Knielen op een bed violen : roman
Jan Siebelink
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
De Bezige Bij, 2002 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 6543 |
31/12/2003
Margaretha van Parma, de dochter van keizer Karel de Vijfde, heeft in de vaderlandse geschiedenis geen welklinkende naam verworven. Haar regeerperiode in de Nederlanden kan worden gekenmerkt als een interregnum én als een periode van onderdrukking, van godsdienstcensuur. In de roman van Jan Siebelink komt ze naar voren als een figuur die trouw wil blijven aan haar vader en het katholicisme wil verdedigen tegen het oprukkende protestantisme. Haar leven heeft slechts enkele hoogtepunten gekend -- en die zijn dan nog van persoonlijke aard geweest. Haar regeerperiode heeft geen welvaart, geen vrijheid, geen vooruitgang gebracht. Ze heeft zich laten domineren door haar vader, haar broer en hun respectieve raadgevers.
Het boek is opgebouwd uit een reeks flashbacks: de oude vrouw mijmert over haar leven, tracht zichzelf te rechtvaardigen. De laatste jaren van haar leven verblijft ze vereenzaamd in de Abruzzen. Haar tegenspeelster in de roman is de jonge dienstmeid Johanna. Met haar brengt ze de dagen door. De vragen die Johanna stelt, doen Margaretha haar verhaal vertellen. Maar de relatie tussen beide vrouwen is zo ongeloofwaardig beschreven dat het boek veel van zijn kracht verliest. Temeer omdat juist deze relatie de ruggengraat en de dynamiek van het boek vormt. Die psychologische armoede komt ook op andere momenten tot uiting. Siebelink suggereert een lesbische relatie tussen beide vrouwen -- een suggestie die historisch verantwoord is -- maar een andere verhaallijn in het boek is precies de verliefdheid van Margaretha op Willem van Oranje. Siebelink doet niets met deze ambivalentie; noch thematiseert hij ze, noch werkt hij ze uit (dat kon bv. door de bastaardafkomst van de landvoogdes prominent in haar psychologie op te nemen). Willem van Oranje verschijnt hier als iets meer gecultiveerd dan de andere opstandelingen (ook al blijft hij onbehouwen, onbetrouwbaar en ambitieus), als iemand die intelligent is. Maar Siebelink laat de hunkering van Margaretha naar Oranje nooit echt worden omdat hij geen vat krijgt op zijn personages. Hij schetst slechts mogelijkheden, de figuren blijven wazig en onduidelijk. Dat komt ook tot uiting in het vertelstandpunt. De schrijver doet Margaretha haar verhaal vertellen maar hij komt ook zelf tussenbeide. Deze onduidelijkheid laat voelen hoe de materie hem door de vingers glipt. Nooit komt Margaretha daardoor goed uit de verf. De schrijver laat bv. horen wat er over haar verteld wordt, maar nergens kan hij duidelijk maken of dat wel of niet zo is. Hij nuanceert niet, hij laat de stemmen naast elkaar bestaan zonder er ook in te slagen een afgerond geheel te maken. Ook door de korte, impressionistische hoofdstukken heeft de lezer de indruk dat het verhaal geen voortgang maakt. De dynamiek zit immers niet in het boek zelf, maar de aanleiding daartoe moet komen van de dienstmeid die steeds nieuwe aanzetten geeft. De poging van Siebelink om spanning in het boek te verkrijgen door de tragedie met de kleindochter van Margaretha doorheen het boek te suggereren maar slechts op het einde te onthullen, werkt niet, omdat de spanning slechts bestaat in het vertellen van het lot van het meisje. Zo blijft dit boek steken in een aanzet en is het geen volwaardige psychologische of historische roman geworden. [Johan Velter]
Redactie
Op het eind van haar leven, teruggetrokken levend in het Abbruzzi-gebergte, kijkt Margaretha van Parma (1522-1586), erkende bastaarddochter van Karel V, terug op haar leven. Net 10 wordt ze door haar vader uitgehuwelijkt aan Allessandro de Medici, die jong sterft. Vijf jaar later trouwt ze met Ottavio Farnese, hertog van Parma en krijgt twee zoons, van wie Alexander overleeft. Nadat ze in 1559 landvoogdes der Nederlanden is geworden, werkt ze o.a. met Willem van Oranje op wie ze in stilte verliefd is. Ondanks haar onafhankelijkheid blijft ze toch altijd de trotse Habsburg-dochter, ook als ze in 1567 van haar taak wordt ontheven. Van Jan Siebelink verschenen veel goede romans, novellen, verhalen en essays. Voor zijn roman 'De overkant van de rivier' ontving hij de F. Bordewijk prijs. Deze boeiende roman valt vooral op door de uitstekende sfeertekening en de empathie waarmee de innerlijke strijd van de trotse, onafhankelijke Margaretha die toch steeds weer buigt voor de Habsburg-politiek, wordt beschreven. Omslagreproductie met deel van Titiaans portret van Eleonora Gonzaga della Rovere. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.