Jezus en de vijfde evangelist
Fik Meijer
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Athenaeum-Polak en Van Gennep, 2003 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 923.4 MEIJ |
31/12/2003
In het Nederlandse taalgebied is de scharnierfiguur in de herontdekking van de Oudheid ongetwijfeld Fik Meijer, hoogleraar Oude Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Reeds jarenlang publiceert hij aan een hoog tempo hoogstaande vertalingen en monografieën over de Oudheid. Zijn adagium is helder en duidelijk: "de denkwijze van de "Ouden" staat veel dichter bij ons dan we vermoeden". Hij betrekt op een handige wijze het hedendaagse publiek bij zijn onderzoek en legitimeert zijn populaire publicaties: de Oudheid dient niet alleen te worden bestudeerd omdat ze op zichzelf interessant is ('l'histoire pour l'histoire'), maar ook omdat ze een voorafspiegeling vormt van onze hedendaagse samenleving, waaruit lessen kunnen worden getrokken (functionele geschiedschrijving). Dat centrale betoog loopt door al zijn publicaties en meestal slaagt hij erin op een overtuigende wijze de relevante verbanden tussen Oudheid en heden aan te tonen. Soms is hij echter te overijverig, bv. in zijn recente vertaling van Het Romeinse leger, handboek voor de generaal van Vegetius (zie p. 567) waar hij in de inleiding Iugurtha probeert te vergelijken met Saddam Hoessein. Vorig jaar brak Meijer bij het brede publiek door dankzij zijn drukgerecenseerde en lichtjes gehypte Keizers sterven niet in bed, een boek vol saillante anekdotes over de laatste levensdagen van alle 87 Romeinse keizers. Nu publiceert hij een boek over de geschiedenis van de Gladiatoren en andermaal zit hij recht in de roos, commercieel, thematisch én inhoudelijk. Het thema van de wrede gladiatorenshows spreekt tot de verbeelding van het brede publiek, in 2000 nog gevoed door de succesrijke spektakelfilm 'Gladiator' van Ridley Scott. Bovendien heeft Meijer met veel zin voor commerciële feeling een kort stukje -- gebaseerd op zeer beperkt bronnenmateriaal -- over het liefdesleven van de gladiatoren ingelast, wat meteen de nodige media-aandacht in de populaire pers opleverde.
Op werkelijk weergaloze wijze en met een zelden geziene essayistische kracht brengt hij het harde gladiatorenbestaan tot leven. Hij heeft relatief weinig aandacht voor de institutionele aspecten van het fenomeen: hij beperkt zich tot één stevig inleidend hoofdstuk over de oorsprong en ontwikkeling van de gladiatorenspelen -- gegroeid uit de lijkspelen -- en één stevig uitleidend hoofdstuk over het einde van de gladiatorenshows in de vierde eeuw. De menselijke en materiële achtergronden van het gladiatorenfenomeen interesseren hem des te meer en vormen de kern van het zorgvuldig geconstrueerde boek. Eerst definieert hij zijn onderwerp vanuit de hoofdrolspelers: wie waren de gladiatoren? Wat was hun sociale achtergrond? Hoe stond het met hun levensverwachting, liefdesleven, kostprijs, strijdwijze? Vervolgens bespreekt hij de voornaamste plaats van handeling: het legendarische Colosseum, voltooid in 80. Hij heeft aandacht voor het bouwproces, de veiligheid en het comfort van de toeschouwers en de vele imitaties van het Colosseum-amfitheater buiten Italië. Een kort, fascinerend stukje wijdt hij aan de andere hoofdrolspelers van de show, nl. de wilde exotische dieren -- olifanten, tijgers, hyena's, luipaarden, leeuwen, beren, krokodillen, giraffen -- die vanuit Noord-Afrika en Azië naar Rome werden overgebracht om er strijdend te worden afgemaakt. Mooi centraal in het boek staat het fascinerende 'Een dagje Colosseum', de grandioze, minutieuze beschrijving van het standaardprogramma van zo'n show. In de ochtenduren waren er dierengevechten, gevolgd door de venationes, de jacht van mensen op dieren. Tijdens de middaguren waren er de executies van misdadigers en weggelopen slaven, soms afgewisseld door luchtiger onderdelen als atletiekwedstrijden en komische nummers. Dan volgde het orgelpunt, de gladiatorengevechten. Met een zekere zin voor het lugubere, schenkt Meijer ook aandacht aan de opkuis na het spektakel: lijken en kadavers werden geruimd en gladiatoren werden in massagraven begraven. De kadavers van de dieren werden vaak uitgedeeld aan de bevolking: "Het tafereel van zich naar huis spoedende proletariërs, gebukt onder de last van een groot brok bloedend vlees, moet op bepaalde dagen het straatbeeld rond het Colosseum hebben beheerst". Ten slotte behandelt Meijer de evolutie van het Colosseum na de Oudheid en bespreekt hij de twee beroemdste gladiatorenfilms 'Spartacus' van Stanley Kubrick (1960) en de reeds vermelde 'Gladiator'. Het fraai uitgegeven boek is ook op documentair vlak af. Het bevat een tijdstabel, een verklarende woordenlijst van Latijnse termen, een lijst van meer dan 200 amfitheaters, een bibliografie, een beperkt notenapparaat, een uitgebreid register en een plattegrond van het antieke Rome.
