Het diepe Zuiden : vier seizoenen op tweebaanswegen
Paul Theroux
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2003 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : AFRIKA 992 |
31/12/2003
In Dark Star Safari (2003) brengt Theroux uitgebreid verslag uit over zijn reis van Egypte naar Zuid-Afrika. Het echte Afrika toont zich enkel aan die reizigers die bereid zijn over het land te reizen en grenzen over te steken. En Theroux doet dat ook. Op de vlucht van Khartoem naar Addis Abeba na, bereist Theroux het Afrikaanse continent per trein, boot, autobus of gammele taxi, zoals de Afrikanen dat doen. Hij bezoekt daarbij Oeganda en Malawi, twee landen waar hij in zijn jonge jaren geleefd en gewerkt heeft. Het globale beeld dat Theroux van Afrika schetst is ronduit somber. Oorlog, hongersnood, aids en politieke instabiliteit teisteren het land. Overal valt de samenleving in scherven uiteen. De steden zijn veelal een verschrikking; de landelijke gebieden deprimerend. Afrika is een droevige plek geworden, waar het dikwijls gevaarlijk vertoeven is.
Theroux trekt naar Afrika op het moment dat zijn 60e verjaardag nadert. Het laat alle materieel comfort achter zich en trekt zich terug in de anonimiteit van een continent waar gsm, internet en pc hun tirannie nog niet gevestigd hebben. Anonimiteit inderdaad, want eenmaal in Afrika is Theroux niet langer een bekend auteur met hoog aanzien en een drukke agenda. Zijn reis door het armste werelddeel duurt haast een jaar. Voor Theroux is deze reis ook een terugkeer naar vertrouwd terrein. In de vroege jaren '60 was hij leraar in Malawi en later docent in Oeganda. Dat hij zijn ervaringen van toen en nu gaat vergelijken, is onvermijdelijk. Het Afrika dat Theroux aantreft is armer en corrupter dan vroeger. Opvallend is ook de verstedelijking die als een kanker woekert. Theroux vergelijkt die steden met mierenhopen. De arme en wanhopige plattelanders worden er door aangetrokken, opgeslorpt en veranderd in dieven en zwendelaars. "Het leven in de stad is overal ter wereld akelig, maar in Afrika was het wel het akeligst [...]. Geen van de Afrikaanse steden die ik tot dusver had gezien, vanaf Cairo naar het zuiden, leek geschikt voor menselijke bewoning, hoewel er nooit gebrek aan buitenlanders was om de lof van die slangenkuilen te zingen -- dat je daar je mobieltje kon gebruiken, en faxen verzenden, en inloggen op internet, en dat je pizza's kon kopen, en naar huis bellen -- allemaal dingen die ik juist wilde vermijden". De geschiedenis van Afrika tijdens de voorbije 40 jaar wordt meer gekenmerkt door verval dan door vernieuwing. En dikwijls zijn de inwoners van de regen in de drop beland. Zo heeft het politiek geweld in Malawi plaats gemaakt voor de ongebreidelde expansie van misdaden door burgers.
Maar Theroux kijkt verder dan de ziektes waaraan Afrika lijdt. Hij verliest nooit de schoonheid van de landschappen die hij bereist en van de mensen die hij ontmoet uit het oog.
