Tegen beter weten in
Rob De Nijs
Henk Van der Winden (Auteur), Helen van Vliet (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Fontein, cop. 2003 |
Kinderhoek : WIND |
31/12/2004
Zolang hun ouders in het buitenland verblijven, logeren Marco, Paul en Ingrid in het pensionaat Voordorp. Ingrids ouders zijn drie maanden op tournee met hun band en Pauls ouders wonen een tijdje in Amerika. Marco kan het niet goed aan dat hij niet weet of een van zijn gescheiden ouders hem nog ooit een thuis zal geven. Bovendien stottert hij en durft hij niemand zeggen dat zijn emoties in zijn hoofd de vorm van liedjes en kleuren aannemen. Hij vertaalt wat hij niet gezegd krijgt in agressie. Een confrontatie met enkele andere agressieve kinderen, de Vandalen bv, blijft niet uit. Onder de gunstige invloed van Ingrid, die de eerste vlinders bij hem doet fladderen, verandert hij. Zij speelt in op zijn muzikale talent en helpt hem onbewust van het stotteren af.
Van der Winden vertelt vlot en zonder overdreven dramatiek, maar de positieve moraal stuurt wel heel sterk het verloop van de plot. De Turkse eigenaar van een koffiekraam treedt als een soort zedenmeester op, Ingrid blijft zelfs als ze vecht een engel en Paul is de vriend die nooit jaloers wordt. Het verhaal eindigt in een verwachte en wensvervullende apotheose. K.K.Kleuren in je kop is een probleemloos wegleesverhaal voor een breed publiek. [Jet Marchau]
Hendrien Kars-ten Cate
Marco ontmoet in het internaat Ingrid en Paul, die net als hij om verschillende redenen niet thuis wonen. Ze worden vrienden. Van Ingrids vader krijgt Marco een mondharmonica waarmee hij alle 'gekleurde liedjes in zijn kop' leert spelen op de kermis. Hij vergeet zelfs te stotteren! Achtergronden en karakters blijven schimmig, evenals de leeftijd van de kinderen (rond 12 jaar). In het verhaal komen weinig volwassenen voor en de internaatsgenoten blijven vaag. Er wordt een grote sprong in de tijd gemaakt: tot circa bladzijde 80 is het 30 april, daarna is het vakantie en tevens einde internaatsperiode (?). De tekst is geschreven in een fragmentarisch, houterige stijl (veel grijnzen en grinniken). Het lijkt meer over kinderen te gaan dan dat het voor hen is geschreven. Soms zijn ze kinderlijk en soms te ouwelijk ("misschien vind ik jou wel gewoon een speciale jongen"). Veel onderwerpen worden slechts aangestipt: familieproblemen, stotteren, fantasie, vandalisme en allochtonen. Het verhaal is geïllustreerd met zwartgrijze potloodtekeningen. Voor ca. 10 jarigen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.