Schots en scheef
Carl Driessen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2002 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : DRIE |
31/12/2002
In de loop van de jaren heeft zich een verandering voltrokken in de onderwerpen waarover in jeugdboeken n.a.v. de Tweede Wereldoorlog wordt geschreven. Aanvankelijk waren het de heldendaden die in een ongenuanceerd zwart-wit beschreven werden; later kwam er ook aandacht voor het klein leed dat de oorlog in het dagelijkse leven veroorzaakt en vervolgens kwam er aandacht voor de belevenissen van hen die aan de verkeerde kant stonden, zoals de ouders van Frederik. Het is september 1944. In Nederland is paniek uitgebroken onder de mensen die in de oorlogsjaren op de een of andere manier aan de kant van de vijand, de Duitsers stonden: NSB-ers (Zwarten), collaborateurs. Frederik is de zoon van een Duitse moeder en een Nederlandse vader die bunkers bouwt voor de Duitsers. Op school werd Frederik gepest. Zijn moeder verblijft in Duitsland om daar voor haar oude zieke vader te zorgen en uit veiligheidsoverwegingen stuurt Frederiks vader zijn zoon naar haar toe. Een treinreis in zijn eentje naar München. Tijdens de reis sluit hij vriendschap met een Duitse weesjongen. Na wat omzwervingen komt hij veilig bij zijn moeder aan. Daar ontmoet hij een tante die een boerderij heeft en hulp kan gebruiken. Met zijn vriend Wolfgang gaat hij bij haar aan de slag. Tijdens het werk ontdekken ze een gevluchte Russische krijgsgevangene en met medewerking van tante helpen ze hem de oorlog door. Als de geallieerde legers Duitsland veroverd hebben, keert Frederik met zijn moeder terug naar Nederland, naar Rotterdam. Hun huis is leeggeroofd maar een vriend van moeder verschaft hun onderdak. Hij helpt Frederik zich aan te passen aan de nieuwe situatie en zijn plaats in de naoorlogse samenleving te vinden. Frederik kan het niet opbrengen op bezoek te gaan bij zijn vader die in een interneringskamp is opgesloten. De reis en het verblijf in Duitsland hebben Frederik op een niet mis te verstane manier in aanraking gebracht met allerlei aspecten van de oorlog: een ontregelde samenleving, bombardementen, schuilkelder, krijgsgevangenen en dwangarbeiders, gesneuvelde en vermiste vaders en zonen, vluchtelingen.
Het bijzondere van het verhaal ligt niet zozeer in de avonturen die Frederik en Wolfgang beleven als wel in de wijze waarop Frederik zich staande weet te houden in uitzonderlijke omstandigheden en in de innerlijke groei die hij doormaakt. Veel steun ondervindt hij daarbij van zijn vriendschap met de doortastende Wolfgang die steeds hechter wordt. Doorheen alle gebeurtenissen speelt Frederiks verhouding tot de ouders een belangrijke rol. Voor zijn vader heeft hij weinig waardering en dat is niet alleen vanwege diens collaboratie. Ook met zijn moeder is de verhouding soms ongemakkelijk. Daar komt nog bij dat hij al lang gemerkt heeft dat het huwelijk van zijn ouders verre van ideaal is. In een wat neerslachtig ogenblik vraagt hij zich af of het wel zo erg is om geen ouders te hebben, net als Wolfgang: "Zijn ze echt zo belangrijk? Wat heb je aan ouders?" (blz.99). Het is de vriend van zijn moeder -- die hen bij hun terugkeer heeft opgevangen -- die in gesprekken met Frederik tracht het verstoorde evenwicht te herstellen.
Het 'Naschrift' waarin de verdere lotsgevallen van Wolfgang ter sprake komen, doet enigszins afbreuk aan het krachtige slot van het eigenlijke verhaal. Een verhaal dat van begin tot einde de aandacht vasthoudt, met spanning zonder sensatie en met aandacht voor waarden als vriendschap en trouw. [Herman Kakebeeke]
Elko Westervaarder
De 12-jarige Frederik stapt in zijn eentje op de trein naar Zuid-Duitsland. Het is aan het einde van de Tweede Wereldoorlog; vele onverklaarbare gebeurtenissen rollen over hem heen en zetten hem tot denken aan. Zijn vader blijft in Nederland achter om voor de vijand bunkers te bouwen. Hij wordt door zijn moeder opgewacht in Ingolstadt, in de buurt van München. Onderweg ontmoet hij de twee jaar oudere Wolfgang, voor wie het zonder ouders een 'struggle for life' is. In deze moeilijke tijd waarin niemand te vertrouwen is, hechten de jongens zich aan elkaar. Samen beleven ze spannende avonturen, die telkens op het nippertje goed aflopen. Het uit achttien hoofdstukjes opgebouwde verhaal sleept de lezer op onweerstaanbare wijze mee met de gebeurtenissen in het land van de vijand zelf. Illustraties ontbreken, maar worden door de plastische verteltrant niet gemist. Achterin een verklarende woordenlijst met synoniemen en vertalingen. Dit boek kan uitstekend worden gebruikt bij de geschiedenislessen, maar is ook prima geschikt voor individueel gebruik vanaf ca. 11 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.