Hotel Molokai : hoe Damiaan een thuis gaf aan de melaatsen
Hilde Eynikel
Hilde Eynikel (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2002 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 602.6 EYNI |
31/12/2003
Als Hilde Eynikel haar lezers van iets weet te overtuigen, dan is het wel dat lepradokter Frans Hemerijckx (1902-1969) een man was die zichzelf rigoureus een taak van naastenliefde had opgelegd, nl. de strijd aanbinden tegen de melaatsheid. Eerder dan een stralende held was hij een koppig wroeter. Maar als men zijn wel gevulde leven overziet, dan bezat hij wel degelijk de eigenschappen van een onbaatzuchtig wereldverbeteraar. Zijn naam wordt dan ook vaak in één adem genoemd met die van die andere Vlaamse toeverlaat van de lepralijders, Pater Damiaan. Beiden puurden hun idealisme en werkkracht uit een diep katholiek geloof. Zonder missionaris te zijn, was Frans Hemerijckx toch een gedreven christen met een zending. Op dat altaar offerde hij zijn familiale leven. Want ingevolge zijn vele reizen in Afrika en Azië -- die zeker in het begin ware ontdekkingsreizen waren -- was hij soms maanden en zelfs jaren gescheiden van vrouw en kinderen. Hemerijckx, zijn echtgenoten -- hij hertrouwde met de zuster van zijn eerste echtgenote, die in Kongo in tragische omstandigheden overleed -- en zijn kroost beleden hun geloof op een thans geëxalteerd lijkende manier, die echter in de eerste decennia van de 20e eeuw in Vlaanderen nog de regel was. Het verhaal wemelt van de priesters, missionarissen, nonnen, monseigneurs.
Al was dokter Hemerijckx zich zeker bewust van zijn waarde op zijn specifiek werkterrein -- hij schijnt bijzonder gesteld te zijn geweest op kerkelijke zowel als wereldlijke onderscheidingen -- dan gaf hij toch ook blijk van realisme en bescheidenheid. Toen hem in 1968 de Damien Dutton Award, een belangrijke Britse medische onderscheiding, werd toegekend voor 40 jaar inzet tegen de lepra, zei hij tegen zijn vrouw Betsy -- die hem eindelijk voor haar alleen had: "maar waarom? Ik heb niets geschreven. Ik heb niets uitgevonden. Ik heb alleen gewerkt. Ik deed aan broussegeneeskunde, massa-geneeskunde. Ik ben een heler, een man van de daad". De daad: Hemerijckx ging naar de zieken. Krachtig bepleitte hij de ambulante verzorging. Hij gaf het voorbeeld, zowel in toenmalig Belgisch Kongo, waar hij in Tshumbe (Kasai) het Dikungu centrum voor melaatsenverzorging oprichtte, als later in het onafhankelijk geworden India, in Polambakkam, in de zuidelijke deelstaat Tamil Nadu. Zo werd India zijn tweede vaderland.
Vooral in de eerste hoofdstukken hanteert Hilde Eynikel een wat achterhaalde, gezwollen beeldspraak, en vervalt ze in overdreven anekdotiek. Bovendien werpt zij soms vragen op zonder er een antwoord op te geven. Om haar relaas te situeren in het tijdsgebeuren, maakt de schrijfster soms melding van historische feiten. Zo laat ze de toenmalige Britse premier Neville Chamberlain in de nazomer van 1939 naar München reizen voor "een gesprek van de laatste kans" met Hitler. Die beruchte Münchengesprekken hadden echter plaats in september 1938. De door de jonge Hemerijkckx bewonderde dokter, protestantse theoloog, filosoof en organist, Dr Albert Schweitzer, noemt ze "deze Zwitser". Misschien is het bedoeld als een grapje en laat mijn gevoel voor humor me in de steek, maar toch wil ik meegeven dat Albert Schweitzer in 1875 werd geboren in het Elzassische Kaysersberg (na 1870 een deel van het Duitse keizerrijk en na de Eerste Wereldoorlog opnieuw Frans). [Robert Schoeters]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.