Momme-la-me-los
Leendert Witvliet
Leendert Witvliet (Auteur), Alexia Pnevmatikos (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2003 |
Woord Jeugd Gedichten : WITV |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2003 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : WITV |
31/12/2003
Water en maan, het zijn twee centrale motieven in de poëzie van Leendert Witvliet, allebei verenigen ze beweging en bewegingloosheid, een typische paradox bij deze dichter. De gedichten in deze nieuwe bundel staan in vier afdelingen. 'Waar ik wezen wil' bevat reisindrukken, toegespitst op afscheid en terugblik. Centraal staat de vervreemding: hoe je na een reis anders tegen de gewone dingen aan kijkt: "waar ik wezen wil ben ik niet / waar ik ben weet ik niet." Deze visie is wezenlijk poëtisch, alleen botst die naar mijn gevoel in deze gedichten met een te prozaïsche vorm: de verwoording is te beschrijvend en te weinig verbijzonderd, slechts af en toe doet Witvliet iets bijzonders met taal. De slotstrofe van ' Na de vakantie' bijvoorbeeld is veel te expliciet: "en we weten, alles wordt anders, / nooit zullen we hier meer spelen, / dat veldje met hobbels en kuilen / gaat eraan, is het niet om te janken?"
'Mijn pen schrijft woorden' heet de tweede afdeling en wat de titel laat vermoeden, de dichter doet hier meer met taal. Door contrasten, paradoxen, beelden, klanken en soms zelfs rijm geeft hij zijn gedachten een 'spannender' vorm. Het openingsgedicht 'Overal' klinkt programmatisch: "Overal / in mijn bovenkamer, / in de kamers van het hart, / wachten gedichten." In 'Een paard in maart' zie en hoor je het paard dansen in de klanken: "een droevig lied op een dag in maart, / maar droever dan de driekwartsmaat / was het vrolijk dansen van het paard." In 'Boerenzwaluwen in de avond' roepen de lange klanken een sfeer van weemoed op. In de meeste gedichten in deze afdeling komen dieren voor, maar wezenlijk gaan ze over gevoelens: vrolijkheid en verdriet, troost, jaloezie, onschuld, afscheid nemen en verlies, dromen en verlangen. Zo laat 'Evolutie' je nadenken over jezelf, over verlegenheid en verdriet via het originele beeld van de evolutietheorie: "Toen we nog vissen waren [...] toen dachten we niet aan later // als we geen vis meer zouden zijn." De vele enjambementen dwingen je als lezer om telkens weer bij te sturen.
'Voor...' bevat gedichten die allemaal aan iemand opgedragen lijken, voor de geliefde, Désirée uit Enschede (die in de vorige bundel figureerde), de weggelopen kat of de' kinderen in soldatenland'. De afdeling opent met een gedicht over dichten en vooral over hoe poëzie werkt: "Een gedicht is alleen / voor zichzelf geschreven, // pas als je het leest / als nieuw en als bekend / is het ineens voor jou." De boodschap is duidelijk, iets te duidelijk misschien, de hele middelste strofe is te willekeurig en te lang. Het sterkst is Witvliet wanneer hij sfeer oproept, dat was al zo in zijn eerste bundel voor jonge lezers, Vogeltjes op je hoofd (1980). 'Avond in de tuin' bijvoorbeeld schildert met klanken en sobere beelden: "Langzaam schuift de avond / over de wereld / en neemt alles in zich op."
Ook de vierde afdeling 'Geen paniek a.u.b.' begint met een vers over dichten: het drukt uit hoe de dichter verdwijnt in zijn poëzie: als hij schrijft, is hij er niet voor de buitenwereld. De idee spreekt aan, maar de uitwerking bevat opnieuw nodeloos veel woorden. Ook andere gedichten zoals 'Beschermd' 'Vissen' of 'Circus' hebben te weinig poëtische kracht. Jazeker, ze zijn herkenbaar, maar tegelijk zijn ze te anekdotisch of te verhalend. "De spanning van het ogenblik" uit 'Onder water zwemmen' gaat te weinig op voor het gedicht. 'Paniek' roept te weinig het gevoel van paniek op, de ritmeversnelling in de opsomming werkt onvoldoende. Ook hier is Witvliet op zijn best in natuurbeelden. 'Onweersvogels' roept van bij de eerste woorden sfeer op: "Vier uur en ons raam staat open, / buiten is het stil, stiller kan haast niet, / we kunnen elkaars adem horen, / en licht valt uit de bomen." De paradox aan het einde roept veel meer op dan er staat: "Het is of alles zal vergaan, / gauw bij het raam vandaan, / of gaat een nieuw heelal ontstaan, / gauw voor het raam gaan staan." Ietwat apart in de afdeling staat 'De heksen komen eraan' dat aansluit bij zijn vorige bundel Momme-La-Me-Los. Ook hier roept de bijzondere verwoording sfeer op: "Over het water en onder de maan / varen de heksen op bossen van stro."
Elk gedicht krijgt een illustratie in zwarte inkt. Vaak vind ik die te weinig suggestief: zo is de vis met een mensengezicht bij 'Evolutie' te evident. Af en toe voegt Alexia Pnevmatikos wel iets bijzonders toe, zonder te opdringerig te worden: de tent tijdens de laatste nacht op de camping lijkt te zweven, terwijl de maan met een lijn aan een tentharing vast hangt.
Over het water en onder de maan laat je dagdromen en soms wordt je eigen gezicht als de maan in het water weerspiegeld. [Jan Van Coillie]
E.M. Heitman-Hagen
Poëziebundel met gedichten over aansprekende onderwerpen als vakantie, dieren en verliefdheid en over droomachtige situaties, waarvan een beeld wordt geschetst, belicht of bevroren, waarin soms pas in de laatste zin verandering komt, of helemaal niet. De poëzie geeft zich niet altijd gemakkelijk, moet soms veroverd worden door bijvoorbeeld hardop lezen, maar is zeker de moeite waard. Het geheel ziet er verzorgd uit met een eenvoudige, sterke vormgegeven omslag en zwartwittekeningen die een eenheid vormen met de tekst. Voor jongeren vanaf ca. 12 jaar met leeservaring en doorzettingsvermogen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.