Onrustvlinder
Anna Coudenys
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2002 |
YOUNG ADULT : COUD |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2002 |
YOUNG ADULT : COUD |
31/12/2002
De lokkende uitroep 'Yaka mama' is Kongolees voor 'kom naar mama'. Met die woorden lokten zwarte prostituees de blanke kolonialen op de Avenue des Aviateurs in Leopoldstad, de voormalige hoofdstad van de Belgische kolonie Kongo. De uitroep 'Yaka mama' dekt ook de twee grote lijnen van de roman. De historische evocatie van de laatste zes maanden van de kolonie, van december 1959 tot en met de paar dagen na de onafhankelijkheid op 30 juni 1960, loopt gelijk op met de persoonlijke groei en bewustwording van de veertienjarige Christine.
Voor het historische luik koos Coudenys voor 'l' histoire humaine'; en geen opsomming van feiten maar een nauwkeurig vastleggen van de mentaliteitsverandering op het einde van de koloniale periode. Toch zou een korte historische inleiding nuttig zijn geweest. De data en weinigzeggende titels boven de hoofdstukken activeren het collectieve geheugen van jonge lezers niet meer.
Personele verteller is Christine, of 'Stientje' zoals ze in de besloten koloniale kring genoemd wordt. Ze is enig kind en voelt zich aanvankelijk veilig in het koloniale wereldje. Coudenys plaatst haar in een omgeving met een uiteenlopende mentaliteit. Haar eerder behoudende vader contrasteert met haar progressief denkende moeder, die zichzelf 'een zwarte ziel' toeeigent. Hun beste vrienden, Vera en Jef zijn idealisten, 'broussards', die hardop durven zeggen dat zwarten ook mensen zijn. Ze worden daarbij gesteund door de journalisten Denise en Raymond, die in hun radioreportages naar de zwarte ziel peilen. De 'idealisten' contrasteren fel met de zeer conservatieve familie Vandesande en vaders oude chef, meneer Albert, die heftig van leer trekken tegen de op til zijnde veranderingen. Coudenys geeft beide partijen de kans om tijdens hun onderonsjes hun argumenten pro en contra de kolonisatie te verdedigen. Tussen de partijen door loopt pater Rémy, vaders oude schoolmakker, die de gemoederen hier en daar sust en zich verder volgens het prototype van de broussepater gedraagt. Op de achtergrond heffen de nonnen van de meisjesschool de Sacré Coeur in Leopoldsburg een strenge vinger wanneer Christine de aardrijkskunde van België niet onder de knie krijgt of wanneer de eerste zwarte leerlinge verschijnt.
De 14-jarige Christine bekijkt de barsten die in het veilige koloniale leven komen, van op een afstand. Adolescenten zullen raar opkijken bij haar naïeve reacties, hoewel ze als kind van haar tijd geloofwaardig is. Als enig kind wordt ze door haar ouders erg beschermd, in tegenstelling tot haar veel vrijmoediger vriendin Magda, het dochtertje van de ruimdenkende Vera en Jef. Magda heeft een 'zwart' vriendinnetje, iets wat bij Christine thuis uitgesloten zou zijn. Toch is het Christines moeder die, uit eigenbelang zo blijkt later, voor de eerste barstjes in Christines veilige cocon zorgt. Zij zet op een koketterende manier haar dochter aan het denken over de plaats en vooral de rechten van de zwarte boys én over de emancipatie van de blanke vrouw. Ook hier zijn de gradaties nauwkeurig in kaart gebracht. Benoît, de boy van Christines moeder, is van meet af aanwezig en loopt, als symbool van de bewustwording van de Afrikaanse identiteit en de dubbele houding van sommige zwarten daarbij, zelfverzekerd doorheen de geschiedenis.
Benoîts persoonlijke interpretatie van 'Yaka mama' leidt op het einde tot een climax waarbij Christine geestelijk ontmaagd wordt en haar ogen voorgoed open gaan. Het duurt tot de laatste regels vooraleer zij zelf opnieuw de eerste stap naar haar moeder kan zetten: de cirkel is rond.
[Jet Marchau]
Andrea Oostdijk
Kort voor de onafhankelijkheid van de Belgische kolonie Kongo ontmoet de stille, teruggetrokken Christine (14) er haar eerste liefde, Adam. Dan breekt er opstand uit. Rassenconflicten en persoonlijke ruzies worden op dramatische wijze beslecht. Sfeervol en realistisch beeld van het koloniale leven in Afrika in de jaren ’50 en ’60 van de 20e eeuw. De verhouding tussen blank en zwart wordt scherpzinnig neergezet, waarbij vooral de arrogantie en onwetendheid van de blanken genadeloos worden blootgelegd. Over de precieze (politieke en sociale) achtergronden van de opstand komt de lezer minder te weten. Een kort historisch overzicht zou hier op zijn plaats geweest zijn. Wel bevat het boek een woordenlijst en een kaart. De Franse zinnen, die hier en daar in de tekst voorkomen, worden niet vertaald. Na het eigenlijke verhaal volgen nog enkele brieven die vertellen over het dagelijks leven in de bush van Kongo, maar niet veel toevoegen aan de hoofdlijn van dit verhaal. Foto-omslag in voornamelijk bruine en rode tinten. Prachtige roman vol dreiging en ingehouden emoties voor wat oudere lezers. Bevat een verklarende woordenlijst.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.