Suikertantes : roman
Joseph Pearce
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 2002 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : PEAR |
31/12/2002
Max en Gisèle Friedmann wonen aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog in het Duitse Breslau. Het feit dat ze joods zijn, heeft hen nooit belemmerd in de sociale contacten met de anderen, maar toch voelen ze allebei aan dat in hun Duitsland iets verandert en dat de toestand niet helemaal veilig is. Gisèles broer en zijn gezin hebben Duitsland al verlaten en zijn uitgeweken naar Londen. Zij hebben Max en Gisèle er ook toe overhaald hun zoon Wolfgang naar Londen te laten komen en dringen er nu op aan dat de Friedmanns op hun beurt Hitlers Rijk verlaten. Toch zijn ze er beiden van overtuigd dat de situatie slechts tijdelijk is en dat ze na een poosje zullen kunnen terugkeren naar de heimat. De emigratie naar Londen verloopt minder makkelijk dan ze gehoopt hebben. Meer dan Max nog, vioelt Gisèle zich ontheemd en ze kan zich niet van de indruk ontdoen dat ze haar zoon gedeeltelijk is kwijtgespeeld in de paar maanden die hij van huis is. Wolfgang heeft zich volledig aangepast aan het Engelse leven terwijl Gisèle er niet kan aarden. Nog steeds voelt zij Duitsland en vooral Breslau aan als hun 'thuis'. Bovendien weet ze dat Engeland slechts een doorgangsgebied is. Max lijkt zich wat makkelijker aan te passen, maar in het gezelschap van haar -- in haar ogen verfijndere broer Erich en zijn gezin -- wordt het haar vaak duidelijk dat Max van eenvoudiger komaf is dan zij. Ze kan haar echtgenoot moeilijk succesvol noemen, ook al slaagt hij erin voor zijn gezin te zorgen. Max' manie om alles met een kwinkslag en een spreuk af te wimpelen, werkt haar soms ook danig op de zenuwen. De volgende etappe in de zwerftocht wordt Palestina. We schrijven het jaar 1948. Max en Gisèle zijn in Tel Aviv beland. Wolfgang is achtergebleven in Londen en maakt geen aanstalten om naar het woelige Palestina te vertrekken. Hij is inmiddels gehuwd met een Engels meisje en lijkt zich niet meer te bekommeren om zijn geloof. Ook hier is Gisèle niet gelukkig en nog altijd fungeert Breslau als referentiepunt. Weer hebben ze het niet echt breed, de behuizing is krap en Max sukkelt met zijn gezondheid. Als hij schielijk overlijdt, staat Gisèle er alleen voor. Ze maakt de balans op van haar leven en ziet in dat ze alles wat haar dierbaar is verliest. Ten slotte zal ze ook uit Tel Aviv vertrekken en onderdak vinden bij haar broer Erich in La Paz. Ondanks de aanwezigheid van een joodse kolonie daar blijft Gisèle zich ontheemd voelen en voelt ze de levenslust uit zich wegvloeien.
Pearce is de verteller die dit verhaal van ontworteling bijna volledig door de ogen van Gisèle beschrijft. Heel veel aandacht schenkt hij aan de psychologie van de hoofdfiguur en dat maakt dat je deze roman moet lezen met het soort van zelfde berusting dat Gisèle met zich meedraagt. Heftige emoties probeert ze zoveel mogelijk onder controle te houden, vandaar ook een ondertoon van spijt om datgene dat ze gemist heeft of verloren is. Langzaam groeit in haar het besef dat ze een stuk leven vergooid heeft en dat ze misschien te weinig heeft laten blijken wat in haar binnenste speelde. [Luk De Geyter]
C.C. Oliemans
Gisèle Friedmann is een joodse die met haar man Max aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog in Breslau woont en gelooft dat het daar allemaal wel mee zal vallen met de jodenvervolgingen. Precies op tijd weet haar zwager hen uit Duitsland te krijgen, en dan begint het grote zwerven. Gisèle blijkt niet in staat om zich aan te passen en voelt zich nergens meer thuis, niet in Londen (1939), niet in Israël (1948) en niet in Bolivia (1951). Uiteindelijk sterft ze als vereenzaamde weduwe, ver van haar zoon en kleinkind, aan een overdosis slaappillen (al dan niet opzettelijk?). Een wanhopig en onvervuld leven van een vrouw die nog op de vlucht bleef toen het al lang niet meer hoefde, misschien wel niet alleen voor de vijand maar vooral ook voor de leegte en de angst in haarzelf. De Friedmanns zijn dun vermomde versies van de grootouders van de schrijver, wiens derde boek dit is. Prachtig onderkoeld geschreven, met een sobere stijl waar de emoties vlak onder de regels liggen. Gebonden; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.