Schemerzone
Hilde Vandermeeren
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items magazijn |
Davidsfonds, 2003 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VAND |
31/12/2003
Zus is ziek, zo ziek dat haar haar uitvalt, zo ziek dat ze nog nauwelijks kan gaan. Broer wil zus helpen, hij knipt het haar van zijn pop en bindt de blaadjes met touwtjes aan de bomen vast zodat ze niet vallen. Op mama's vraag hoe lang nog, antwoordde de dokter immers: "Tot de blaadjes van de bomen vallen." Soms is zus woedend en soms huilt ze, maar als ze naar het land van Sneeuwwitje mag, is ze dolblij. Samen dromen ze van kastelen achter de wolken. Wat me het meeste aansprak in dit verhaal is de volgehouden bedwongen toon, die je ook terugvindt in de getemperde kleuren van de illustraties, met een bijzondere plaats voor het dromerige. De auteur vertelt het verhaal in een sobere stijl zodat het nergens sentimenteel wordt. Daarbij laat ze gelukkig wat open voor de verbeelding: de jonge lezer of luisteraar moet zelf uitmaken waarom broer de blaadjes vastbindt. Ook wat het betekent dat broer in krullen denkt, moet de lezer zelf invullen. Die kronkels vormen ook een leidmotief in de illustraties van Tim Polfliet: je ziet ze op het behang, in de wolken, de bladeren, de golven van de zee... Sommige composities zijn erg origineel: broers vreugde als hij mee op reis mag, beeldt de illustrator uit door de jongen van een soort glijbaan te laten roetsjen die uit de hoed van een clown rolt. Heel bijzonder is ook het droomkasteel waarin mensen, torens en dromen versmelten.
Het verhaal bevat enkele erg sterke passages: met mama in het vliegtuig, hoe zus zichzelf overwint om bij Sneeuwwitje te komen, het gesprek tussen broer en zus over de kastelen achter de wolken. Maar het kent ook zwakke momenten. Het extra thema van de scheiding leidt voor mij de aandacht te veel af van het centrale gegeven, al blijkt het op het einde wel functioneel. Enkele gesprekken zijn te gekunsteld, zoals wanneer broer aan zijn mama vraagt wat zijn papa deed: "Is hij weggelopen? Weggescheurd op een motor? Weggehuppeld?" Enkele beelden klinken onnatuurlijk vanuit een kind: "Haar ogen lijken op rode stoplichten." Bij het begin stoorde mij ook de dreunende zinsbouw, maar die werd geleidelijk soepeler. Een ontroerend verhaal dat kinderen en volwassenen dichter bij elkaar kan brengen rond vragen over ziekte en afscheid. [Jan Van Coillie]
M.G.M. Koedijk-Schraag
Liesl, de zus van de hoofdpersoon, is erg ziek. De dokter vertelt dat ze gauw dood zal gaan. Haar broertje vraagt zich af of Liesl beter zal worden als papa weer terugkomt, maar mama zegt dat ze niet eens weet waar hij naartoe is gegaan. Het broertje probeert iets te bedenken, waardoor zijn zusje zal blijven leven, maar niets helpt. Er komt een 'wensmens' thuis en Liesl mag een wens doen. Ze wil naar het land van Sneeuwwitje en Mickey Mouse en mama en haar broertje mogen mee. Niet lang na het bezoek gaat Liesl dood; door zijn fantasie weet de ik-figuur zich niet alleen staande te houden, maar kan hij ook met het verdriet van zijn moeder omgaan. Ontroerend verhaal waarin een jongetje in de ik-vorm het verhaal vertelt rond het sterven van zijn zusje. De uitstekend uitgebalanceerde tekst biedt op zeer invoelende wijze een kijkje in het gevoelsleven van een kleine jongen, die soms niet begrijpt wat er allemaal gebeurt en van alles probeert om het onheil af te wenden. De taal is zeer direct, de zinnen kort. De surrealistische tekeningen, die de kronkels in het hoofd van de jongen verbeelden, werken een gevoel van vervreemding in de hand: dit zou niet mogen gebeuren. Vanaf ca. 4 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.