Othello
William Shakespeare
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, cop. 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : LUISTERBOEKEN |
31/12/2004
Gerrit Komrij is, als officiële 'Dichter des vaderlands', in Nederland ongetwijfeld een bekende literator. Daarbij komen nog zijn vele bekroningen en de soms geruchtmakende polemieken waarmee hij zijn publiek verraste. Hoewel Komrij allicht het meest bekendheid geniet als essayist en als romanschrijver is hij toch eerst en vooral een belangrijk dichter. Via dit audioboek krijgt de luisteraar de kans om ruimschoots met dit facet van Komrij's rijke oeuvre kennis te maken. Komrij leest zelf een groot aantal verzen van zijn hand voor, en presenteert op die manier een geslaagde inkijk in zijn carrière. Komrij's poëzie -- en dat blijkt ook hier telkens weer -- moet het vooral hebben van de ironische toon, waarmee de lezer telkens weer op het verkeerde been wordt gezet. Soms ligt de pointe aan het eind van het vers (bijwijlen een nogal voor de hand liggende strategie), maar elders suggereren woorden en beelden een sfeer die verder drastisch wordt ontkracht. Tegelijk blijft deze lyriek echter niet vrijblijvend; de vlotheid van Komrij -- die meermaals door recensenten in bekritiseerd -- blijkt bij nader toezien vaak het gevolg van een al te oppervlakkige lectuur, die voorbijgaat aan dissonanten of aan bijzondere taalvondsten. Hoewel deze cd op dat vlak natuurlijk slechts een beperkt beeld geeft (het is nu eenmaal moeilijker om je te concentreren op alle gegevens van een vers als dat enkel wordt voorgelezen), geeft hij toch een voortreffelijk beeld van de diverse facetten van Komrij's dichterschap. De stem van de dichter die enigszins theatraal maar zonder al te veel franjes zijn poëzie voorleest, vormt daarbij duidelijk een versterking. Komrij blijft Komrij -- de auditieve drager zorgt op dat vlak niet echt voor een extra -- maar ook dat is meer van voldoende om van te genieten. [Dirk De Geest]
Redactie
De auteur leest een selectie voor van zijn gedichten uit het gelijknamige boek. Het boek is aangeboden in de a.i.'s boeken* met onderstaande tekst van recensent K. van Geemert. 'Deze bloemlezing 'Hutten en paleizen' ('de mooiste gedichten') van Gerrit Komrij (1944) bestaat uit 169 gedichten. De meeste (125), waaronder het titelgedicht, zijn afkomstig uit de verzamelbundel 'Alle gedichten tot gisteren' uit 2000*. Sinds hij in 2001 werd uitgeroepen tot Dichter des Vaderlands is het er uiteraard niet makkelijker op geworden kritiek op zijn werk te hebben. Maar toch: een 'verneutelde dwerg', die 'sikkeneurt om de reus', of 'diakenhuizen', die 'hangen op je rug' (we zijn pas een paar pagina's gevorderd), brengen deze lezer niet in extase. Over het algemeen rijmt het allemaal heel aardig, maar ontroeren of inspireren doet het niet: 'De eerste regel is om te beginnen. / (...) / De twaalfde is van niets de eindconclusie,' schreef Komrij in het gedicht 'Een gedicht' - en zo is het precies. Zijn poëzie doet sterk denken aan die van dichters als Drs. P en Ivo de Wijs, maar dan met een in ironie of cynisme verpakte pretentie. 'Hutten en paleizen' is overigens een uitstekende en betaalbare mogelijkheid om met het dichtwerk van Komrij kennis te maken.'