Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Bakker, 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : EIRE |
Besprekingen
31/12/2003
Over de getormenteerde Cubaanse samenleving zijn nauwelijks nog invalshoeken te verzinnen die niet eerder door een of andere inheemse auteur werden belicht: het Castro-regime heeft zijn voorstanders en tegenstanders, er is het verhaal van de deserteurs, de vluchtelingen, de Miami-ballingen, de ontgoochelden, de weifelende man-van-de-straat, en daar bovenop de uitheemse rapporten, meelevende reisverslagen, kritische betogen en dies meer. Een nagenoeg uitgeput thema, zou men zeggen. En kijk: daar duikt een auteur op met een enigszins gedifferentieerd verhaal. De man is met name afkomstig uit de gegoede klasse in Havana (zijn vader was rechter tijdens het pre-Castrobewind) en werd, 12 jaar oud, kort na de machtsovername door zijn ouders naar de VS gestuurd -- uit veiligheidsoverwegingen, en op hoop van zegen. Na een eerste moeilijke periode vond hij daar zijn weg en werkte zich zelfs op tot universitair docent, maar dat doet er eigenlijk niet toe, want -- zoveel jaren later -- zet de onverwoestbare Cuba-microbe hem er alsnog toe aan om uitvoerig het verhaal neer te schrijven van zijn jeugd. Een jeugdtijd die natuurlijk bezwaard werd door de ingrijpende gebeurtenissen uit die periode, maar die voor het overige erg lijkt op elk ander jeugdig beleven, de sociale inkleuring uitgezonderd, die onmiskenbaar getekend wordt door de beschermde omgeving waarin de auteur als kind opgroeide. Het is precies deze sociale inkleuring die het verhaal zijn 'gedifferentieerd' karakter geeft. Het boek brengt het verhaal van de welgestelde telg in een convulsieve samenleving die de explosie nadert. De explosie zelf kan dus niets anders dan een bedreiging vormen.
Maar meer nog dan politieke rancune is in dit relaas verdoken heimwee aan de orde. Cuba was het paradijs, en daarin te leven was een droom. Dit uitgangspunt brengt de auteur ertoe om geen enkel futiel detail onbesproken te laten: de beweging van de wolken, de gang naar de biechtstoel, de charme van verjaardagfeestjes, en eindeloos veel opgepepte wederwaardigheden meer, enkel relevant binnen een revival-optie en om het heimwee vrije baan te verschaffen. [Hugo Van Hoecke]
B. van Laerhoven
Carlos Eire (1950) was elf toen Fidel Castro de Cubaanse revolutie inzette. Zijn rijke ouders probeerden te vluchten, maar alleen Carlos bereikte de VS. Zijn hele leven zal getekend blijven door de herinneringen aan het 'paradijselijke' Cuba. Eire vertelt ontroerend over zijn ouders, maar zijn perceptie van Cuba blijft echter die van een rijke jongen die het leuk vond om muntjes in de haven te gooien en te zien hoe de arme kinderen er met gevaar voor hun leven naar duiken. Carlos Eire doceert in de VS. Dit is zijn debuut. Deze jeugdherinneringen zijn tegelijkertijd ontroerend (het kinderparadijs dat voorgoed verdwenen is) en tragisch (het kinderparadijs dat steunde op de misère van anderen) en ze bewijzen dat we ondanks alle goede wil opgesloten zitten in wie we zijn en hoe we zo geworden zijn. Voor liefhebbers van historisch getinte egodocumenten. Paperback; kleine druk.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.