Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Byblos, 2002 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SOBO |
Besprekingen
31/12/2002
De Israëli Joshua Sobol (geb. 1939), zoon van Pools-Russische emigranten, die nog tot de pioniersgeneratie behoorden, komt uit een kibboetz en maakte het tot aan de Sorbonne toe, waar hij filosofie studeerde. Terug in eigen land begon hij aan een lange theatercarrière: van 1971 tot nu toe schreef hij 42 toneelstukken, waaronder de 'Ghetto-triptiek', die in 19 talen vertaald en in 22 landen vertolkt werden. In Duitsland werd Ghetto in 1985 uitgeroepen tot het beste buitenlandse toneelstuk van het seizoen. De auteur, die sterk politiek geëngageerd is en hartstochtelijk heilige huisjes kraakt, schreef nu als ruim zestigjarige zijn eerste roman onder de raadselachtige titel Zwijgen.
De naamloze verteller -- een beroemd dichter -- is van dezelfde leeftijd als de auteur, maar hij schrijft als hij tachtig is (dus in 2020) en laat zijn leven aan zich voorbijtrekken. Cruciaal moment is zijn besnijdenis geweest, mede omdat net op die dag het bericht toekwam dat de Tweede Wereldoorlog (1939) begonnen was. Hoe vreemd het ook moge zijn -- de verteller was toen pas acht dagen oud! --, vanaf dat ogenblik begreep hij alles wat om hem heen gezegd werd en nam hij zich voor geen woord meer te spreken, de immer zwijgende, eenzelvige observator te zijn van het leven rond hem. "Een moment daarvoor was er niets in mijn bewustzijn en het moment erna was alles er." De onschuld, de lichtheid en de vreugde verdwenen uit zijn leven, en ruimden baan voor een droevige, zware ernst. De medische wetenschap stond voor een raadsel. Niets wees op een handicap. Het kind werd liefdevol opgevoed, leerde zelfs lezen en schrijven, ook in andere talen dan zijn moedertaal, omdat hij kinderboeken voorgelezen werd, die hij daarna zorgvuldig kopieerde.
Nu hij tachtig is, neemt hij zich voor zijn herinneringen op te schrijven. Centraal in het eerste van de drie delen staat zijn uitverkiezing tot 'schrijver', al is het dan eerder als kopiist. Een oude verlopen schrijver, die in het dorp woont en al 37 boeken geschreven heeft en nu aan een eindeloze dorpskroniek werkt, 'Het Verboden Dorp', gebruikt hem om zijn teksten over te schrijven. Als de oude aan de bibberziekte gaat lijden, dicteert hij zijn teksten zelfs. Zoals het de jongen nog vaak in zijn leven zal overkomen, is hij meer dan een secretaris, hij is een biechtvader die toch niets kan verder vertellen. Als geen ander is hij op de hoogte van de lust, de ziekten, de woede en de vertwijfeling van zijn dorpsgenoten.
De verteller verhaalt de geschiedenis van zijn dorp en zijn tijd, die hij uit de geschriften van de oude schrijver en de bekentenissen van zijn dorpsgenoten heeft leren kennen. Hij schrijft meest over anderen, laat ook de anderen aan het woord. De kleine verhalen vloeien samen tot één groot: een complex beeld van de joodse gemeenschap in Palestina voor Israël gesticht werd. Culturen, godsdiensten, zionisme en socialisme, mensen van alle slag proberen samen te leven en dat beeld van 'de nieuwe joden', is niet altijd wat de officiële propaganda betoogt.
Het zijn episoden uit zijn jeugd, die om de sleutelfiguren van zijn jonge jaren draaien, maar waarvan hij alleen weet wat er in het verborgene of in de toekomst mee gebeurd is: de juiste toedracht van wat er met de oude schrijver gebeurd is, die in liefdesaffaires en intriges verstrikt zat, de dood van zijn moeder en vooral de figuur van zijn krachtige pioniersvader, die hem schrijven geleerd heeft, paardrijden, schieten en zwemmen, een voorbeeldige zionis-tische pionier. Zwijgend is de zoon getuige geweest van groteske familieverhou-dingen, heftige seksualiteit, persoonlijke tragedies. Als op een dag zware sneeuwval zijn plantage vernielt, gaat zijn vader ten onder aan een diepe depressie, poogt zijn hoofd te verbrijzelen tegen een cipres. De manier waarop de zoon en de vader in het ziekenhuis strijden om wederzijds begrip groeit uit tot een klassieke tragedie. De vader wil sterven, de zoon wil hem redden, probeert hem te zeggen "wij zijn vrij", maar het laatste woord van zijn vader is "zwijg!". Sobols relaas is een ultieme poging tot dialoog. Hij is schuldig aan deze dood, zoals zovelen van zijn romanfiguren schuldig en ongelukkig eindigen.
Formeel is dit levensverslag een krachttoer. Sobols schrijven is postmodern te noemen: bladzijden lange uitwaaierende zinnen waar--in de nevenschikking primeert, tijdsniveaus schuiven in elkaar, stoeiend met logica en chronologie. De ene episode roept de andere op door een bijna onzichtbare link, het verhaal deint uit als de kringen, die een in het water geworpen steen maakt. In een recent interview beweert Sobol zelfs dat je in zijn boek kunt surfen als op het internet. De ongemeen preciese en precieuze stijl van de auteur valt op in het treffende gebruik van het frappante detail, in de soms merkwaardige 'stills'; bv. de bladzijdenlange beschrijving van hoe zijn vader zich scheert om daarna middels vele 'en' en 'en' hele conversaties in sneltreinvaart weer te geven. Dit boek is een bevreemdende familiesage (zoals we die van Meir Shalev kennen) vol treurige, aangrijpende, wonderlijke, ja ook soms humoristische episoden. Over blijft alleen het woord, het 'fabuleren', zelfs als het alleen maar over het zwijgen bericht. José Saramago gebruikte als motto voor zijn roman Het jaar van de dood van Ricardo Reis de zin "Wijs is hij die genoegen neemt met het schouwspel van de wereld". Het geldt ook voor Joshua Sobol. [Jos Van Damme]
Drs. B. Hummel
Op 80-jarige leeftijd schrijft de joodse dichter Chaim, die zijn leven lang gezwegen heeft na de traumatische ervaring van zijn besnijdenis, zijn herinneringen op. Het zijn sterk associatieve gedachten over het Palestijnse dorp waarin hij woonde, de citrusplantages, de kinderen waarmee hij speelde, dorpsgenoten, holocaustoverlevenden, zijn familie en haar verleden in het verre Litouwen. En dat alles in de periode 1930-1950. Chaim observeert, meer niet. Hij is toeschouwer, geen deelnemer, al brengt hij door zijn zwijgen zijn ouders tot wanhoop. In dit in Israël bekroonde, enigszins autobiografische romandebuut van de schrijver en toneelschrijver Sobol (1939) komen fraai getekende personages voor. Ellenlange zinnen lopen soepel in elkaar over. Sobol past in het rijtje oudere Israëlische schrijvers: Yehoshua en Oz. Paperback; kleine druk.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.