De Germanen en het christendom : een bewogen ontmoeting 5de-7de eeuw
Pierre Trouillez
Pierre Trouillez (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2002 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 233.2 TROU |
31/12/2003
P. Trouillez schetst de geschiedenis van de jonge kerk in de eerste drie eeuwen, tot 313, het scharniermoment toen Constantijn het christendom als toegelaten godsdienst erkende. Grosso modo heeft hij het achtereenvolgens over de verschuiving van Jeruzalem naar Rome (toen Paulus universalistische strekking het haalde), de "apostolische vaders" (die voor de fundamenten van het geloof en interne consolidatie zorgden), de apologetische literatuur (met Justinus) en de reactie op dissidente bewegingen (gnosticisme, marcionisme, montanisme). Dan gaat de aandacht naar Alexandrië, met de theologen Clemens en Origenes, en naar Carthago, met de Latijnse auteurs Tertullianus en Cyprianus. Ten slotte volgt een gedetailleerde beschrijving van de kerk in de 3e eeuw.
De auteur heeft ruim aandacht voor de historisch-economische en religieus-filosofische achtergronden. Zo trekt hij de aandacht op allerlei elementen van de Romeinse beschaving die de snelle verspreiding van het christendom begunstigden. Hij behandelt uitvoerig het leven en de leer van de voornaamste kerkvaders, met daarin regelmatig spannende en boeiende elementen. Occasioneel vinden we interessante informatie over onderwerpen als de houding van de christenen bij vervolgingen, de plaats van de paus van Rome en de houding van de kerk tegenover vrouwen. Trouillez' standpunten zijn meestal genuanceerd en soms corrigeert hij algemeen aanvaarde, maar verkeerde opvattingen.
Volgens de auteur kan zijn verhaal "een stevige hand reiken" aan mensen die in de huidige geloofscrisis willen meewerken aan een "eigentijds project van christelijk gemeenschapsleven". De kerkgeschiedenis is recent in het post-Constantijnse tijdperk terechtgekomen, vergelijkbaar met de pluralistische pre-Constantijnse periode. Zoals toen kunnen de christenen ook nu met hun persoonlijke getuigenis, een sterk gemeenschapsgevoel en een universele caritas "de samenleving met de levenskracht van het evangelie injecteren". Deze grondige studie biedt bevattelijke en boeiende lectuur. [Jef Ector]
A.J. Jelsma
In dit boek beschrijft de Belgische kerkhistoricus de eerste eeuwen van het christendom tot het begin van de vierde eeuw. Hij beschouwt dit tijdperk als de glansperiode van de kerk. Juist daarom acht hij het van belang kennis van deze periode te nemen omdat zij de eeuwen door als bron van vernieuwing kan functioneren. Het boek getuigt van kennis van zaken. De auteur hanteert een toegankelijke stijl. De belangrijkste stromingen, personen en kwesties komen aan bod. Hij verlevendigt zijn verhaal met vaak treffende citaten. Voor kenners van deze periode biedt het boek geen echte verrassingen. Zijn beeld van deze periode moet traditioneel genoemd worden. Hoewel hij mild oordeelt over bewegingen die in later tijd als ketters beschouwd werden, vormt zijn werk toch een bevestiging van de wijze waarop de rooms-katholieke kerk zich ontwikkeld heeft. Hooguit kan geconstateerd worden dat hij zich kritisch opstelt ten opzichte van de dominante positie die het pausschap verworven heeft. Met register.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.