Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items magazijn |
Clavis, 2003 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : STAS |
Besprekingen
31/12/2003
In dit boek raken en beïnvloeden twee verhaallijnen elkaar. In het 19e-eeuwse Limburg probeert de jongen Simon met zijn broertje te overleven door op markten de mensen met zijn buitengewone helderziendheid versteld te doen staan. Een bendeleider dwingt Simon hem te helpen bij zijn meedogenloze roof- en moordpartijen. Als Simon niet meewerkt, gaat zijn broertje eraan. Als hij de gruwel niet langer aankan en vlucht, wordt hij opgenomen door een bezembindster op de heide die in hem haar overleden zoontje weerziet. Samen beramen ze een plan om de bendeleider zijn schurkenstreken betaald te zetten en het broertje te bevrijden. Het plan slaagt.
Daarnaast en daardoorheen vertelt het boek ook enkele weken uit het leven van de jonge boeddhistische monnik Wichai, die vandaag leeft in Thailand. Wichai is door zijn aan drugs verslaafde vader naar het klooster gestuurd omdat het in zijn dorp armoe troef is. In de monnikenklas blinkt hij uit doordat hij de gave heeft in de ziel van anderen te kunnen kijken. Niet alleen kan hij daardoor een balorige medeleerling helpen zijn ongeluk te verdragen, hij blijkt ook met zijn geesteskracht de tijdgrens te kunnen overschrijden en hij beleeft zelfs lichamelijk mee wat Simon zoveel tientallen jaren vroeger en zover weg doormaakte. Dat ervaart hij tijdens zijn bijzonder intense meditaties: dan komt hij in trance bij een prachtige poort die hem toegang geeft tot een andere tijd, een ander leven. Wichai gelooft dat hij vroeger Simon was; Boeddha leert hem immers dat een mens zeven levens heeft. Met zijn gave past hij niet in het klooster, want de boeddhistische leer verbiedt met bovennatuurlijke krachten te pronken. Wichai weet dat "de permissie om naar zijn vorige leven terug te keren, niet alleen uitzonderlijk maar ook tijdelijk was. Het was een soort vrijgeleide, een paspoort dat nu verlopen was en ingetrokken werd. De goden hadden hem toegestaan om die stervende jongen in de sneeuw te helpen." Hij keert terug naar zijn dorp en naar het meisje dat hij liefheeft. Intussen heeft hij, zonder dat te beseffen, op zijn beurt hulp gekregen van Simon, die hem de geluksnummers van de tombola voorspeld heeft. Nu wacht ook hem een beter leven.
Het is duidelijk dat in het korte bestek van dit boek (tachtig pagina's) een massa aspecten en belangrijke details en achtergrondgegevens van beide verhaallijnen achterwege blijven. Dat maakt dat het boek nogal mager overkomt, al is bv. de overval van de bende op een boerderij bijzonder suggestief beschreven, net zoals de marktscène met heel de handig in elkaar gezette helderziendheidsvoorstelling.
Het verhaal is opgebouwd met heel wat flashbacks of verhalen van de personages over wat er voorafgegaan is aan het moment waarop ze vertellen. Dat houdt de lezer bij de les: hij stelt zich vragen bij het gebeuren en ervaart al snel dat de antwoorden achteraf komen.
De taal had flink wat bijgeschaafd kunnen worden: er wordt nogal geknoeid met verwijs- en verbindingswoorden; het woordgebruik is soms fout (monotoon opgedragen verzen; kou deed het bloed stelpen; moesten ze de kans krijgen, dan...); af en toe drukt een zin niet precies grammaticaal uit wat bedoeld wordt ("De speelse hondenblikken nodigden de jongens uit om samen met hen te rennen."). Alles bij elkaar is de beschrijving van het 19e-eeuwse Limburg hier sterker dan die van het Thailand uit de huidige eeuw. Het contact doorheen de tijd tussen Simon en Wichai is zo intrigerend dat het zeker wat uitvoeriger behandeld had mogen worden. Dit is overigens het voornaamste bezwaar tegen het boek (naast de wat matte taal): het nieuwe, het vreemde, het avontuurlijke krijgt te weinig ruimte. Het wordt allemaal nogal droog en snel afgehandeld, wat dan weer precies gewaardeerd kan worden door minder enthousiaste lezers. [Herman De Graef]
W. van der Pennen-Schleicher
Wichai is novice in een boeddhistisch klooster in Thailand. Tijdens zijn meditaties heeft hij visioenen waarin een onbekende gewonde jongen zich een weg door een sneeuwlandschap baant. Dat is Simon, die een eeuw eerder leefde. Diens levensverhaal vormt de belangrijkste verhaallijn. Hij wordt bewusteloos aangetroffen op de hei en stukje bij beetje komt de lezer te weten wat er voorafging. Tegelijk wordt hij zich bewust van een innerlijke stem, die van Wichai blijkt te zijn. Deze leidt en ondersteunt Simon tijdens zijn genezingsproces. De jongens lijken erg veel op elkaar en gesuggereerd wordt dat Wichai de reïncarnatie is van Simon. Het taalgebruik is eenvoudig, hoewel toelichting op sommige begrippen ontbreekt, maar het is vooral de ingewikkelde structuur die dit boek geschikt maakt voor meer ervaren lezers. Bovendien blijven vragen onbeantwoord (wat is er bijvoorbeeld gebeurd met het broertje van Simon?) en moet de lezer goed tussen de regels kunnen lezen. Enkele passages bevatten plastisch beschreven gewelddadigheden. Voor ervaren lezers vanaf ca. 12 jaar.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.