Zij die mijn ogen niet meer zien ...
Bernard Yslaire
Bernard Yslaire (Auteur), Yann (Medewerker)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Glénat Benelux, 2003 |
VERDIEPING 2 : DUIVELSHOEK : STRIPS : SAMB |
31/12/2003
Het eerste deel uit de reeks 'Samber' verscheen in 1986, het vijfde deel in 2003. Het is opmerkelijk dat toon en sfeer in de loop van bijna 20 jaar bewaard en bewaakt bleven; symbolen en beelden kregen verhaal na verhaal een diepere invulling. Het noodlot is met elk verhaal dwingender en vernietigender. Het ligt besloten in de voorgeschiedenis van elk personage, de verbondenheid door het bloed maakt ontsnappen onmogelijk. Yslaire (Bernard Hislaire) gebruikt in zijn prenten drie kleuren: zwart, wit en rood. Hij slaagt er in om met deze tinten zowel objecten als emoties in vele nuances aan te zetten. De kleur rood is bijna een personage: nu eens brutaal en opdringerig als de personages levend en strijdlustig voor hun liefde en geluk opkomen, dan weer schuilend in grijs en zwart als wanhoop en verslagenheid de overhand krijgen.
Ook de setting, het 19e-eeuwse Parijs met een onoverbrugbare kloof tussen arm en rijk, is bepalend voor het verhaal. Dit Parijs laat zijn inwoners weinig ruimte tot ontsnapping, je behoort zeer zichtbaar tot de ene of de andere kant. Yslaire laat er echter geen twijfel over bestaan dat decadente luxe een even doordringende stank uitwasemt als de armoe en verrotting in de achterbuurt. Je denkt even terug aan het 19e-eeuwse Londen zoals Charles Dickens het in Oliver Twist tekent. Dickens bracht echter onschuld en hoop in het verhaal, in 'Samber' wordt elke gebeurtenis overschaduwd door een van bloed doordrenkte voorgeschiedenis. Er is geen plaats voor onschuld en elke sprankel hoop wordt uitgedoofd door jaloezie, verraad en haat. Hoewel Yslaire vooral de lelijkheid van de zelfkant en van het mondaine leven in de verf zet, zijn de gedetailleerd uitgewerkte prenten adembenemend mooi. De covers zetten de symboliek van de kleur rood in al zijn rijkdom aan: passie, dood, strijd...
De reeks is geconcipieerd naar een idee van Yslaire en Balac (Yann), maar Balac nam alleen in Minder is meer het scenario voor zijn rekening. De dialogen in dit deel zijn het sterkst, mede doordat de personages hier het sterkst door hun manier van praten werden getypeerd. Het vlijmscherpe cynisme van Sarah, een van de hoofdpersonages, bv. wordt verder in de reeks niet meer geëvenaard, hoewel zij gaandeweg steeds bitterder en harder wordt.
De vijf delen volgen chronologisch op elkaar, als je ze los van elkaar leest, gaat de betekenis grotendeels verloren.
Het eerste deel, Minder is meer, bevat alle aanzetten. De vader van Bernard en Sarah wordt ten grave gedragen. Hij laat zijn levenswerk achter: een boek over de oorlog van de ogen. Het is een boek over onverdraagzaamheid, inquisitie en vernietiging: "Wee hem die een roodogig wezen zal beminnen, want zijn leven lang zal hij tranen van bloed wenen..." Wie op basis van uiterlijke kenmerken door een hele groep wordt veroordeeld, is weerloos, overgeleverd aan geweld en willekeur. Elk oogopslag, elke uitdrukking wordt geïnterpreteerd zoals het vriend en vijand uitkomt, een eerlijke of zelfs maar efficiënte vorm van communicatie wordt onmogelijk. Dit is de erfenis waarmee Bernard en Sarah opgezadeld worden. Sarah misbruikt de theorie tegen beter weten in om haar broer aan zich te binden, in haar handen wordt het boek een vernietigingswapen. De strijd vangt aan op het kerkhof. Tussen al het grijs en zwart steekt de vuurrode kruin van broer en zus opvallend af, ook hun houding is markant. Sarah wil haar broertje bij zich houden. Probeert hem letterlijk in haar greep te krijgen. Hij zet zijn nagels in haar hand. Laat haar in alle opzichten bloedend achter. Hij rent weg, maar zal niet aan de snelheid en het vergif van haar woorden kunnen ontsnappen. Sarah probeert vijf boeken lang op een nietsontziende manier haar bloedverwanten naar zich toe te halen. Het maakt haar tot een lelijk, kijvend en moordlustig wijf, maar tevens ligt er zoveel verlangen naar liefde in en een onvermogen om die op een positieve manier te verwerven, dat ze mededogen opwekt.
