Mijn stilte
Ina Vandewijer
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2002 |
YOUNG ADULT : VAND |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2002 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VAND |
31/12/2003
<4>Ina Vandewijer vermeldt geen bronnen voor haar verhaal. Een stamboom van de O'Maille-clan en een kaartje van Ierland helpen de lezer zich te oriënteren, al komen sommige in het verhaal vermelde plaatsen niet voor op het kaartje. De schrijfster schenkt veel aandacht aan de beschrijving van de Ierse westkust en het leven daar in de tweede helft van de 16e eeuw, ten tijde van de opstanden tegen koningin Elisabeth I. Grainne O'Maille, de Ierse piratenkoningin, leefde en vocht zoals haar matrozen en soldaten, helemaal in het teken van het clandevies "Terra marique potens" (machtig te land en ter zee). Ze leidde de handelsvloten van haar vader en haar man, weigerde schatting te betalen aan de Engelse bezetter, en deinsde daarbij niet terug voor piraterij. Ze was twee keer gehuwd en had drie kinderen. Een daarvan werd geboren op haar karveel op zee en soms ging ze op zeestrooptocht met haar kleuter in een doek voor haar borst gebonden.
Ina Vandewijer laat de oude blinde bard Cormac de Rusteloze het verhaal van Grainne O'Maille vertellen aan haar kleindochter Una, die hij ontmoet na vele jaren omzwervingen. Hij was als geadopteerd weeskind op het kasteel van Grainnes vader haar vriend en studiegenoot, en is haar zijn hele leven trouw gebleven, al was hij zovele jaren ver van haar. Het boek presenteert zijn verhaal als een aantal liedfragmenten met telkens daarna in proza vertelde episodes uit Grainnes leven, chronologische gerangschikt in een traditioneel hijverhaal, voornamelijk vanuit de optiek van Grainne. Als kind wou Grainne liever een jongen zijn, en daardoor beantwoordde ze de hoop van haar vader, die als clanhoofd graag een zoon als opvolger had gehad. Hij leert Grainne alles over de zeevaart en over het beheer van zijn handelsvloot en neemt haar al snel mee op de oceaanvaart, o.m. naar Portugal. Als meisje kreeg ze van een geheimzinnige vikingvrouw vijf runenstenen, die een beeld geven van de onzichtbare draden van haar leven, beantwoordend aan vijf krachten: Thurisaz, de beschermende doornrune die staat voor weerstandsvermogen en beschermingsdrang; Ansuz: de godrune,de wind, de goddelijke adem in de mensen die een bron is van bewustzijn en van alle intellectuele activiteit; Gebo, de rune van geven en ontvangen, die evenwicht en harmonie schept in relaties; Inguz: de lichtrune, beeld van het innerlijke vuur en de drang tot onbegrensde expansie; Laguz; de waterrune, de veranderlijkheid die een teken is van de groei. Heel haar leven ziet ze in het licht van die krachten. Haar vraag blijft wel: bepalen die runen mijn leven of wordt de keuze van de runen bepaald door wie en wat ikzelf ben, of is er nog een andere macht die zowel mijn leven als de runen bepaalt.
Grainne is opgevoed naar de bijbel. Door haar geloof in de macht van de heidense runen toont ze hoezeer tegenstrijdige gevoelens haar beheersen of, anders bekeken, hoe ontvankelijk ze is voor alles wat de wereld biedt. Dat blijkt ook uit andere kanten van haar wezen: hoe mannelijk ze zich ook voordoet, toch is ze door en door vrouw in haar beschermende en waarderende gevoelens voor anderen, in haar intuïtie, in haar passionele liefde en in haar moederschap; ze is cultureel geschoold en kent naast het Gaelic ook Latijn, Grieks, Frans en Engels, maar tegelijk is ze een vrouw van de wilde zee; ze is een echtgenote, een minnares en een moeder maar tegelijk een harde zakentante, een zeekapitein, een piratenkoningin die samen met haar bemanning vecht; ze is verbonden met de Ierse grond en zee maar tegelijk wil ze vreemde horizonten gaan verkennen. Grainne, vaak zo mannelijk in kleding en gedrag, is tegelijk een vrouw van mannen. Ze leeft voor de goedkeuring van haar vader, ze verbindt zich in de intimiteit van de zielenvriendschap met de bard Cormac, ze stelt haar eisen aan haar eerste man, voor wie ze geen broedhen of legkip wil zijn. De zes vrouwelijke deugden (schoonheid, kuisheid, wijsheid, zoete stem, muzikaliteit, naaldvaardigheid) zijn niet aan haar besteed. Van zichzelf zegt ze: "Ik heb mannen gebruikt, nooit misbruikt. Ik heb hun krachten gestuurd en mijn eigen energie in de schaal gegooid. Het beste uit ze gehaald en zo waren we onoverwinnelijk."
