" In de taal zelf verscholen " : over de poëzie van Ida Gerhardt
Anneke Reitsma
Anneke Reitsma (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Prom, 2002 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 7897 |
31/12/2003
Al een aantal jaren volgt Anneke Reitsma het reilen en zeilen van de Nederlandstalige poëzie voor diverse tijdschriften, vnl. 'Ons Erfdeel' en 'Roodkoper'. In dit boek brengt zij een aantal van die essays samen. Daarbij bestrijkt ze weliswaar een eeuw poëzie, maar deze portretten belichten uiteraard slechts een zeer beperkt gedeelte daarvan. Van Gezelle, Emants, Swarth en van der Waals gaat het naar de symbolistische en modernistische dichters Bloem, Marsman, Nijhoff en Achterberg. Het zwaartepunt van dit boek ligt echter bij een aantal actuele dichters die Reitsma sinds jaar en dag nauw aan het hart liggen: Vasalis en Gerhardt, Lodeizen, Jellema en Gerlach. Dit rijtje reveleert, in zijn verscheidenheid, toch de wijze waarop Reitsma houdt van een expressieve poëzie waarbij een dichter in de ikpersoon aan het woord komt. Die thematiek van de zelfuitdrukking en de zelfervaring vormt inderdaad een constante in de afzonderlijke beschouwingen. Steevast tracht de critica de contouren van ieder oeuvre te achterhalen in het licht van een persoonlijke problematiek en een persoonlijke uitdrukkingswijze. Reitsma toont zich daarbij een bedreven en sterk inlevende lezeres. Toch valt op hoe de samenhang in deze bundel beschouwingen nogal mager uitvalt. Ook de afzonderlijke beschouwingen vaak momentopnamen zijn nogal ongelijk van karakter, en lang niet alle passen ze in het kader van een (zoveel definitievere) boekuitgave. Het loont alleszins de moeite om de beschouwingen van Reitsma rustig te herlezen, maar het grootste deel ervan is eigenlijk zonder veel moeite in tijdschriften terug te vinden; de meerwaarde van deze bundeling lijkt mij in dit geval niet bijzonder groot. [Dirk De Geest]
T. van Deel
Anneke Reitsma, dichter en essayist, bundelt in 'Het woord te vondeling' (de titel is afkomstig uit een gedicht van Ida Gerhardt) zeventien verspreid gepubliceerde opstellen over Nederlandse poëzie. Ze worden terecht 'portretten' genoemd, want in de meeste gevallen geven zij een introducerende karakteristiek van een dichterschap en een oeuvre, waarbij ook biografische feiten en literair-historische omstandigheden kunnen meespelen. Zo wordt een eeuw poëzie bestreken: van de Vlaamse Gezelle naar Emants, Hélène Swarth, Jacqueline E. van der Waals, Henriëtte Roland Holst, Bloem, Marsman, Ida Gerhardt (over wie zij al twee uitstekende boeken schreef), M. Vasalis, Reve, Lodeizen, Mulisch, Judith Herzberg, Jellema, Komrij en Eva Gerlach. De stukken zijn wisselend van opzet, maar altijd animerend geschreven en ze getuigen van kennis van zaken. Plezierig is ook dat niet alleen gecanoniseerde dichters, ook dichters van de tweede of derde rang ter sprake komen, alsmede dichters die niet als dichter te boek staan. In één stuk, van een andere orde, bespreekt zij van vier dichters gedichten die de zondag tot onderwerp hebben en vergelijkt ze die met elkaar. Ook hier is ze erop uit het wereldbeeld van de dichter bloot te leggen. Een nuttige bundeling, dit boek. Paperback; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.