De eerste lente
Klaus Kordon
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Holkema & Warendorf, cop. 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KORD |
31/12/2003
Duitsland, 1998: iedereen kijkt uit naar 2000 maar in Hamburg wordt Eva Seemann (21) geboeid door het verleden. Ze studeert communicatiewetenschappen en hoopt ooit journaliste te worden. Van grootvader Robert kreeg ze een doos foto's, brieven, officiële documenten, enz. van haar betovergrootmoeder Mine. Over haar wil Eva vertellen, maar ook over alle andere familieleden uit de bijna voorbije eeuw, en verder over de mensen die ze bij Robert in Berlijn leerde kennen -- vooral haar grote liefde, de Russische jood Gregg -- én over zichzelf. Ze is zich sterk bewust van wat er de laatste honderd jaar in Duitsland gebeurd is, en ze weet hoe haar familie daarbij betrokken was en is. Om met zichzelf en haar verleden in het reine te komen, vertelt ze de verhalen van de sterke figuren van de vier generaties voor haar: betovergrootmoeder Mine, die als plattelandsmeisje in Berlijn ging 'dienen'; overgrootvader Arthur, als ongewenst kind in een weeshuis opgegroeid en in de Tweede Wereldoorlog gestorven; grootvader Robert, als gevierd schrijver in de DDR trouw gebleven aan de idealen van de jonge socialistische en antifascistische staat; vader Wolfgang, drie jaar gevangen gezet omdat hij voor de nieuwe dictatuur uit Oost-Berlijn naar het Westen wou vluchten. Door hen wordt ze geconfronteerd met wat er in de twintigste eeuw in Duitsland verkeerd is gelopen én met de vraag naar haar aandeel in de schuld. Eva vertelt haar verhaal in een lange brief aan Mine. Ze leerde die kennen uit brieven die ze van haar grootvader kreeg toen ze een zomer lang bij hem ging wonen in het voormalige Oost-Berlijn. Hij vond het nodig dat ze haar eigen geschiedenis en die van haar voorouders, die allen in Berlijn gewoond hadden, leerde kennen. Tussen hem en haar vader wringt het omdat ze politiek van mening verschillen. In Berlijn leert ze ook jonge mensen uit een woongroep kennen, ieder met zijn eigen verhaal, en ze raakt verliefd op de Russische jood Gregg, van beroep klokkenmaker en kunstschilder. Als de oude huizen waarin ze wonen, afgebroken dreigen te worden om plaats te maken voor nieuwbouw, komt de woongroep daartegen in verzet. Robert en Eva sluiten zich daarbij aan. Ze krijgen ook hulp van een kleurrijk groepje punkers, die op hun beurt met hun verhalen een aantal facetten van de moderne 'kapitalistische' maatschappij illustreren. Eva bedenkt een strategie om de media te interesseren voor het probleem. Als de huizen ontruimd worden en de verzetsgroep opgepakt door de politie, geven de media daar ruim ruchtbaarheid aan. De publieke verontwaardiging is zo groot dat de projectontwikkelaar afziet van zijn plannen en de huizen verkoopt... aan Eva's rijk geworden oudtante Ruth. Die is zelf in die buurt opgegroeid en ze wil met de bewoners de huizen restaureren. Ze komt er zelf wonen en ook de woongroep en de punkers mogen blijven. Robert, die terminale kanker heeft, neemt met een overdosis pillen afscheid van het leven om de aftakeling te ontlopen. Hij heeft zijn verhaal volledig verteld aan zijn kleindochter en ook met zijn zoon heeft hij weer kunnen praten over hun beider dromen en falen. Eva en Gregg betrekken nu zijn vierkamerwoning, waar ook Mine al woonde. Hoe pijnlijk de verhalen van haar voorouders ook zijn, hoe onzeker ze ook is over de toekomst in het leven- en liefdeloze Berlijn, toch vindt Eva dat ze geluk heeft, met haar geliefde Gregg en met de wetenschap dat al haar voorouders op hun manier geprobeerd hebben fatsoenlijk te leven in een gruwelijke wereld, ook al hebben ze zich daarbij soms vergist.
De auteur laat Eva haar brief aan Mine schrijven op haar studentenkamer in Hamburg, in de herfstmaanden na de Berlijnse zomer bij Robert, waarin ze flink wat volwassener geworden is. Eva gebruikt voor haar verhaal Mines brieven en vooral ook haar eigen dagboek, dat ze zeven jaar geleden begon, toen haar grootvader even tevergeefs probeerde het verstoorde contact tussen hem en zijn zoon, Eva's vader, te herstellen en haar daarbij een foto van Mine gegeven had, die Eva erg intrigeerde. Haar lange brief geeft een duidelijk, gevarieerd en waarheidsgetrouw beeld van wat er in honderd jaar in en om Berlijn zoal gebeurde (met twee wereldoorlogen, de holocaust, de koude oorlog, de opsplitsing van Duitsland, de val van de muur, het leven na de Wende) en van wat Eva in die ene zomer daar beleefde. De briefstructuur is niet opvallend, slechts enkele keren wordt Mine rechtstreeks aangesproken. Het lijkt wel of de auteur voor de briefformule gekozen heeft om Eva een duidelijk publiek te geven.