Bernard stort zich in de armen van Julie met de rode ogen. In die ontmoeting liggen het begin van hun liefde en de fatale ontknoping ervan reeds vervat. Julie heeft hun beider lot symbolisch bezegeld door de ganzerik te doden, waarop ook diens ontroostbaar krijsende wijfje moet worden afgemaakt. De gans staat voor eeuwige liefde en trouw, het beeld komt in de verhalen op verschillende manieren keer op keer terug. Elke confrontatie tussen levende wezens laat in deze serie het bloed sneller vloeien. Julie eist de liefde van Bernard teder en passioneel op het graf van diens vader op. Julie is niet minder veeleisend als Sarah; als Bernards levenslijn langer blijkt dan de hare verkort ze die letterlijk met een mes. De verwonding bindt hem meer dan enige andere gelofte ooit had kunnen doen, hij zorgt ervoor dat hij nooit van haar geneest. Sarah vermoordt haar stiefmoeder, laadt de verdenking op Julie en slaagt erin om de geliefden uit elkaar te drijven.
Het openingsbeeld van Ik weet dat je terug zult komen..., de tweede strip, is ijzersterk: een konijn in een strop. Het is andermaal een voorspelling, ook de strop rond Julies hals wordt verder aangetrokken. Vanwege de beschuldigingen van moord moet zij onderduiken. Haar kwetsbaarheid wordt misbruikt, haar rode ogen verraden haar even vaak als haar medemensen dat doen. Zij draagt het kind van Bernard en is er nog steeds van overtuigd dat haar geliefde haar zal (willen) vinden, ondanks het feit dat hij zijn zusters beschuldigingen heeft geloofd. Wordt de stank in de Parijse straten hier almaar indringender in Revolutie, revolutie neemt de gruwel van honger en verrotting nog sterker toe. Julie wordt op canvas vereeuwigd als het prototype van de vrijheid, ironisch genoeg met de ketens rond haar polsen. De mannen, revolutionairen of kunstenaars, hebben iets meedogenloos. Ze gaan blind voor hun ideaal en daar schuilt reeds het begin van de mislukking in. Hun streven is destructief en zal alleen maar verdere vernietiging in de hand werken. Veelzeggend en krachtig is de prent waarop de leider van de revolutie de arm van Julie de hoogte in steekt. Haar ketens worden uitvergroot zichtbaar op de gigantische schaduw. Voor Julie is er geen bevrijding. En dat wordt bevestigd in Moeten wij dan samen sterven? De eed om samen te sterven werd in deel één al gezworen en blijkt het verhaalverloop sterker te bepalen dan Julie en Bernard hadden kunnen voorzien. Elke gelofte ooit gedaan, elke poging om nader tot elkaar te komen of elkaar te redden wordt door Sarah te niet gedaan. Deel vier begint met het beeld van een schommel aan de boomstammen, symbool voor kinderlijke onschuld. De eindplaat toont hoe het verweerde touw is afgeknapt. Elk wezen is van zijn onschuld ontdaan. Het wreedste en hardste deel is Vervloekt zij de vrucht van uw schoot... Sarah is erin geslaagd om Julie te laten deporteren en haar kind te adopteren. Het jongetje is het evenbeeld van zijn vader, zoals die het evenbeeld van zijn vader was. Het brengt de liefde en haat in Sarah in volle omvang naar boven. Haar machtsspelletjes, haar manipulatietechnieken zijn wreed en verwoestend. Maar het kind is van haar afhankelijk en erkent ook haar liefde. En zo vernietigt Sarah in haar verlangen om de bloedlijn intact en in stand te houden haar eigen familie. Onontkoombaar.
Je zou kunnen zeggen dat de geschiedenis van 'Samber' van bij het eerste verhaal haar einde en tegelijkertijd haar oneindigheid inluidde. Yslaire slaagt erin om ondanks het herkenbare verhaalpatroon, aangrijpende en steeds weer verrassende scènes uit te werken. Hij toont dat machtsstrijd zich op vele verschillende fronten afspeelt en dat ze alle op zich even vernietigend zijn. De geschiedenis van de Sambers zal zich herhalen tot het zwart van de dood alle andere kleuren overschaduwt, net zoals de geschiedenis van de mensheid zich zal herhalen tot... [Marita Vermeulen]
Redactie
In februari 1848 is het onrustig in Parijs. De republikeinse garde vecht tegen het in opstand gekomen volk. De rol van de verdoemde familie Samber is in dit deel van de geschiedenis van ondergeschikt belang, doch macaber. De hoofdpersoon Bernard Samber zal onder invloed van alle verwikkelingen zijn verloren geliefde Julia ontmoeten, al zijn neef Quizot en zijn blinde zuster Sarah er verantwoordelijk voor dat hij Julia pas ziet wanneer het te laat is. De dood is in het verhaal alom aanwezig, evenals trouw, jaloezie, verraad en verachting. Het dramatische scenario is complex en de grafische stijl vernieuwend. De kleuren bruin en alle schakeringen rood geven het verhaal een eigen sfeer. De tekenaar zorgt via de afwisselende kaders voor filmische effecten en bouwt via de kleuren en beelden een zinderende spanning op. Na vier delen kan men gerust stellen dat het hier een unieke, literaire strip betreft. Het is van belang dat de serie compleet is. De boeken zijn niet onafhankelijk van elkaar te lezen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.