeken het Cadeau-kwartier, het Speelgoedmuseum (met als conservator de vroegere houtenpoppenmaker Piet Gepieto), de Lekkernijenfabriek, de Bibliotheek (waar Sint de brieven leest en in grote boeken bewaart), de gigantische Mandarijnboom, waarvan alle appeltjes van oranje geplukt worden... In het Pietenopleidingscentrum zien ze hoe de pieten leren veilig over de daken te lopen, zich vlot voort te bewegen met een zware zak speelgoed, handig cadeautjes in de schoorstenen te mikken, enz. Ze leren dat de Kerstman, Santa Claus, een door de Hollanders in Amerika geïmporteerde en een beetje in de tijd verdwaalde sinterklaas is, die in 1931 zijn uiterlijk gekregen heeft van de schilder Sundblom, die in opdracht van Coca-Cola werkte en daarom ook de kleuren van die firma gebruikte. De auteurs leggen een verband met allerlei bekende gebeurtenissen en figuren. De schimmel van de sint bv. leidt tot een uitweiding over de oorsprong van de Amerikaanse paarden en over de lippizaners. Omdat de sint in Spanje woont, verneemt de lezer ook wat over het vreedzame stierenvechten waarbij de pieten hun behendigheid tonen, en over de kleurenblindheid van die dieren. Verder wordt hier in beeld en tekst verwezen naar auteurs die over de sint schreven (vooral Stijn Streuvels en Godfried Bomans), naar schilders als Jan Steen, Rubens, Van Gogh, Rembrandt, Michelangelo, wier werk een sinterklaastintje krijgt (zo is er in de "Sintijnse kapel" een plafondschildering met Sinterklaas die een jongetje een cadeautje overhandigt), naar de eerste sinterklaascadeautjes die Albertje of Beatrixje kregen of sportlui als Eddy Merckx en Johan Cruijff. De pieten in Sint-Nicolaasstad doen denken aan bekende figuren: de muzikant Ludwig Van Piethoven; Piet Koelewijn, die van het dak af moet komen omdat hij al te gek doet; Piet Hein, de kapitein van De Stoomboot; de Pletters die de druiven voor de sintenwijn vertrappen en de Pietels, de voor de muzikale noot zorgen. Dat de auteurs vooral voor hun leeftijdgenoten schrijven, toont Sinterklaas' opmerking over de Vlaamse hulpsint Jan Decleir: "die jullie (de tekenaar en de auteur) nog wel zullen kennen van Sil de strandjutter". Ook Toon Hermans en Godfried Bomans roepen bij kinderen geen herkenningsbeelden meer op. De tekst wil leuk zijn, soms zelfs wat Bomansachtig ("... we ondernamen zelfs een schalkse poging om lollig uit de hoek te komen") maar is toch nogal vlak, wijdlopig en soms belerend en meer dan eens ook ronduit stuntelig ("Eenmaal bij de grote ringmuur rond het paleis aangekomen, werden ook de kleine details zichtbaar."). Ook met de woordenschat wordt hier wel eens de hand gelicht: de singel om de albe van de sint heet hier een klingel(!) en de kombuis en het wambuis verwisselen van lidwoord; en wat betekent met de wind in de broek wachtten we af? Er zitten nogal wat clichés in het boek: de kapitein van De Stoomboot vloekt en scheldt als kapitein Haddock, en Piet Couture, die, met zijn Vespici-kledinglijn en zijn Pieterfeld-collectie, voor de kleren van Sinterklaas en de pieten zorgt, is natuurlijk een kwebbelende kletstante. Het boek is uitvoerig geïllustreerd, vaak met tekeningen over twee grote pagina's. De persiflages op meesterwerken uit de schilderkunst zijn best leuk. De mooiste platen doen wat aan Rien Poortvliet denken. De overvloed aan tekeningen brengt wel mee dat er toch een aantal minder geslaagde tussen zitten. Veel platen zijn leuk door de erin verscholen verwijzingen naar bekende figuren of culturele verschijnselen. De meeste daarvan zullen kinderen echter wel ontgaan. Eigenlijk wordt daarmee een tekortkoming van het boek duidelijk: het is alles bij elkaar toch te weinig afgestemd op kinderen, ook al bevat het sinterklaasliedjes (met tekst en muziek) en -rijmpjes. Over de hoofden van de kinderen heen richten de auteurs zich vaak tot volwassenen. Op hen is overigens ook de leuze van het boek toepasbaar: "Sinterklaas bestaat, als je er maar in gelooft." Als zij echt wat meer willen weten over Sinterklaas, dan vinden ze preciezer informatie in Rita Ghesquieres Van Nicolaas van Myra tot Sinterklaas, waarin zij de Amerikaanse cartoonist Nest Thomas verantwoordelijk stelt voor de transformatie van de rijzige sint tot een dikbuikig klein mannetje (Davids-fonds/Acco; 1989) of Anton van Duinkerkens Geschiedenis van Sinterklaas (Paul Brand, Bussum; 1948).
Bij de samenstelling van het boek kregen de auteurs hulp van het Sint-Nicolaas-genootschap uit Sint-Niklaas. Jammer dat de pagina's niet genummerd zijn en dat er geen register in het boek zit. [Herman De Graef]
Redactie
Een schilder en een schrijver gaan op zoek naar het antwoord op de vraag of Sinterklaas bestaat. Na een e-mail naar Spanje krijgen ze een uitnodiging om naar Sint-Nicolaasstad te komen. Ze zien tijdens de rondleiding de Lekkernijenfabriek, het Cadeaukwartier en het Opleidingscentrum voor Zwarte Pieten. Groot formaat boek waarin in tekst en tekeningen in kleur een beeld wordt gegeven van het leven in Sint-Niocolaasstad. De opzet van het boek doet erg denken die van de boeken van Rien Poortvliet, sommige tekeningen hebben meer een Anton Pieck-uitstraling. De eenvoudig geschreven teksten zijn humoristisch van aard met veel woordspelingen (bij de muziekafdeling Van Piethoven, Pietie en Kokki, de Pietels etc.), waarbij de meligheid wel eens de overhand heeft. Vooral een boek om in de sinterklaastijd eens door te bladeren, de informatieve waarde is gering.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.