Meijer is één van die zeldzame historici die erin slaagt te vulgariseren zonder zijn wetenschappelijke integriteit te verliezen. Hij beschikt over een enorm inlevingsvermogen en beheerst de retorische trucjes tot in de puntjes. Zo spreekt hij de lezer soms rechtstreeks aan en speelt hij -- op het randje van het melige en te psychologiserende -- in op de menselijke sentimenten en morele dilemma's van alle tijden: "Je kunt je afvragen hoe de gesprekken verliepen wanneer een gladiator 's avonds aan tafel zat tegenover iemand die hij goed kende, met wie hij goed kon opschieten, maar die binnen afzienbare tijd zijn tegenstander zou zijn in een gevecht op leven en dood". Het verhaal wordt ook verlevendigd door tientallen fragmenten uit antieke teksten en door goed gekozen afbeeldingen van schilderijen, mozaïeken, reliëfs, graffiti, helmen, zwaarden...
Meijer is een gepassioneerd Oudheidkundige en worstelt net zoals zovele historici met het waardepatroon van de Romeinen. Vele onderzoekers veroordelen de gladiatorenspelen als monsterachtig en buitensporig wreed. Zo stelde de Engelse oudheidkundige Michael Grant in de inleiding van zijn boek Gladiators (1971) dat de gladiatorenshows op één lijn moeten worden geplaatst met de vernietigingsmachines van de nazi's. Die historici proberen de gladiatorengevechten zoveel mogelijk te isoleren als een apart verschijnsel, als een uitwas, een donkere bladzijde in de roemrijke Romeinse geschiedenis. Meijer verzet zich tegen die benadering en stelt dat de gladiatorengevechten een integraal en essentieel deel vormden van de Romeinse samenleving, die doordrenkt was van geweld. Hij sluit zich aan bij de stelling van de historicus William Harris in zijn boek War and Imperialism in Republican Rome 327-70 BC (1979) over de pathologische regelmaat van de Romeinse oorlogvoering en over de extreme wreedheid, groter dan van welk ander volk in de oude mediterrane wereld. Volgens Meijer is onze hedendaagse maatschappij dankzij een langdurig civilisatieproces andere criteria gaan hanteren dan de Romeinse. Gewelddadigheid kenmerkt echter elke samenleving doorheen alle tijden en gelijk waar op aarde. Meijer somt een aantal uitingen op van die fundamentele menselijke hang naar geweld als variante op de Romeinse gladiatorenspelen: het duel, openbare terechtstellingen, de Spaanse stierengevechten, films van David Lynch en Quentin Tarantino, gewelddadige computerspelletjes, bokswedstrijden... "Het lijkt erop dat de moderne mens net zo gefascineerd is door geweld als de oude Romeinen". Meijer huldigt hier een wel erg verregaande vorm van (historisch) relativisme. [Gunter Bousset]
Redactie
De wreedheid van de Romeinen - vooral bij de gladiatorenspelen - heeft altijd afkeer opgewekt. De auteur, hoogleraar Oude Geschiedenis aan de UvA, legt in dit opmerkelijke boek uit, dat die spelen onstaan zijn vanuit begrafenisriten en uiteindelijk een publiek verschijnsel werden met een politieke achtergrond. Hij bespreekt uitvoerig de soorten gladiatoren, hun opleiding en status, de vechttechnieken en ook de vrouwelijke gladiatoren. Ook de bouwwerken waar de spelen plaatsvonden, komen aan de orde, de dierengevechten, de veiligheid van het publiek en het opruimen van de kadavers. Daarna volgt nog een aardig gedeelte over de gladiatoren in de filmkunst en de geschiedenis van het Colosseum. Een helder geschreven boek met zeer functionele zwartwitillustraties dat voor geïnteresseerden zeer lezenswaard is. Verklarende woordenlijst, bibliografie, notenapparaat, alfabetisch register en een lijst van amfitheaters vergroten het gebruiksgemak. De kaft heeft als achtergrond een kleurig gladiatorenmozaïek met redelijk duidelijke belettering.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.