Tijl Uilenspiegel
Charles De Coster
Henri Van Daele (Auteur), Klaas Verplancke (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2003 |
YOUNG ADULT : VAND |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 437 |
31/12/2003
Nog voor ik een regel van het boek had gelezen, zocht ik in de dikke Van Dale, het Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal, wat 'glamp' zou kunnen betekenen. Het zou dan moeten staan tussen 'glamourgirl' en glamrock'. Maar daar stond het niet. Kabouter, de hoofdpersoon van het verhaal, zal op blz. 28 hetzelfde doen. Toen hij op een ochtend wakker werd, was het woord er ineens. Hij voelde zich glamp, had nergens zin in. Maar ook Kabouter kan de betekenis niet vinden en hij schrijft een brief aan de redactie van het woordenboek met het verzoek 'glamp' erin op te nemen. In de kortste keren weten alle dieren in het Woestewoud dat Kabouter uit zijn gewone doen is, dat hij zich glamp voelt. Ze suggereren verklaringen: begin van een vreemd verdriet; begin van het einde van verlangens; wat je voelt als je aan een winterslaap toebent; een gevoel van herfst terwijl het lente is. Er is volgens Uil slechts een remedie om er vanaf te raken: naar zee gaan want aan de zee kun je alles vertellen. Alle dieren zijn ten zeerste begaan met de gemoedstoestand van Kabouter en van klein tot groot, van Boktor tot Olifant gaan ze ijverig aan de slag een boot voor hem te maken. Vooral de vaardigheden van Boktor die klompenmaker is, komen hier van pas. Het wordt dan ook een boot in de vorm van een klomp, een klompboot, met kajuit, mast, zeil en roer. Volgestouwd met alles wat Kabouter op reis nodig kan hegbben. Dan kan de tocht beginnen, over de beek door het bos naar de rivier naar de zee. En na de louterende werking van de vaartocht zal Kabouter aan zee het helend effect ondergaan van een woordeloos gesprek.
Maar tussen het ontwaken in een staat van glamp en het uiteindelijk zichzelf weer hervinden zijn de verwikkelingen niet van de lucht. Om te gebinnen is er die stinkend verwende prinses Zonnevlekje, die haar zinnen op Kabouter heeft gezet en hem het koste wat het kost in haar paleis wil hebben als levend speelgoed. Ze stuurt haar palfreniers Sébastien en Adhemar er opuit en als die in gebreke blijven, trekt ze aan het hoofd van een peloton huzaren naar Woestewoud. Ze maakt hevig stampij bij Paddenwratje en die doet m et haar wat ze met alle haar onwelgevallige lieden doet: ze verandert haar en de huzaren in een hoop stenen. Inmiddels zijn de twee palfreniers nog steeds op zoek naar Kabouter, met nog grotere inzet nu de koning honderd goudstukken op diens hoofd heeft gezet. Ze zullen Kabouter blijven volgen, maar zijn net iets te traag, te dom of te onhandig om succes te hebben. Dan zijn er Frans en Baziel, twee veiligheidsagenten met bolhoeden die het ook moeten afleggen tegen de listige Paddenwratje, die voor Kabouter opkomt. Want, en dat is een bescheiden rode draad die door het verhaal heenloopt, de aanvankelijke animositeit tussen Kabouter en Paddenwratje slaat heel voorzichtig om in genegenheid, om het woord verliefdheid maar niet te gebruiken. Verder de vampachtige heks Ninotekka met wie Baziel een onstuimige nacht beleeft in de luxe suite van Hotel Metropool; manke Jef die Kabouter in een frettenkooitje wil vangen en de bizarre verzameling dieren die in Woestewoud woont, zoals Olifant met een jasje aan, Kangoeroe voor de snelpost, Boktor als klompenmaker.
Al deze mensen en dieren, en er zijn er nog veel meer dan de hier genoemde, krijgen van de auteur een paar typerende trekjes mee waardoor ze trefzeker hun rol in het verhaal kunnen vervullen. Daarnaast aarzelt Van Daele niet om, als het zo te pas komt, venijnige speldenprikken uit te delen aan personen, instituties en verschijnselen die in de actualiteit een rol spelen: computers, televisie, overconsumptie, dolgedraaide reclame, vervuilende industrie, gated community, drugs, monarchie. Zeker de Vlaamse lezer zal menig moment van herkenning beleven. Juist in die satirische terzijdes zit een zwakke kant van het boek. Is in de eerste helft de dosering nog zodanig dat het verhaal leest als een trein, in het tweede gedeelte beginnen ze het verhaal te overwoekeren, halen ze de vaart eruit en komt Kabouter enigszins in de verdrukking. Het is alsof de schrijver zijn rijke fantasie niet meer in toom kon houden.
Doorheen het verhaal wemelt het van de levendige dialogen en talrijk zijn de passages waar de formuleringskracht vanaf spat. Zoals bv. het gesprek tussen Kabouter en Vos over woorden. Vos heeft een diepzinnige opmerking gemaakt en Kabouter zegt dan: "Je hebt vandaag diepe gedachten, Vos" en die antwoordt: "Dat komt vanzelf [...] als je regelmatig de passie preekt". Of neem de scène waarin prinses Zonnevlekje er met haar huzaren op uittrekt: "... en waar ze in de stad voorbijkwamen namen vroege mannen hun pet af. Want voor hoeden was het nog veel te vroeg". Kun je nog korter en krachtiger de maatschappelijke verhoudingen onder woorden brengen?
Voortdurend verspringt het perspectief, van het bospad naar het huisje van Paddenwratje, naar het paleis, naar de klompenmakerij van Boktor, naar de klompboot, naar Kabouter die zijn pijpje rookt en een kippensnotje drinkt. Glamp, het woord mag dan lusteloosheid impliceren, het boek is dat allesbehalve. Het zit boordevol humor, spanning, satire, vriendschap, hebzucht, spitse dialogen, emoties. En weer is Klaas Verplancke erin geslaagd de hoofdstukken in te leiden met unieke illustraties die het midden houden tussen middeleeuwse speelkaarten en profane bidprentjes. Ze lopen vooruit op de inhoud maar geven er een heel persoonlijke invullilng aan.
Voor jongeren, ja! Voor volwassenen, ook!
Blijft één prangende vraag: hoe smaakt een kippensnotje? [Herman Kakebeeke]
W. van der Pennen-Schleicher
Glamp, dat is wat Kabouter zich voelt. En hoewel hij zelf ook niet precies weet wat dat is, moet er duidelijk iets tegen gedaan worden. Op advies van Uil gaat hij naar zee 'waaraan je alles kunt vertellen'. Tijdens de spannende tocht - op het hoofd van Kabouter staat een forse prijs, dus achtervolgers genoeg - in een door de dieren van het Woestewoud gezamenlijk gemaakt klompbootje, begrijpt Kabouter dat deze barre tocht noodzakelijk is om zichzelf weer terug te kunnen vinden. Vervolg op 'Heksje Paddenwratje'* die ook in dit deel van de partij is. Een met milde humor verteld verhaal met een knipoog naar de hedendaagse maatschappij. Opnieuw is het verhaal voorzien van schitterende ilustraties van een tekenaar, die voor zijn bijdrage aan het eerste deel de Boekenpauw 2003 ontving. Modern sprookje voor iedereen vanaf ca. 13 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.