Het dode Brugge
Georges Rodenbach
Georges Rodenbach (Auteur), Jan H. Mysjkin (Vertaler), Hans Vandevoorde (Commentator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Houtekiet, 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : RODE |
31/12/2003
In de 19e eeuw was Brugge de meest achteropgebleven stad van Vlaanderen, waar de bevolking stagneerde en de armoede toenam. Gelukkig kwam het toerisme, dat eerst vooral Engels was, stilaan op gang. Eén boek wakkerde meer dan wat ook dat toerisme aan: Bruges-la-Morte (1892) van Georges Rodenbach. Veel Franse schrijvers en kunstenaars trokken naar de stad om er de stille, innerlijke kracht van uit te dragen en droegen er uiteraard toe bij dat er van die symbolisch geladen stilte vandaag nog weinig te merken valt. Rodenbach (1855-1898) zou nogmaals recidiveren met Le carillonneur (1896), zijn magnum opus, een lyrisch gedreven literair pamflet tegen de modernisering van de stad, met name tegen de uitbouw van Brugge-Zeehaven. Zijn strijd om het beeld van Brugge als 'heilig graf van de kunst' te bewaren, vindt zijn verdediger in de figuur van Joris Borluut, stadsarchitect, beiaardier en strijdend flamingant, die opkomt voor het bewaren van het authentieke karakter van de stad en haar gebouwen die wil "restaurer sans renouveler". In die zin verzet de auteur zich ook tegen de Vlaamse Beweging die naar zijn idee te opportunistisch is geworden.
Het beeld van het mystieke en sensuele Vlaanderen, dat men terugvindt tot bij Jacques Brel, wordt nog versterkt door de tekening van de ambigue relatie tussen Joris Borluut en de zusjes Van Hulle, waarvan Godelieve staat voor de fijnzinnige Vlaamse ziel, terwijl bij de sensuele Barbara nog kenmerken te vinden zijn van een Spaans en dus passioneel verleden. Dat bij dat beeld alleen de tragiek van de ondergang past, zal niemand verwonderen.
Rodenbach heeft met deze ambitieuze roman niet alleen een tijdsbeeld maar ook een historisch document geschreven dat, hoewel niet altijd accuraat, vele thema's verwerkt tot een complex geheel van ideologische en esthetische doelstellingen, in een suggestieve en poëtische taal die nogal eens lijdt aan overdaad en soms gedateerd aandoet. Maar alles bij elkaar gaat het om een interessante, goed gestructureerde roman die getuigt van diep inzicht in de gevoelswereld van de mens. [Jan Baes]
Dr. Theo Hoogbergen
Ruim honderd jaar geleden, in 1897, schreef de Belgische schrijver Georges Rodenbach (1855-1898) deze roman over Brugge, toen een dode stad, die alleen gered kon worden als het zich stortte in het avontuur van een opnieuw aan te leggen zeehaven (eerder schreef hij al het beroemde 'Bruges-la-Morte', in 1978 vertaald als 'Brugge-de-dode'*). De wedstrijd voor een nieuwe beiaardier wint Joris Borluut, tevens restauratie-architect van de stad en verklaard tegenstander van de nieuwe plannen. Zijn ideaal: Brugge moet blijvend gemummificeerd worden en de dode stad tot een kunstwerk verheven. Hij verliest die strijd, die tegelijk de ondergang van een elitair estheticisme betekent. Een breed uitgesponnen liefdesgeschiedenis, in de verrukkelijke trant van de romantische negentiende eeuw, doorgloeit de lijvige roman. Pas nu voor het eerst (!), en fraai, uit het Frans vertaald, compleet met alle lyrische uitbundigheid en buitensporige vervoering. De historie is gemanipuleerd en sfeer en stijl zijn archaïsch en melancholisch. Met een goede verantwoording van Hans Vandevoorde. Gebonden; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.