Klaus Kordon, die al veel schreef over de bewogen geschiedenis van Berlijn, bv. in De rode matrozen, verschaft in dit lijvige boek de lezer aanschouwelijke historische informatie over o.m. het leven van een dienstmeisje in het begin van de vorige eeuw (een rommelhok als kamer, een meer dan karig loon, voor voedsel uitgekookt vlees en goedkope kool, een afgedragen jurk van mevrouw als afscheidscadeau), de leefomstandigheden in Berlijn tijdens de twee wereldoorlogen en de invloed van het nazisme op de geestestoestand van de inwoners tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, de situatie in het naoorlogse Berlijn (de opsplitsing van de stad, de huisvestings- en tewerkstellingsproblemen van de inwoners, de luchtbrug met de 'rozijnenbommenwerpers'), de toestand in Oost-Berlijn onder de DDR-dictatuur, het ontstaan van de muur en de val ervan met de euforie aan beide zijden... Ook het leven in het nieuwe Berlijn krijgt heel wat aandacht: de Love Parade, de afbraak van het oude Berlijn en de geboorte van een legostad waarin alleen nog maar geld hoeft te worden verdiend en niet meer geleefd... De auteur laat grootvader Robert Eva meenemen op zwerftochten door Berlijn en omgeving, waarbij vooral aandacht gaat naar de plaatsen die het decor waren of zijn van cultuurhistorisch of politiek belangrijke fenomenen: Kurfürstendamm, Alexanderplatz, Unter den Linden, de Gedächtniskirche, de begraafplaatsen met vooral het Jüdische Friedhof, Spandau... Wie de geschiedenis van Berlijn wil leren kennen en begrijpen, moet volgens de auteur immers de sfeer op de binnenplaatsen van de oude gebouwen geroken hebben. Kordon brengt in dit boek niet alleen een collage van levens uit honderd jaar Berlijn of een beeld van een eeuw geschiedenis, hij doet de lezer ook nadenken over verleden, heden en toekomst. Eva is niet zomaar een leergierige studente, ze voelt zich ook echt betrokken bij de Duitse geschiedenis en bij de evolutie van haar land. Door wat zij in Mines brieven en in Roberts boeken leest, door haar gesprekken met allerlei mensen, oude en jonge, uit verschillende perioden en met gevarieerde achtergrond, vormt ze voor zichzelf (en voor de lezer) een vrij duidelijk beeld van de wereld -- in Duitsland en elders -- rond de millenniumwende. Ze laat zien hoe de positieve dingen uit de jonge DDR (de landhervorming met de afschaffing van het grootgrondbezit, de onteigening van de concerns die door hun hebzucht de wereld twee keer in een verschrikkelijke oorlog hebben gestort, de opheffing van het onderwijsmonopolie van de bourgeoisie, de sociale zekerheid, het door de staat belichaamde antifascisme), verstikt raken in de staatsstructuren en de partijdiscipline, want "Zodra we onze idealen proberen te realiseren duurt het maar even of ze bestaan niet meer." Daarom is de val van de muur terecht, maar tegelijk ook jammer want na de ineenstorting van het socialisme heeft het kapitalisme, waarin de vijf c's (commercie, carrière, concurrentie, corruptie, consumptie) de toon zetten, nu geen tegenspeler meer die het een beetje in toom houdt. In het verhaal van de oude mensen uit de tot sloop veroordeelde woningen en van de punkers, die geen plaats vinden in de maatschappij, toont ze dat de markteconomie onvoldoende rekening houdt met de basisbehoeften van de mensen. Het wilde en tomeloze kapitalisme is de oorzaak van veel sociale ellende en toenemende criminaliteit: "Om die te bestrijden zouden binnen afzienbare tijd wel eens steeds meer democratische grondrechten kunnen worden ingeperkt en sommige zelfs helemaal afgeschaft." Met zulke bedenkingen probeert Eva niet alleen een antwoord te formuleren op het verlangen van haar grootvader om "voor zijn dood te weten komen of toekomstige generaties profijt zouden hebben van alle dwalingen en omwegen, van alle fouten en inzichten van de afgelopen honderd jaar". Ze beleeft daarin ook haar geloof in het beroep van schrijver, meer bepaald van journalist: immers, in de eenentwintigste eeuw gaat het aantonen van misstanden alleen nog met behulp van de media. Het is door de belangstelling van de media dat de oude maar nog bewoonbare huizen van de slopershamer gered, gerestaureerd en aangepast worden, ook al worden de media eerder gelokt door de kans op een boeiend verhaal dan door echt engagement voor een goede zaak.
