Mijn hamster is een detective
Dave Lowe
Mark Pieters (Samensteller)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Athenaeum-Polak en Van Gennep, 2003 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 829.2 PIET |
31/12/2003
De meeste Grieken en Romeinen geloofden in een soort leven na de dood. Talloze passages uit hun literatuur handelen over de Hades, aan de overzijde van de Acheron of de Styx, over Charon die tegen betaling de doden met zijn bootje overzette, over de Hellehond Cerberus die de onderwereld bewaakte. Helden als Orpheus en Herakles, die de onderwereld bezochten, en vorsten als Sisyphus of Tantalus, die er een eeuwige straf ondergaan, leven voort in beeldende kunst, literatuur en taal. Wat de Grieken en Romeinen gedurende duizend jaar over de onderwereld dachten, hebben Mark Pieters en Patrick de Rynck in een abecedarium samengebracht. In een inleiding hebben de auteurs het over de onderwereld en de angst voor de dood, over contact met de doden en alternatieven voor de Hades. Ze wijzen erop dat onze kennis over deze materie nog grote lacunes vertoont. De levenden kunnen de schimmen rust bezorgen door hen te begraven, en soms roepen ze hen op om voorspellingen te doen. De Romeinen, die op cultureel vlak sterk van de Grieken afhankelijk waren, hebben in hun literatuur al deze voorstellingen overgenomen. Toch kregen de 'manes' bij de Romeinen een belangrijkere plaats. De schimmen van de afgestorvenen behoorden wel tot de onderwereld, maar tegelijkertijd bleven ze ook deel uitmaken van de samenleving. De familie moest hen -- meer dan bij de Grieken -- de nodige offers brengen. En omdat de Romeinen vreesden dat de doden als spoken zouden terugkeren, probeerden ze hen jaarlijks op een dodenfeest te bezweren.
De bloemlezing is opgebouwd rond bijna honderd alfabetisch gerangschikte lemmata. Na een bondige introductie van de persoon of het begrip volgen in chronologische volgorde fragmenten uit de Griekse en Latijnse literatuur. Zowel in de introductie van het lemma als in de situering van het fragment, is overvloedig verwezen naar andere lemmata, waar meer informatie over de behandelde materie te vinden is. Het register verklaart de opgenomen personen en begrippen en verwijst ook naar de lemmata die er verband mee houden.
Over de Styx is een interessant en prettig boek; je kan bij om het even welk lemma (of registerwoord) je leestocht beginnen en dan verder de verwijzingen volgen. Onderweg zijn Homerus en Vergilius vaak je gids. Maar je vindt ook fragmenten uit tragedies van Aeschylus, Sophocles, Euripides en Seneca, uit een komedie van Aristophanes, uit verhalen van Herodotus (o.m. over een dodenorakel) en Apuleius (o.m. over een griezelige dodenwake). En via een toegevoegd thematisch register kan je je beperken tot bv. de organisatie (met personeel) van de onderwereld, magie, levende bezoekers van de Hades of bekende gestraften. Alleen zijn de verwijzingen soms wat onvolledig en de fragmenten wat willekeurig geplaatst. Een abecedarium lijkt voor dit onderwerp minder geschikt dan voor Van alfa tot omega, waarin dezelfde auteurs uit de klassieke literatuur fragmenten rond heel gevarieerde trefwoorden verzamelden. Het geheel is een ingenieuze constructie, maar ze vertoont enkele zwakke schakels. De inleiding heeft het in verband met de incarnatie over Vergilius' Verhaal van Aeneas (of Aeneïs), maar het begrip 'incarnatie' komt niet als lemma voor. Toch is Vergilius' fragment over de incarnatie opgenomen, maar onder het lemma 'vergetelheid' (omdat de zielen die voor een tweede leven bestemd waren, met het Lethewater vergetelheid dronken). Een andere onvolkomenheid valt op bij het lemma 'angst', waarbij enkel een kort gedicht van Anacreon en een citaat van de filosoof Democritus opgenomen zijn. Hierbij moest ten minste verwezen worden naar het lemma 'epicurisme', met vijf bladzijden tekst van Epicurus en Lucretius, die de mens van angst voor de dood willen bevrijden.
De samenstellers wijzen erop dat door hun werkwijze "niet zelden samenhangende fragmenten op een afstand van elkaar staan", en ze geven als voorbeeld een fragment uit Homerus over de straf van Sisyphus, Tantalus en Tityus: dit fragment is opgesplitst en bij deze drie gestraften opgenomen. Bij het lemma 'Hades' gaat het enkel over deze god, niet over de onderwereld (die niet als lemma voorkomt). Homerus en Vergilius zijn hier dan ook niet vermeld. Dat deze auteurs de uitvoerigste beschrijving van de onderwereld gaven, lezen we bij de lemmata 'Odysseus' en 'Aeneas', zonder dat daar een fragment van hen opgenomen is. Wel komen ze elk met een 20-tal verwijzingen in het register voor. En zoals de incarnatie willekeurig bij het lemma 'vergetelheid' voorkwam, zijn de verschikkingen van de onderwereld opgenomen bij het lemma 'ingang'.
Over de tekstkeuze van een bloemlezing kunnen er altijd wel (subjectieve) aanmerkingen gemaakt worden. De inleiding wijst (als "alternatieven voor de Hades") voor de klassieke Griekse tijd op sporen van "het idee van hemel en hel, met andere woorden: van een voortleven dat twee kanten uit kan en dat afhankelijk is van het gedrag van de mensen op aarde". De illustratie daarvan met Plato's teksten is niet zo geslaagd. De interessantste tekst daaromtrent is elders opgenomen, maar blijft in dit verband onbesproken: dat fragment uit Phaedo heeft het over vijf groepen (die middelmatig, heel slecht, slecht, goed of heel goed geleefd hebben) met een beschrijving van hun misdaden en hun straffen. Deze tekst geeft veel duidelijker het verband tussen leefwijze en sanctie aan en daarbij hadden de auteurs (die volgens de inleiding de continuïteit tussen de Grieks-Romeinse voorstellingen en de christelijke teksten willen aantonen) op parallellen met hemel, hel én vagevuur kunnen wijzen. [Jef Ector]
A.P.G. Spamer
In tegenstelling tot de talloze mythologische verzamelwerken wordt hier één onderwerp bij de kop genomen, namelijk de onderwereld bij Grieken en Romeinen. Na een algemene inleiding over het leven na de dood als zodanig, komt in alfabetische volgorde een bont panorama van betrokkenen voorbij, zowel de huisheer -de god Pluto/Hades- en zijn vrouw als de onvrijwillige gasten. Men leest hoe men er vrijwillig een kort bezoek kon brengen en waar men dan de ingang moest zoeken, waar de onderwereld waarschijnlijk lag, hoe het er uitzag, waarmee men zich bezighield, de behandeling van misdadigers en helden, enz. Juist door de strikt zakelijke opzet -die vooral de klassieke auteurs aan het woord laat- geeft dit boek een uiterst levend, bijna dramatisch beeld van het toenmalige geloof in de onderwereld. Heldere bewoordingen en mooie vertalingen maken het onmisbaar voor alle geïnteresseerden. Bronopgaven, bibliografie, trefwoord- en thematisch register. Lichtgroene omslag met goed leesbare belettering en details uit Renaissance-schilderij.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.