Canto general
Pablo Neruda
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 8720 |
Magazijn |
Houtekiet, 1989 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SPIL |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Houtekiet, 1989 |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : 8° - GEWONE FORMATEN SPIL |
31/12/2003
Het is een waanzinnige historie, beste lezer. Een schandaal. Het zegt veel over ons verzorgingssysteem, dat één bureaucratische bedoening is geworden".
Als je dit tekstje op de achterflap leest, sta je er niet bij stil dat 'beste lezer' niet meteen op jou als lezer van dit boek slaat, maar eigenlijk op de lezers van de krant, waarin journalist Yvan het relaas doet van wat er met de vierjarige Paolo gebeurde, vanaf het moment dat er niemand kwam opdagen om het jongetje van school te halen. Je herkent deze passage wel als je ze in het boek tegenkomt, en dan bedenk je misschien dat die journalist er veel harder tegenaan gaat dan de auteur zelf, omdat de eerste de ouders van de jongen kent, en omdat de laatste ook de andere kant van het verhaal laat zien. Maar tegelijkertijd besef je dat het niet anders kan of dit is wat de auteur echt wil zeggen. Anders had hij dit boek nooit geschreven. Het boek wordt op diezelfde achterflap dan ook beschreven als een "scherpe, treffende aanklacht tegen de hedendaagse gevoelloze maatschappij".
Of het gevoelloze nu zo typisch hedendaags is, durf ik te betwijfelen, maar het is een feit dat het vandaag de dag allemaal heel anders zou moeten zijn. En in het geval van Paolo had het echt heel anders kunnen lopen, was er niet die ongelooflijke samenloop van toevalligheden geweest...
Het begint met het toeval dat Paolo's ouders eens een keertje uitgaan, naar aanleiding van een erfenis. Toevallig wordt de buurvrouw, die Paolo zou ophalen, net weggeroepen wegens hartaanval en vervolgens dood van haar vader.
Het is ook toeval dat de werkster die Paolo die vrijdagavond vindt op school, net die dag de mantel is uitgeveegd door zuster directrice, en het daarom vertikt die erbij te roepen.
De werkster denkt ook dat het om een ander jongetje gaat, waarmee al eerder problemen met de ouders zijn geweest, en dat toevallig een naam heeft die nogal op die van Paolo lijkt.
Ook de politie-inspecteur, die de werkster erbij roept nadat ze vergeefs heeft geprobeerd Paolo's huis te vinden op de aanwijzingen van het kind, gelooft dat het om dat kind gaat.
Toevallig staat de jeugdrechter, bij wie de politie zich met het kind aanmeldt, op het punt te vertrekken naar een soiree en vervolgens op weekend, en daarom maakt hij er zich snel vanaf door het kind naar een tehuis te verwijzen.
Als bij toeval komen Paolo en zijn begeleiders daar net toe op het moment dat Gerda, een verzorgster die hem meteen een warm hart toedraagt, op het punt staat te vertrekken. Zij laat Paolo niet graag achter bij haar 'minder kindvriendelijke' collega-verzorgster. En als Paolo's vader die de volgende dag, zodra ze hebben vastgesteld dat Paolo niet bij de buren is, wanhopig op zoek gaat, de hele weg hierboven beschreven aflegt, en tot zijn ontsteltenis Paolo niet mag meenemen uit het tehuis (hij heeft daarvoor een document nodig van de jeugdrechter en die is niet te bereiken), loopt hij toevallig net een journalist tegen het lijf, die maar wat graag het hele verhaal breed wil uitsmeren in de pers. Toevallig is net die journalist verbitterd door een onheuse behandeling door het gerecht bij zijn scheiding. En door de scherpe aanklacht die hij maandag in de krant formuleert, gaat het helemaal de verkeerde richting uit.
