Fair trade : het verhaal achter Max Havelaar-koffie, Oké-bananen en Kuyichi-jeans
Frans Van Der Hoff (Auteur), Nico Roozen (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Gennep, 2002 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 354.7 HOFF |
Besprekingen
31/12/2002
Fair trade is een razend interessant boek waarin zowel de vrije markt als de ontwikkelingshulp op radicale maar opbouwende wijze bekritiseerd worden. Hoewel beide auteurs een herkenbare tiermondistische achtergrond hebben -- Van der Hoff is arbeider-priester bij de indianenboeren van Zuid-Mexico en Roozen werkt bij de Nederlandse interkerkelijke ontwikkelingsorganisatie Solidaridad -- verwerpen ze de 'goede bedoelingen'-aanpak: de traditionele ontwikkelingshulp is paternalistisch, inefficiënt en een hinder voor lokale initiatieven. Bovendien blijft de derdewereldbeweging opgesloten in haar eigen kringetje en weet zij niets te veranderen aan de ongelijke handelsstructuren die in het nadeel van het Zuiden werken. Van der Hoff koos daarom voor coöperatievorming van koffieboeren in Mexico en zocht een partner in Nederland om de koffie te verkopen. Voorwaarden voor deze handel zouden zijn: een eerlijke prijs voor de boeren die hen toelaat een leefbaar bestaan uit te bouwen én een ecologische teelt te ontwikkelen, en een directe introductie op de Nederlandse markt (dus buiten het wereldwinkelcircuit), in de hoop daarmee de algehele wereldhandel te kunnen beïnvloeden. In hun woorden: "De fair trade-beweging moet de spanning met de dominante markt bewust opzoeken". Ze gaan ervan uit dat fair trade echte vrijhandel is, omdat de arbeids- en milieukosten in rekening worden gebracht. Roozen pakte de uitdaging aan en zette, met veel moeite, het keurmerk Max Havelaar op. Later herhaalde hij deze oefening voor bio-bananen en Kuyichi-jeans, een product dat binnenkort op de markt verschijnt. Het voorbeeld van Max Havelaar vond heel wat navolging in andere landen en voor verscheidene producten. Het verhaal van deze initiatieven wordt omstandig en helder uit de doeken gedaan (een enkel foutje betreft de vele zetfouten en de bevreemdende grafieken op pp. 143-146). De auteurs weten zowel de achtergrondidealen als de markttechnische aspecten van deze fair trade te duiden.
Deze fair trade-organisaties mogen een succes worden genoemd. De koffie-coöperatie UCIRI in Zuid-Mexico groeit, en in Latijns-Amerika en Azië worden steeds meer coöperaties opgericht. AgroFair, de verdeler van de Oké-bananen, kent een unieke structuur omdat de producenten uit het Zuiden een participatie hebben in dit westerse bedrijf. Maar de auteurs blijven niet op hun lauweren rusten. In een laatste hoofdstuk overheerst de zelfkritiek. De verkoop van Max Havelaar-koffie stagneert, en het kleine marktaandeel dwingt de grote branders er niet toe te investeren in eerlijke, biologische koffie. De Oké-bananen kenden meer succes, en de grote multinationals investeren in biologische plantages, maar voorlopig op zeer beperkte schaal. De auteurs redeneren dat de fair trade-beweging nog te veel in een ngo-cultuur blijft hangen en te weinig ruimte laat aan innovatie en marktdenken. Ze celebreert zichzelf te veel, terwijl ze plaats zou moeten maken voor bedrijven die dan hun eigen kwaliteitsmerken naar voor kunnen schuiven. Opnieuw valt op dat Roozen en Van der Hoff hun harde kritiek meteen weten aan te vullen met concrete voorstellen om zo een alternatief te ontwikkelen voor de oneerlijke wereldeconomie én de vaak verlammende kritiek van de antiglobalisten. [Chris Bulcaen]
Drs. H. Alblas
'Als jullie ons een redelijke prijs voor ons product betalen, kunnen we het verder zonder hulp stellen', zei een arme Mexicaanse koffieboer tegen de Nederlandse priester Van der Hoff, die zich in 1980 als boer temidden van de indianen had gevestigd. Hieruit ontstond het idee voor het Max Havelaar-keurmerk, ruimer: faire trade, eerlijke handel, die de producent een fatsoenlijk bestaan oplevert. Samen met de in Nederland werkzame Roozen (van de interkerkelijke ontwikkelingsorganisatie Solidaridad) werd het idee handen en voeten gegeven. In hun boek vertellen zij hoe dit - met ups en downs - gelopen is. Het leverde een boeiend stukje doorleefde geschiedschrijving op, waarin persoonlijke levensverhalen en economische (ook zelfkritische) analyses zijn verweven. De lezer krijgt zo een helder beeld van wat deze vorm van armoedebestrijding en ontwikkelingssamenwerking voor de mensen kan betekenen en welke moeilijkheden daarbij overwonnen moeten worden.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.