Grainne wordt hier getekend als een veelzijdige vrouw: een knap zeevaarder, een spitsvondig strateeg, een bezielend leider, een onverschrokken tegenstander van de bezetter, een mooie vrouw die afwijst wie haar niet bevalt en grijpt wie ze wil, een wraakengel wanneer haar geliefden geraakt worden, een doorgewinterde politica die weet wanneer het tijd is voor een knieval, een moedige vrouw die de dood verkiest boven onzekere compromissen maar die zich laat overhalen tot het leven door wie haar na aan het hart ligt... maar ook de vrouw die te laat ontdekt dat ze door haar activiteiten haar kinderen veel onthouden heeft. Ze wordt, zoals in de oude liederen en volksverhalen, een uitvergroot, bijna mythisch wezen. Vooral de vaagheid over haar innerlijke leven maakt haar tot een meer dan levensgrote figuur. Zij is draagster van grote gevoelens en daardoor wordt ze meer een literair wezen, een personage uit een verhalencultuur dan een individu. Vandaar soms ook wat vage of gezwollen zinnen als: "Ze was tot zo'n grote liefde in staat. Ze was één en al overgave. En nu mocht ze verdriet hebben om hoe ze zo eerlijk en zo echt bemind had. En ze hield van zichzelf omwille van de manier waarop ze beminde. Geen kwestie van zichzelf verliezen, maar wel zichzelf vinden in de meest verborgen uithoeken van haar meest kwetsbare en meest kostbare wensen. En zo te zien wie ze was." Ik vermoed dat veel (jonge) lezers zich bij zulke zinnen niet veel kunnen voorstellen. Afgezien van makkelijk te karakteriseren machofiguren als Grainnes eerste man Donal, zijn ook de mannen niet zo scherp psychologisch getekend. Dat de bard Cormac zich als gedraagt als een verhalenfiguur, is nog te begrijpen. Maar waarom die Bretoen door dik en dun Grainne blijft volgen, komt de lezer niet echt te weten.
Het boek is bijgevolg een vrij boeiend avonturenverhaal over een uit verhalen opgebouwde vrouw tegen een scherp getekende historische achtergrond. De schrijfster besteedt veel aandacht aan de evocatie van het leven in Ierland en in enkele Europese havens, vooral Lissabon. De lezer maakt een storm op zee mee, gevaarlijk varen in een ondoordringbare mistbank, gevechten met piraten, het dagelijkse leven op een karveel, feesten van het volk en van de hogere klasse in Ierland en Portugal, een slavenmarkt, enz. Ook oude volksverhalen behoren tot de achtergrond van Grainnes leven, net zoals die in andere boeken van de schrijfster een belangrijke rol spelen. Grainnes kleindochter Una is sterk geboeid door het verhaal van de bard. Ze voelt zich overigens sterk verwant met de piratenkoningin: ook zij is een kind van de zee, ook zij is geen meisjesachtig meisje zoals haar zus. Net als Una zullen vooral lezers met zin voor romantiek, avontuur en romance door dit sageachtige en historische verhaal geboeid worden. Ze kunnen van Grainnes ervaring leren dat de belangrijkste taal die van het gevoel is en dat je die taal onder de taal pas echt beheerst als je oud geworden bent, én dat de zwaarste les in het leven is dat je moet verliezen voor je de waarde van de overgave leert kennen. Immers: "Het is verraad tegenover jezelf als je jezelf niet overgeeft."
citaat
"Grainne verwachtte een muur te zien opdoemen. Of een loodrechte klip, of een monster. Alles was mogelijk in dit doemrijk. Alsof ze op een dodenoceaan gleed met een oneindig gevoel in haar lichaam. Een vreemde mengeling van angst en verrukking.
Grainne had voor de wacht in het kraaiennest gekozen. Hoog boven de mannen in een houten schelp. De stilte voor de storm, dacht ze. Haar gedachten tolden als donsveertjes luchtig door de mist. Dit was haar leven. Ze kon zich geen ander leven voorstellen dan hier, op dit schip in de mist. En onder haar, onzichtbaar door de wolken, haar vrienden en haar vader. Ook zij voelden die angst en mystiek in hun botten. Het besef van een onbestemde eenzaamheid en weemoed, zoals in deze mist. En ook al konden ze dat nooit delen met woorden, ze waren erbij." [Herman De Graef]
Ineke Kop Jansen
Raamvertelling waarin de bard Cormac het verhaal (de eigenlijke roman) vertelt van Grainne, de piratenkoningin, aan haar kleindochter Una in aanwezigheid van de familie. Hij is met Grainne opgegroeid en komt als beiden oud zijn één van de vijf runestenen terugbrengen. Deze heeft zij als meisje van een oude wijze vrouw gekregen en heeft haar leven bepaald. Zij is een goed opgeleide, harde, zelfstandige vrouw die haar eigen keuzes maakt en haar mannetje staat aan boord van de schepen van de handelsvloot van haar vader en mannen, maar verzacht in handen van de juiste man. Geromantiseerd verhaal, waarin de liefde een belangrijke rol speelt, over een historische figuur, ook bekend als Grace O'Malley en Grainne Mhaol, levend in de 16e eeuw in Ierland. Het eerste deel van het boek is goed uitgewerkt, maar de rest van Grainnes leven wordt vrij snel verteld. Vrijmoedige beschrijvingen van de liefdesscènes. Hierdoor, ondanks het niet zo moeilijke taalgebruik, spannend en romantisch verhaal voor meisjes vanaf ca. 14 jaar. Voorin zijn een stamboom en een kaart van Ierland opgenomen. De schrijfster heeft o.a. de Knokke-Heistprijs en de Boekenleeuw ontvangen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.