Klaus Kordon kiest niet blind partij voor een bepaald stelsel. Hij betreurt met grootvader Robert en Eva dat wij ook de voorbije eeuw nog niet geleerd hebben "de vrede te bewaren, elkaar ondanks alle verschillen in denken, geloof en leefgewoonten te respecteren als gelijkwaardige buren en de aardbol te beschouwen als onze gemeenschappelijke moeder". Daarmee verwoorden ze wat ook heel wat bewuste jongeren denken. Die zullen overigens meer aan dit boek hebben dan lezers die alleen een goed en boeiend verhaal willen. Het biedt immers niet alleen een veelzijdig beeld van het Berlijn van de laatste eeuw, het vat niet slechts de recente geschiedenis samen in de ervaringen van enkele leden van een familie en van een moderne woongroep, het probeert ook op een duidelijke manier, in en door het verhaal heen, een politieke analyse te maken en vanuit verleden en heden naar de toekomst te kijken. Daarbij spiegelt de auteur de jonge lezer niet zomaar een betere wereld voor, want "Helaas zouden altijd en overal alleen die mensen aan de macht komen die daar met alle geweld op uit waren. En dat waren in geen enkel systeem de besten." Hij confronteert de lezer met actuele negatieve maatschappelijke fenomenen die morgen zeker niet opgelost zullen zijn, bv. het afval van de welvaartsmaatschappij: de daklozen, of de verhuizing van de industriële productie naar zuidelijker of oostelijker gebieden, waarbij hij de bedenking maakt dat "ondernemers die in lageloonlanden laten produceren om op die manier hun bedrijf te redden misdadigers zijn, terwijl ze volgens het kapitalistische waardensysteem als slimme rekenaars gelden, hoeveel arbeidsplaatsen daarmee thuis ook verloren gaan." Weinig hoopgevend, maar tegelijk realistisch, is ook zijn bedenking dat na elke omwenteling of verandering van systeem "oude misdadigers" weer een belangrijke rol spelen in de nieuwe systemen omdat telkens alle beschikbare "vaklieden" nodig zijn bij de wederopbouw.
Van lekker weglezen is bij dit boek geen sprake: de lezer wordt telkens weer uitgenodigd met de auteur of met een van de personages mee te denken, door te denken, na te denken. Dat levert overigens heel wat mogelijke citaten op, van eenvoudige 'volkswijsheden' als "Andere tijden, andere klootzakken", "Komt tijd, groeit gras" of "Kleine houwen vellen grote bomen" tot doordenkers als "Mens zijn is één ding, menselijk zijn iets heel anders", "Wie niets wil geloven, gelooft niets" of "Wie niet in wonderen gelooft, is geen realist". Overigens is grootvader Robert, de schrijver, zelf een rijk vloeiende bron van citaten van 'vrienden' als Thomas Mann ("Een schrijver is een man die schrijven moeilijker vindt dan anderen.") of Theodor Fontane ("Zonder een bepaalde hoeveelheid flauwekul redden we het niet." Dat alles betekent niet dat de gevoelens afwezig zijn in dit lijvige boek (bijna driehonderd pagina's): denken we maar aan Eva's moeilijke keuze tussen haar jeugdliefde Jens en Gregg, de nieuwe vlam in haar leven. Of de verscheurde relatie tussen grootvader Robert en zijn zoon en de lastige positie van Eva tussen hen beiden in. Of Eva's verdriet bij de dood van haar grootvader. Of de hartenpijn van betovergrootmoeder Mine als verkracht dienstmeisje: "Eerst verleid en weggegooid en daarna ook nog door iedereen in de steek gelaten." Er is ook voldoende spanning in het boek (Hoe komt Eva in het reine met de keuze tussen Jens en Gregg? Slagen de actievoerders erin de huiseigenaar ervan te overtuigen het huis niet te slopen? Hoe reageren ze op de komst van de politie?) en ook de kleurrijke beschrijving van bijv. de punkers, van het historische straatfeest van de actiegroep, van de poging om de sloop te voorkomen... zorgt voor boeiende afwisseling, net als de evocatie van het volksleven in Berlijn in het begin van de eeuw of bij de opkomst van het nazisme en tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.