Heel het mooi uitgekiende netwerk dat in de opvang van een 21ste eeuws kind moet voorzien: bewust opvoedende en bezorgde ouders, helpende buren, de kindgerichte school, de politie die dichtbij de burger staat, de jeugdrechter, het huiselijke opvangtehuis... stort als een pudding in elkaar. Paolo kan het allemaal niet vatten en krijgt een reeks toevallen (de tweede betekenis van de titel), waar ook weer niet onmiddellijk en juist op wordt gereageerd, met verbijsterende afloop.
Het boek grijpt je echt naar de keel, als je al niet gewaarschuwd was door de flap, waar achteraan ook nog woorden als "bizar", "onthutsend", "onafwendbare spiraal" worden gebruikt. En die vooraan wordt ingepalmd door een foto van een kind dat op het eerste zicht misschien gewoon ernstig kijkt, maar dat je natuurlijk met Paolo gaat vereenzelvigen. Je ziet de kleine zo voor je, bv. wanneer hij met de autoritaire politie-inspecteur en diens jongere collega, aankomt bij de op-eigenbelang-gerichte jeugdrechter en diens echtgenote: "Ze merkte ineens dat een van de politiemannen, de jongste en de sympathiekste, zijn arm in een beschermend gebaar om het kind hield, dat leidde haar één ogenblik af van wat de oudste zei. Het was een wat verward verhaal, vooral omdat de politieman verlegen was vanwege het late uur. Zo zei hij het toch. Eleonore had ondertussen haar bontmantel afgegooid en zat weer gehurkt voor het jongetje. Vanaf de plaats waar hij stond kon de jeugdrechter pal tussen haar benen kijken. Ze wist ook dat de politiemannen dit konden en dat de jongste politieman het ook deed, als gebiologeerd. De ander had het te druk met zijn verhaal.
'Wat een schat, vind je ook niet, André?' zei Eleonore ineens. Ze deed de starende politieman letterlijk de draad verliezen.
Ze probeerde weer aan de weet te komen hoe het jongetje heette. Er kwam een soort flikkering in zijn ogen, zijn pupillen lijken verwijd, net of hij in te fel licht had gekeken. Zijn mondje verfrommelde. Nu probeerde ze het kind te laten glimlachen, het lukt niet. Even later sprong ze overeind, haar jurkje was weer helemaal omhooggekropen. Ze nam het kind bij de hand en voerde het mee naar de keuken. Ze zei mierzoet: 'Kom, we halen wat lekkers, maar dan moet je je naam zeggen'."
En je voelt de pijn van de vader, wanneer die zijn kind eindelijk gevonden heeft:
"Filiep rende naar hem toe, maar Paolo reageerde wezenloos. Hij keek naar hem, maar zijn ogen bleven zonder uitdrukking. Filiep had de nare gewaarwording dat zijn kind totaal veranderd was. En toen zuster directrice, die snotterde van ontroering, naast hem neerknielde en vroeg: 'Paolo, wie is dat daar? keek hij haar verbaasd aan, hield zijn armpje voor zijn gezicht zodat enkel zijn zwarte grote ogen te zien waren en zweeg.
'Maar Paolo, zeg het dan toch, wie ben ik?'
Paolo keek weer naar hem als naar een vreemde en zei toen, haast geluidloos: 'Papa!'
'Zie je wel, zie je wel', zei Filiep terwijl hij hulpeloos om zich heen keek. 'Ik kom je halen, Paolo. En tot de directrice: 'Ik neem hem meteen mee naar huis!'
De directrice reageerde niet.
Er was iets veranderd in de grote ogen van het jongetje.
Filiep had het gemerkt. Hij nam Paolo op zijn arm en wendde zich opnieuw tot de directrice, die zachtjes met de kinderverzorgster stond te praten. Paolo keek ook naar hen, maar toen Filiep weer naar Paolo keek was zijn gezichtje alweer verstard.
Later zou zuster directrice zeggen dat ze het ook had gemerkt: het had haar bezorgd gemaakt. Een kind dat zo reageerde, nee, dat kon niet. En Paolo bleef maar hijgen, als een klein bang diertje.
