Zoeken
Roger Vanhoeck
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Abimo, 2002 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VANH |
31/12/2004
Tien jaar na de revolutie. Roemenië is stervend. De rijken zijn er wel nog beter op geworden, maar voor velen is er alleen onnoemelijke ellende. Het van huis weggelopen meisje Micra (15) en het rattenjong, de jongen Puia (14), die al toen hij tien jaar was niemand meer had die naar hem omkeek, proberen in Boekarest te overleven. Ze wonen in de grote stadsriool, eten uit vuilnisbakken, bedelen... en Puia verdient wat geld als drugskoerier. Om hen heen zien ze anderen compleet tenonder gaan: prostitutie en lijm snuiven, het eerste vaak om het tweede, daarom draait het leven voor velen. Puia is een harde: hij wil het loodje niet leggen, hij wil geld bij elkaar krijgen om ooit naar zijn zus in Engeland te reizen. Met Micra wil hij zijn leven delen. Samen verdienen ze voldoende, o.m. door argeloze toeristen te beroven, om via een smokkelroute naar Engeland te kunnen. De reis, in een eng hokje in een vrachtwagen, is een afschuwelijke ervaring, vooral voor Micra, die intussen zwanger is. Door de verscherpte controle in de havens stranden ze in België. Ze worden goed opgevangen in een tehuis, maar Puia wil toch naar Engeland. Als zijn geld voor de overtocht gestolen wordt, verdwijnt hij uit het opvangcentrum om nieuw reisgeld te verdienen. Hij valt in de handen van de lokale vertegenwoordigers van de mensenhandelmaffia en komt uiteindelijk in de prostitutie terecht. Als hij zijn schuld afgelost heeft, laten de mensenhandelaars hem toch niet los, en uiteindelijk kosten de illegale activiteiten hem het leven. Micra is intussen opgenomen in een vriendelijk gastgezin en ze bevalt van een meisje, Nina. Ze blijft Puia zoeken en als ze verneemt dat hij dood is, wordt het voor haar donkerder dan het ooit al geweest is.
Het boek bestaat uit 13 hoofdstukken in de ikvorm en de tegenwoordige tijd. In elk daarvan beleeft een personage het gebeuren. Meestal is dat Puia of Micra, maar daarnaast leeft de lezer ook mee met een verslaafd kindhoertje in Boekarest, met een beroofde toerist, met de chauffeur van de smokkelvrachtwagen, met een agent die het illegale paartje ontdekt, met de tolk die de twee bij de politie bijstaat en met de directeur van het opvangtehuis. Die techniek belicht het gebeuren vanuit verschillende hoeken en maakt het verhaal genuanceerder, maar van de lezer vergt ze soepelheid en een snel aanpassingsvermogen. Eigenlijk zou de verteltaal van de verschillende ikvertellers ook anders moeten zijn, maar daar van is hier niet veel te merken. In elk hoofdstuk overvleugelt de auteur de verteller, zodat de tekst soms vals klinkt. Hij legt verschillende 'sprekers' dezelfde stijlfiguren in de mond of in het hoofd: de toerist ziet in het vliegtuig hoe "de beregende raampjes de omgeving in duizenden scherven versplinteren"; in de duisternis van de riolen ziet Puia hoe Micra bij het gele kaarslicht "uiteenvalt in scherven"; de chauffeur van de smokkeltruck laat de ruitenwissers zwiepen en vertelt: "De achterblijvende strepen versplinteren mijn blik". Micra ziet in het begin van het boek in de dwaze ogen van haar hond Stompie dat "er kiezel in zit, alsof hij beseft dat een straathond in Boedapest niets betekent", en na de ondervraging van de twee kinderen ziet de tolk in gedachten hoe "er in de weemoedige ogen van Micra kiezel zit, verpulverde angst". Overigens klinkt het helemaal ongeloofwaardig dat in de geest van de geharde Puia, een nuchtere doe-jongen die precies weet wat hij wil en zich door niets laat afremmen als hij dat wil bereiken, gedachten opwellen als: "In het midden van de stroom glijdt een oceaanstomer geruisloos, bijna plechtig en vol schroom in de richting van de zee. Honderden lichtjes weerkaatsen als een eresaluut over het water". (Overigens: een oceaanstomer in de 21e eeuw? Lichtjes als een weerkaatsend eresaluut?)
De taal in dit boek heeft geen last gehad van een behoorlijke schoonmaakbeurt; je vindt er zowat alle ongerechtigheden in die op school de revue passeren. Daarnaast gaat de auteur zich meer dan eens te buiten aan gezochte, gezwollen of gewoon vals klinkende beeldspraak: Stefan sleurt zijn voet als een rottende appel mee; de betovering in Puia's buik lost op als ochtendnevel en hij merkt hoe "de waanzin zich als lucht door kieren en spleten wringt en buiten een stille dood sterft". Het kan nog erger: "Het water flirt klotsend met de boordsteen." vindt het boefje Puia en als Micra "als een naakte poes in zijn armen spint" (naakte poezen zijn niet om aan te zien!) "stulpt zijn gulzigheid uit". In een hard boek als dit, waarin onverbloemd de verschrikkelijke omstandigheden beschreven worden en waarin ook hun taal terecht rauw en ongekuist weergegeven wordt ("Dat ze verdomme het schijt krijgt dat de stront van haar billen druipt") klinken pseudomooie wendingen misplaatst.
Dit boek snijdt actuele thema's aan en geeft de lezer zeker een beeld van de ellende die jonge mensen in de illegaliteit en op zoektocht naar een beter leven drijft, maar het confronteert hem onvoldoende met echte mensen. Puia en Micra komen in meer dan een hoofdstuk aan het woord en daardoor worden ze de lezer iets vertrouwder dan de andere personages, maar toch blijven ze nog teveel types en te weinig individuen. [Herman De Graef]
Fred Koekoek
De jongen Puia probeert te overleven in de straten van Boekarest. Hij doet daarvoor alles om in leven te blijven en gaat geen verbintenissen met anderen aan. Als hij verliefd wordt op Micra, probeert hij samen met haar te ontsnappen aan het afgrijselijke straatleven. Ze vallen echter van de ene ellende in de andere, als ze in handen vallen van mensensmokkelaars die hen na aankomst in het Westen uitpersen, met de dood van Pui als gevolg. Het verhaal is goed geschreven, met korte zinnen en duidelijke taal. De inhoudelijke moeilijkheidsgraad is hoog door de loodzware gebeurtenissen. Er zijn geen illustraties buiten een somber in donkere tinten uitgevoerd portret van Puia. Het loodzware verhaal gaat ten onder aan alle ellende die over de lezer heen wordt gestort. Het verhaal is spannend en snel geschreven. Een goede lezer met een sterke maag vanaf 13 of 14 jaar kan het boek gebruiken om een beeld te krijgen van de ellende in de wereld.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.