Verhalen uit het gekkenhuis
J.M.A. Biesheuvel
J.M.A. Biesheuvel (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 2002 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BIES |
31/12/2004
Dit boekje is een verzameling van 21 verhalen, die al eens gepubliceerd werden, o.m. in de Revisor. Maarten Biesheuvel is manisch-depressief en dat toont zich in deze verhalen. In zijn 'Zeven kleine invallen' vinden we negatieve, optimistische en moed insprekende fragmentjes. Maarten Biesheuvel slaagt erin met alledaags taalgebruik, hier en daar zelfs tegen het vulgaire af, en met weinig woorden moeilijke verhalen te schrijven, die de lezer tot nadenken stemmen. Een mooi voorbeeld hiervan kan men vinden in 'Schuld, pijn, eenzaamheid, angst en misverstand': "En hij [de vader] gaat door: 'En, Maarten, als ze heet ooit tegen je hebben over zinloos of zinvol, antwoord dan: die dingen veronderstellen een Zingever. Ze zeggen dan: die Zingever is er niet. Antwoord dan, lieve Maarten: Toch wél: die Zingever ben je zelf!' Hij eet Bratwurst, ik patat. Vader zegt: 'Al die mensen'. En wij zwijgen."
De verhalen zijn kort en krachtig, direct en to the point met geregeld een ironische en spottende ondertoon. Steeds terugkerende thema's in zijn werk zijn de rol van zijn vrouw Eva in zijn leven ('Vader-mening over Eva', 'Eva gaat nog net op tijd eten halen') en psychiatrische inrichtingen ('Cel'). Toch behandelt hij niet enkel persoonlijke thema's, maar kaart hij ook geregeld maatschappelijke problemen aan, zoals racisme. Zo ook in 'Tweemaal man overboord'. Hierin slaat officier Stoets van Havesaete bij guur en bar weer overboord en wordt onmiddellijk alles in het werk gesteld om hem te redden. Als er echter een uur later een Fillipijn overboord gaat, luidt het verdict van een officier: "Die Olekwappa, een Fillipijn, Oloekwappa... hoe heet hij...? Staat niet eens op de monsterrol. Die verzuipt vanzelf. Slecht weer!" Het zal wel niet toevallig zijn dat dit verhaal zich op een schip afspeelt. Biesheuvel is geruime tijd in de scheepvaart werkzaam geweest.
Deze verhalenbundel is een must voor al wie op zoek gaat naar geborgenheid maar die niet kan vinden. [Marise Van Tendeloo]
Redactie
'Weest allen vrolijk en blij, hup, hup, hup, ook gij!' staat achter op dit bundeltje. En er is reden tot vrolijkheid, want Maarten Biesheuvel schrijft en publiceert weer. Na vele jaren stilzwijgen is er nu deze bundel met merendeels korte tot zeer korte verhaaltjes: 21 verhalen in 64 bladzijden. Sommige verhaaltjes zijn maar iets langer dan de prachtige titel van deze bundel, maar evenzeer de moeite waard. Biesheuvel (1939) was rechtenstudent, zeeman en bibliothecaris en debuteerde in 1972 met de zeer goed ontvangen verhalenbundel 'In de bovenkooi'. Er volgden nog vele verhalenbundels en het boekenweekgeschenk van 1988 was ook van zijn hand. Hij schreef uitstekende, absurdistische, surrealistische verhalen, gedeeltelijk autobiografisch, gedeeltelijk fictie, over zijn gereformeerde opvoeding, zijn verblijf in psychiatrische inrichtingen, Russische literatuur, zijn vrouw Eva, zijn angstaanvallen, God, zijn tijd als zeeman etc. De onderwerpen zijn nog steeds dezelfde in dit boekje met deels oude en deels nieuwe broze miniverhaaltjes, dat zijn meesterschap eens te meer bewijst. Sommige verhalen verschenen eerder o.d.t. 'Motje tegen gloeiend lampepeertje' als nieuwjaarsgeschenk 2001/2002 van uitgeverij Meulenhoff, andere in 'De Revisor'. Voor de fijnproever. Gebonden; normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.