'Pardon meneer', zei de directrice nu, 'u hebt uw kind herkend, dat is dan in orde, maar... wilt u het kind toch nog even hier laten, we moeten eerst samen iets regelen op kantoor.'
Filiep zette Paolo werktuiglijk weer op de grond en zei: 'Ik kom je zo meteen halen, Paolo, zo meteen, je mag erop rekenen!'
Hij deed een paar stappen in de richting van de directrice. Het kind bleef als versteend staan, maar toen ze de kamer uit gingen, schreeuwde het ineens: 'Papa!'
'Een schreeuw om nooit meer te vergeten!' zou de directrice later zeggen. 'Een verschrikkelijke schreeuw, ik heb nog nooit een kind zo horen schreeuwen'."
Je leest het boek misschien anders als ouder dan als niet-ouder. Wat met Paolo gebeurt, is de ergste nachtmerrie van elke ouder of, bij uitbreiding, verzorger van kinderen. Dat doet je ook voortdurend de vraag stellen of dit wel een jeugdboek is. Natuurlijk moeten ook jongeren dit weten, dat zoiets zou kunnen gebeuren in de maatschappij waarin zij leven. Maar misschien zullen ze zich moeilijker kunnen inleven, wel begrip hebben voor àlle mensen die zich om Paolo hadden moeten bekommeren, maar dat om een of andere reden niet deden. Dat begrip heb je als volwassene ook tot op zekere hoogte en voor quasi elk van de hoofdrolspelers. Maar het is net de opeenstapeling van hun onachtzaamheid en eigenbelang die tot het drama leiden, en daar dragen ze allemaal een kleiner of groter stuk van de verantwoordelijkheid voor. De jeugdrechter lijkt de grootste verantwoordelijkheid te moeten torsen, en die schuif je hem ook graag toe, omdat hij zeer onsympathiek wordt voorgesteld, vooral vanuit het perspectief van zijn jongere vrouw.
De steeds wisselende perspectieven (alle personages) van waaruit het verhaal wordt verteld, de verschillende vormen (verslag, getuigenis tot de rechter) waarin dat gebeurd, maken van dit boek enerzijds een meesterwerk, en tegelijkertijd vormen ze een extra drempel, want in het begin, als je nog niet alle personages kent en niet ziet waar het verhaal naartoe gaat, moet je wel wat geduld opbrengen en af en toe eens teruglezen. En naarmate het verhaal vordert, wil je echt weten hoe het verdergaat, maar tegelijkertijd wil je het boek ook af toe wegleggen, omdat je tot in je vingertoppen voelt dat het helemaal de verkeerde kant op gaat. Het is het gevoel van 'Dit kan toch niet waar zijn?' Maar het is waar, en Willy Spillebeen slaagt er perfect in om dat heel realistisch voor te stellen: de situaties en gevoelens zijn zeer treffend beschreven, de personages levensecht en zeker vaak herkenbaar. Het lijkt erop alsof aan dit boek een of ander gelijkaardig waargebeurd verhaal ten grondslag moet liggen. En zelfs al is dat niet zo, dan nog zal iedereen die het leest beseffen dat hier lessen uit kunnen getrokken worden... [Marleen Colpin]
C. Oranje-Timmerman
Een soort rechtbankverslag in verhalende vorm over falende instanties. Het gaat over een vierjarig kind, dat de dupe wordt van een samenloop van omstandigheden die hun eigen dynamiek gaan krijgen. Vooral de minder rooskleurige kanten en eigenschappen van instanties en personen komen naar voren: de bureaucratie binnen de zorg, een autoritaire politieman, een harteloze jeugdrechter, verstrooide verpleegsters in een opvanghuis en een onvoorzichtige journalist. De manier van schrijven is vlot. Het relaas is soms wat verwarrend omdat er veel personen genoemd worden, waarvan de rol niet altijd duidelijk is. Het is echter spannend tot de laatste bladzijde. Voor een ieder die belangstelling heeft voor deze problematiek. Paperback; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.