De maan begon te schijnen : gedichten
Johanna Kruit
Johanna Kruit (Samensteller), Wim Hofman (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Altiora, 2002 |
JEUGD : GEDICHTEN : KRUI |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Altiora, 2002 |
Woord Jeugd Gedichten :
|
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Altiora, 2002 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KRUI |
31/12/2003
Johanna Kruit brengt in Opa, hou jij het nog vol? honderd gedichten samen over opa's en oma's. Alle gedichten zijn oorspronkelijk geschreven voor jonge lezers. Zo goed als iedereen die de voorbije twintig jaar kinderpoëzie heeft geschreven, komt aan bod. Ze bloemleest niet alleen uit bundels, maar ook uit tijdschriften en neemt nogal wat ongepubliceerd werk op.
In haar woord vooraf haalt Johanna Kruit herinneringen op aan haar eigen grootouders, hoe die liedjes zongen en met haar speelden. Herinneringen en het samen spelen zijn belangrijke motieven in de bundel. Over haar bedoeling schrijft Johanna Kruit het volgende: "Het is een boek geworden om uit voor te lezen, om zelf in te lezen en misschien ook wel, voor volwassenen, om herinneringen in terug te vinden uit een tijd dat ze zelf bij Opa en Oma op bezoek waren, of andersom." Dat het boek op de eerst plaats bedoeld is voor de kinderen, merk je meteen aan de vrolijke omslag en aan de vele illustraties binnenin, al zijn die tekeningen beslist niet kinderlijk. De meeste beelden één of enkele voorwerpen of een dier, zonder veel achtergrond. Door vaartlijntjes en composities lijken ze te leven. Ze suggereren meer dan je ziet en precies daarom passen ze zo wonderwel bij de gedichten. Overigens had Wim Hofman ook al de vorige bundel van Johanna Kruit, Wie weet nog waar we zijn, geïllustreerd.
De gedichten zijn gegroepeerd in vier afdelingen volgens doelgroep: voor kleuters, vanaf 8 jaar, vanaf 12 en voor adolescenten. Per categorie staan de gedichten niet alfabetisch per auteur maar min of meer per twee rond eenzelfde motief, wat vaak voor speelse confrontaties zorgt tussen gedichten over logeren, samen spelen, herinneringen, bejaardentehuis, ziekte en dood. Soms is het verband minimaal, maar net daardoor verrassend: opa die zalig kan spitten in de tuin (Daniel Billiet, 'Hoi, jarige opa') roept het beeld op van de opa die 'een tuintje op zijn borst' heeft (Ted Van Lieshout, 'Tuintje'). Omdat de keuze door het thema beperkt is, lukt het lang niet altijd om zo'n duo samen te brengen. Dan moet de lezer zelf zijn weg zoeken.
In de afdeling voor kleuters neemt de moeilijkheid geleidelijk toe. De 'dikkebuik-opa, prikkebaard-opa' van Ed Franck verschilt van de magische 'opa van de sleutelbos' van Ienne Biemans of van de opa in het filosofische versje van Hans en Monique Hagen: "Opa's hoed zit in mijn hoofd [...] Ik krijg die hoed / daar denk ik aan / als opa later dood is / word ik een meneer." In de volgende afdeling neemt het aandeel van de bespiegelende gedichten toe. Verzen over ouderdom of angst voor verlies wisselen af met verhalende, speelse gedichten zoals dat over de supersportieve opa van Mensje van Keulen. Bijzonder mooi vond ik het ongepubliceerde gedicht 'Buiten' van Gil vander Heyden dat als volgt begint: "Toen mijn oma / niet meer naar buiten kon, / liet ze alle deuren open. / Buiten kwam binnen."
In de afdeling voor 'poëzieliefhebbers vanaf 12 jaar' ligt de abstractiegraad nog hoger. Er staan meer gedichten in over de dood, naast verzen over dementie en aftakeling: "Voor opa was het doodgaan / dus niet zoiets als nacht: / het was de steeds grotere ruimte / die hij voor zichzelf had bedacht." (Willem Wilmink, 'Opa'). Ook in deze afdeling is er veel afwisseling: naast droevige gedichten staan er vrolijke zoals 'Filmkus' van Aad Meinderts ("Waren dat echt mijn opa en oma? / Ik vond het heel erg raar, / dat verliefd zo oud kon zijn, / bij elkaar zo'n 130 jaar."), na een berijmd, licht ironisch vers van Annie M.G. Schmidt ('De opa van mijn opa') komt een suggestief 'portret' van Ed Franck in vrije versvorm. Enkele verzen zijn niet uit het perspectief van een kind geschreven, maar wel uit dat van een grootouder of vanuit de volwassen dichter: "Vroeger ging ik bij mijn oma / plinten stoffen, iedere week." (Wiel Kusters, 'Oma').
De eerste strofe van het eerste gedicht uit de afdeling voor adolescenten maakt meteen het andere niveau duidelijk: "De dood turft de tijd op haar gezicht. / Ze heeft zich er bij neergelegd; / na de laatste dag maakt het geloof zich waar." (Ted van Lieshout, 'Oma's bril'). De beeldspraak in de gedichten uit deze afdeling is complexer en abstractere begrippen zoals de tijd of herinneringen spelen er een belangrijkere rol. Treffend is het ongepubliceerde gedicht 'Opa' van Greet Bilsen met als slotstrofe: "ging hij dood alsof / hij nooit anders gedaan had, / op een onverhoedse ochtend / dat de lente mij bekroop." De bundel sluit af met 'That's all folks' van Edward van de Vendel, een gedicht dat al even speels-assertief is als de titel van de bundel. De slotregels gaan als volgt:
't Spijt me oma
dat u dit moet weten,
U schreeuwt "The End!" in animatietekens -
en ik
wil u altijd
niet vergeten.
Het verrassendste aan dit boek vind ik dat elk gedicht toch weer een ander licht werpt op een opa of oma die telkens ook die van jou zou kunnen zijn.
[Jan Van Coillie]
Johanna W.P. Hell
Bloemlezing met gedichten over opa's en oma's, bijeengebracht door Johanna Kruit. De gedichten zijn verdeeld over vier delen: voor kleuters, voor kinderen van 8 jaar, vanaf 12 jaar en voor adolescenten. Met veel aandacht is er een selectie gemaakt uit het werk van verschillende geliefde schrijvers/dichters zoals Annie M.G. Schmidt, Willem Wilmink, Ted van Lieshout, Daniël Billiet en Eva Gerlach. Er zijn bijzondere gedichten bij, zoals van Leendert Witvliet 'De vrienden van mijn grootvader' waarin sprake is van een zomerse foto uit 1900 waarop wel dertig petten te zien zijn en een enkele hoed. In het vierde deel zijn o.a. aansprekende gedichten te vinden i.v.m. de dood van grootouders. Verder is er veel vreugde en gezelligheid om voor te lezen en zelf te laten lezen. Een mooi boek met veel illustraties van Wim Hofman voor kinderen van ca. 4 tot 13 jaar. Met een alfabetisch register op dichter.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.