Hoe uitvoerig het verhaal ook is, hoeveel personages er ook in voorkomen en hoezeer de gebeurtenissen ook gespreid zijn in de tijd, toch vormen ze samen een hecht in elkaar geschroefd verhaal. De auteur houdt alle touwtjes in handen en hij zorgt ervoor dat de lezer bij de les blijft, o.m. door op het eind van een verhaalfragment al een tipje op te lichten van de toekomstsluier, zoals met "Dat hij ze als lokmiddel achter de hand wilde houden, kon ik toen nog niet weten." of "Daardoor had ik ook geen flauw idee van wat me die middag te wachten stond." Ook de keuze voor een centrale ikfiguur (Eva) bevordert de eenheid van het verhaal. De "stamboom" van de Seemannfamilie achterin het boek is een handig instrument en de vier pagina's noten zorgen voor de nodige geschiedkundige toelichting bij begrippen als "De Muur is gevallen", "FDJ / Freie Deutsche Jugend", Wartburg / Trabant ...
De vertaling leest vlot en en is vrijwel vlekkeloos, afgezien van een paar schoonheidsfoutjes als de Ostbahnhof, een ravenmoeder (kattenmoeder), we zaten in de keuken brood te eten (we aten boterhammen), Katten-Molly en Bonen-Gertie (Molly (de) Kat, Gertie (de) Boon)... Ik vind het wel nogal vreemd dat de Russische Greg last heeft met de uitspraak van de h en niet verder komt dan een x. Wordt daarmee niet een ch bedoeld, in heet cyrillische schrift als X geschreven?
Honderd jaar en een zomer is een goed geschreven, boeiend boek voor wat oudere gevormde jonge lezers met historische en sociale belangstelling die willen nadenken over hun eigen toekomst en die van de wereld waarin ze leven.
Didactische tips:
Dit boek is uitstekend bruikbaar ter illustratie of voorbereiding van geschiedenislessen over de twintigste eeuw of van lessen maatschappijleer waarin de grote sociaal-politieke stelsels uit de vorige eeuw (communisme, kapitalisme, nationaal-socialisme) en de groei van de steden door de toevloed van werk zoekende plattelandsbewoners onder de loep genomen worden en waarin een visie ontwikkeld wordt op de evolutie van de westerse (politieke en sociale) cultuur.
Het boek kan ook een sterke informatieve en stimulerende rol spelen bij de voorbereiding van studiereizen naar Berlijn. Men kan de reis zelfs plannen aansluitend bij het verslag van gebeurtenissen of bij plaatsbeschrijvingen in de tekst. Daarnaast kan het boek goed dienst doen als referentiedocument bij de bespreking van de rol en de macht van de media in de huidige maatschappij, of bij lessen waarin de samenleving in een grote stad bekeken wordt met problemen als woningnood, daklozen, urbanisering, projectontwikkeling, buurtwerking, het sociale weefsel in een stad...
Citaat:
"Maar één ding weet ik zeker: dit is voor jongeren nog geen betere tijd, enkel en alleen omdat er geen confrontatie tussen Oost en West meer bestaat. Elke dag krijgen we talloze nieuwe problemen voorgeschoteld, waaronder problemen waarvan de omvang me soms deprimeert, zoals bijvoorbeeld de ongelooflijke armoede in de derde wereld of onze manier van omgaan met de planeet waarop we wonen. Het pragmatisme van de politieke systemen is al heel lang niet in staat gebleken om vorm te geven aan onze toekomst. De enige waarden die nog bestaan zijn "bruikbaarheid" en "winst". Daardoor weet niemand meer waar het naartoe gaat. Ook daarom moeten er heel andere uitgangspunten worden gevonden en nieuwe visies worden ontwikkeld. We moeten ons steeds weer afvragen wat we zelf kunnen doen om te voorkomen dat onze wereld ineenstort." (mening van Eva)
[Herman De Graef]
Fred Koekoek
De zeventienjarige Eva logeert een zomer lang bij haar grootvader in Berlijn. Zij reconstrueert de familiegeschiedenis van de laatste honderd jaar, waarbij zowel de grote historische thema's (Eerste en Tweede Wereldoorlog, communistisch Oost-Duitsland) als sociale verhoudingen (arm en rijk, pro- en anticommunistisch) aan de orde komen. Daarnaast speelt het verhaal van het ontdekken van haar grote liefde (Gregg) en de strijd tegen een projectontwikkelaar die het blok huizen waarin opa woont probeert te slopen. Het taalgebruik is comlex en afgestemd op de gevorderde lezer. Er zijn geen illustraties buiten het voorplat dat Eva en de Brandenburger Tor in Berlijn weergeeft. Weer een mooi, complex historisch verhaal van deze schrijver dat veel inzicht geeft in de geschiedenis van een eeuw Duitse geschiedenis. Moeilijk om neer te leggen als je eenmaal begonnen bent. Geschikt voor de jongeren vanaf ca. 14 jaar die genieten van historische romans met een romantisch tintje.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.