Ik stamel ik sterf
Eben Venter
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2002 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VENT |
31/12/2002
In oorspronkelijke versie verscheen deze roman in 1993 onder de titel Foxtrot van die vleiseiters. Dat die nu pas vertaald werd, is een spijtige zaak: tien jaar geleden moet de roman veel meer indruk hebben gemaakt dan nu. Begin van de jaren '90 stond de Zuid-Afrikaanse samenleving voor de ingrijpendste veranderingen ooit. Mandela was vrijgelaten, hij zou de eerste democratisch verkozen president worden en zo definitief het post apartheidstijdperk inluiden. Venters Dans aan het einde van de dag hangt, middels een soort familieportret van de Steenekamps, een beeld op van de blanke gemeenschap die weet dat veel, zoniet alles voorbij is, maar toch krampachtig blijft vasthouden aan een voorbijgestreefd en uitgehold leefpatroon. De manier waarop Venter de angst die de blanken in een bijna wurgende greep houdt, bijna lijfelijk voelbaar te maken, moet zo'n tien jaar geleden echt indruk hebben gemaakt. Alleen al de openingsscène is onvergetelijk: op een uitstap van de familie wordt, op het moment van een korte stop voor een picknick, weerklinkt vanuit de bergen een ijselijke schreeuw, de kreet van de angst die het hele boek door op de achtergrond blijft weergalmen. De Steenekamps leven op een boerderij in Wilperdehoek op de Oost-Kaap. Via de vertellende ikfiguur, zoon Petrus, wordt de manier uitgetekend waarop de verschillende leden van de familie met de zich aandienende nieuwe tijden omgaan: oma Lalies, die de verhalen uit het verleden en de herinnering aan haar gestorven man koestert; vader Hendrik Douw, die uiteindelijk capituleert; zus Mirtel die huwt met Fritzie, een extreem rechtse Afrikaner; broer Johannes die in de grensoorlog gaat strijden en nadien in Johannesburg blijft rondzwalpen; en ten slotte Petrus zelf, die, zoals aan het slot blijkt, het alter ego is van de auteur en de gebeurtenissen uit die dramatische periode op papier zet. Zijn relatie met het Xhosa-meisje Buziwe raakt, meer dan de andere deelverhalen over de leden van de familie, de kern van het boek. Bij zijn allerlaatste, maar ook zijn allereerste 'echte' gesprek met Buziwe zegt Petrus: "Nu nog, als ik een van jullie tegenkom in de gang van ons huis, ontwijken jullie mij, alsof jullie bang zijn, alsof jullie geen mensen zijn, maar bange dieren Na al die jaren. Jullie kennen mij al ik weet niet hoe lang, maar elke keer als ik jullie tegenkom, worden jullie tegen de muur vastgezogen. De witte en de zwarte mensen hebben dit hier samen zo ver laten komen, Buziwe. Wij zijn het niet alleen? Jullie ook. We zijn er samen bij betrokken". Dans aan het einde van de dag blijft een overtuigende roman, ook en vooral omdat Venter zijn familie-epos een breed uitwaaierende maatschappelijke dimensie heeft meegegeven. [Jooris Van Hulle]
Drs. R.M.N. Tummers
Roman over de Zuid-Afrikaanse boerenfamilie Steenekamp tegen de achtergrond van een steeds gewelddadiger wordende verhouding tussen blank en zwart. De blanke pa en ma Steenekamp hebben een puur zakelijk contract met hun Xhosa-werknemers die in kleine huisjes op hun grond wonen en werken. Zoon Petrus schrijft de observaties over zijn familie in een schrift. Over zijn broer die niet meer thuis wil wonen, over zijn zus die met een extreem rechtse man trouwt. Over zijn eigen avontuur met een Xhosa-meisje. Als premier Botha op televisie de noodtoestand afkondigt, verandert ook het leven van de boerenfamilie rigoureus. Door het wisselend perspectief en de wisselende werkelijkheden leest het boek niet altijd even makkelijk. Maar door de nadrukkelijk alledaagse vertelwijze, vrijwel van een moreel oordeel gespeend, wordt overtuigend zichtbaar gemaakt hoe de immer grimmiger wordende Zuid-Afrikaanse realiteit tot in de plattelandswoningen doordringt. Dit boek gaat over het einde van een tijdperk in Zuid-Afrika. Het is nu voor het eerst in het Nederlands vertaald. Eerder verscheen van de jonge Zuid-Afrikaanse schrijver in vertaling de roman 'Ik stamel ik sterf' (1998, bekroond met de W.A. Hofmeyer-prijs*). Paperback; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.