Theroux is op zijn best wanneer hij een gesprek een verrassende wending geeft of het vanzelfsprekende vanuit een nieuwe invalshoek belicht. Zo heeft Theroux een gesprek met Hansie, gewezen lid van de militaire Zuid-Afrikaanse inlichtingendienst. Ze hebben het over de ongemeen harde opleiding van de eenheid. "'Dat moet heel zwaar zijn geweest,' zei ik, waarmee ik de fysieke eisen van een dergelijke opleiding bedoelde. 'Wat was het ergste?' 'Het ergste? Ach, tsja, ik was niet voorbereid op het doden van mensen -- ik bedoel, het doden van zovéél mensen. Het eigenlijke doden was namelijk het enige wat we niet konden oefenen'". En de overal aanwezige en vanzelfsprekende ontwikkelingshulp wordt door Theroux ongenadig scherp aangepakt: zij is geen oplossing, maar integendeel een deel van het probleem. En wanneer hij zijn oude school in Soche Hill met de bedoeling er als onderdeel van een 'sentimental journey' treft hij er alles verloederd aan. "Ik kreeg een zekere heldere ingeving: ik begreep hoe onbeduidend en zelfs hoe zinloos het zou zijn als ik bleef en probeerde een paar lessen te verzorgen. Zoiets zou enkel en alleen bedoeld zijn om mezelf te behagen. Ik voelde geen wanhoop dat me die kans ontnomen was, ik kreeg eerder een plechtig inzicht: omdat alleen Afrikanen hun problemen konden definiëren, konden alleen Afrikanen ze oplossen."
Ook het safari-toerisme vindt geen genade in de ogen van Theroux: "Dit was het 'Ja, bwana'-Afrika van escapisten en echtparen op huwelijksreis en zogenaamde 'reizende consumenten' in kaki haute-couture".
Gedurende zijn Afrika-reis wordt Paul Theroux ook geconfronteerd met het eigen ouder worden. "Mzee" noemen de jongeren hem steevast, wat in het Swahili "oude man" betekent.
Maar Theroux stelt: "bejaarden zijn niet zo breekbaar als je denkt, [...] Laat je niet voor de gek houden door het dunne haar en de afgeleefde gelaatstrekken en de scepsis. De oudere reiziger weet dat het best: in ons hart zijn we jeugdig, en we voelen ons beledigd wanneer we als oude mannen worden behandeld, als een last, want we zijn tot het inzicht gekomen dat de jaren ons sterker hebben gemaakt, en bepaald ook door de wol geverfd. De jaren zijn geen aandoening -- ouderdom is kracht". Sommige lezers zullen zich wellicht storen aan de misantropische ingesteldheid van de auteur. En Theroux kan het ook niet laten ook hier zijn voormalige vriend V.S. Naipaul terloops een veeg uit de pan te geven. Dat belet evenwel niet dat Dark Star Safari een avontuurlijk, inhoudelijk rijk en eigenzinnig reisboek is. Ook al ben je het niet altijd eens met Paul Theroux, zijn boek laat je niet onverschillig. Theroux mag dan al de zestig voorbij zijn, als (reis)auteur is hij lang nog niet aan het einde van de reis. [Geert Swaenepoel]
Drs. J. van der Meulen
De schrijver is een Amerikaan die vele reisboeken en een paar romans op zijn naam heeft staan. In 2001 besloot hij geheel alleen door Afrika te reizen, zonder van vliegtuigen gebruik te maken. In de jaren '60 was de schrijver als vrijwilliger van het Peace Corps leraar aan een middelbare school in Malawi en later een paar jaar hoogleraar aan de universiteit van Makarere (Oeganda). Hij reist door Egypte, Soedan, Ethiopië, Kenia, Oeganda, Tanzania, Malawi, Zimbabwe, Mozambique en de Zuid-Afrikaanse Republiek met treinen, kleine en grote bussen en soms met vrachtwagens. De auteur is een scherp waarnemer en een goed verteller. Verslagen van 19e eeuwse ontdekkingreizigers, van romans over Afrika en van verhalen van mensen die hij onderweg ontmoet, weeft hij door zijn verslag heen. Hij constateert dat vergeleken met 40 jaar geleden de armoede sterk is toegenomen. Het is onveilig, overal heerst wanorde. Infrastructuur en gebouwen verkommeren, vrijwel niets wordt onderhouden. Alleen op het platteland ontdekt hij nog iets van de oorspronkelijke Afrikaanse waardigheid. Met twee kaarten
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.