Onder het kruis : vier meditaties over het lijdensverhaal van Jezus
Andrea Riccardi
Andrea Riccardi (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2002 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 233.6 RICC |
31/12/2002
<4>Om greep te krijgen op het enorme aanbod van materiaal brengt de auteur het martelaarschap in de 20e eeuw zowel chronologisch als geografisch in kaart, wat resulteert in negen hoofdstukken. Hij gaat op elk continent op zoek naar de oorzaken van de recente christenvervolgingen en noemt o.m. staatsvervolging, moderne oorlogen, waaronder ook burgeroorlogen, aanslagen en gruweldaden die het gevolg zijn van de weigering zijn geloof of zijn menselijke waardigheid op te geven. Meteen wordt duidelijk dat de kwalificatie van het martelaarschap een evolutie en vooral een verbreding onderging.
Het eerste hoofdstuk is volledig gewijd aan de staatsvervolging in de voormalige Sovjet-Unie. Vóór de revolutie telde het land meer dan 70.000 kerken en kloosters. In 1939, op de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, was het kerkelijke en monastieke leven nagenoeg volledig lamgelegd. Slechts vier bisschoppen waren nog actief, een honderdtal kerken was nog open, de rest was afgebroken of kreeg een andere bestemming. Het eens zo gerespecteerde Russische kloosterleven bestond officieel niet meer. Niet alleen de orthodoxe kerk werd beschouwd als een tegenstander van het bewind, maar alle christelijke kerken en zelfs elke vorm van godsdienstigheid. Vooral onder Stalin werden heel wat religieuzen en lekengelovigen in gevangenissen en kampen geplaatst of vermoord. De auteur staaft dit alles met namen en feiten en toont herhaaldelijk cijfermatig aan hoe de Russische kerk werd gedecimeerd. Stond het sovjetregime openlijk vijandig tegenover godsdienst en kerk, het Duitse nazisme was dat veel minder. Hier sprak men eerder van een eis tot een positief christendom, wat echter vertaald kon worden in een vereenzelviging met de idealen van het nationaal-socialisme en de ideoloog Alfred Rosenberg stelde voor een Duitse kerk te stichten, gefundeerd op bloed, ras en grond. Rapporten van de Gestapo, de afwijzing van de encycliek 'Mit brennender Sorge', het verbod op de verspreiding van pastorale brieven, het gedwongen ontslag van religieuzen in scholen, de ontbinding van katholieke jeugdbewegingen bevestigen dat kerk en staat in nazi-Duitsland onverenigbaar waren. In de kampen stierven vele geestelijken en de huidige paus vereerde hen met o.m. de zaligverklaring van 108 Poolse martelaren in 1999 en vooral de heiligverklaring van de franciscaan Maksymilian Kolbe, die in Auschwitz de plaats innam van een ter dood veroordeelde huisvader. Niet alleen in Duitsland sloeg de Tweede Wereldoorlog diepe wonden. In een derde hoofdstuk richt de auteur zich op de wrede vervolgingen in Oost-Europa, vooral in het voormalige Joegoslavië. Ten gevolge van verdragen na de oorlog breidt de sovjetinvloed zich uit en het communisme bestrijdt het christendom in alle Oostbloklanden. Ook in Azië maken communistische regimes miljoenen slachtoffers en de auteur ziet in de vijandigheid jegens de godsdiensten opvallende parallellen met de Oost-Europese staten. In Afrika is de situatie niet beter. Het sterk gemissioneerde continent vecht voor onafhankelijkheid en onrechtstreeks ook vaak tegen kerk en niet-cultuureigen godsdienst.
Dit boek getuigt op een waardige en indringende manier van het onmenselijke, wrede karakter van de eeuw van de vooruitgang. Het vertelt vooral persoonlijke verhalen en kadert ze in een bredere context, zodat een goed geordend en leesbaar totaalbeeld werd gecreëerd. Het put hoofdzakelijk uit de documentatie van de Commissie Nieuwe Martelaren, die tot nu 12.000 verhalen verzamelde. Toch mondt deze bijzonder rijk gedocumenteerde studie nog te vaak uit in een haast eindeloze opsomming van vervolgde personen, gruweldaden en cijfers over terechtstellingen. De auteur besluit dan logischerwijze dat de 20e eeuw uitzonderlijk veel schade toebracht aan geloof en kerken. Niemand kan dit ontkennen en het ligt ook volkomen in de lijn van de overtuiging van de huidige paus, die ruim 400 martelaren zalig verklaarde, naast 12 heiligverklaringen. Maar je plaatst vanzelf enig voorbehoud. Niet elk verhaal toont even duidelijk aan of mensen vervolgd of vermoord werden omwille van hun geloof. Vaak zijn ze oorlogsslachtoffers, wat hun dood niet minder gruwelijk en zinloos maakt, maar waarom ze allemaal martelaars noemen? Zo haalt de auteur o.m. ziekenzusters aan die stierven bij hun vrijwillige inzet tijdens een builenpestepidemie of de moord op een Maltese franciscanes door een psychiatrische patiënte. Hij noemt ze martelaars van de liefde omdat hun dienstbaarheid aan armen en zieken hen kwetsbaar maakte. Naast hen staan de martelaars van de gerechtigheid, zoals bisschop Oscar Romero of van de maffia en het terrorisme, zoals de Italiaanse politicus Aldo Moro. Bovendien lijkt de auteur zo sterk begaan met de vervolging van christenen in de 20e eeuw dat hij het perspectief niet altijd bewaart. De vervolging van de joden en hun massale uitroeiing in de Tweede Wereldoorlog krijgt relatief weinig aandacht, alvast veel minder dan de schade die de katholieke kerk in diezelfde periode opliep. Ook de ontelbare gelovigen die zich tijdens de kruistochten op een moeilijk te vatten manier offerden en de vele wandaden tijdens de Reformatie zouden de wat overdreven titel, De eeuw der martelaren, kunnen relativeren. Dat alles verhindert niet dat de auteur een waardevolle studie voorlegt met een omvangrijk notenapparaat en een onmisbaar en uitgebreid namenregister. Je raakt behoorlijk onder de indruk van wat authentieke documenten, veelal door plaatselijke kerken aan het Vaticaan bezorgd, vertellen. Deze studie stemt tot nadenken, ook over andere aspecten van martelaarschap waarop de auteur minder doelt. [Dirk Magerman]
M.C. Brak
Riccardi, docent hedendaagse geschiedenis te Rome, onderzocht het archief van de rooms-katholieke Commissie Nieuwe Martelaren. Deze commissie ontvangt rapporten uit alle werelddelen naar aanleiding van de oproep van paus Johannes Paulus II. In zijn jeugd in Polen had hij gezien hoe veel mensen waren gedood om hun christelijk geloof. 'Tot elke prijs moet men voorkomen dat hun getuigenis in de kerk verloren gaat', zo meende hij. Dat ziet ook de auteur als zijn doel: 'Dit boek wil geen alternatieve kerkgeschiedenis van de twintigste eeuw zijn: het is wel het werk van een geschiedkundige die de herinnering aan zoveel vrouwen en mannen wil dienen die in de twintigste eeuw zijn gestorven omdat ze christenen waren.' Zo bevat dit boek een enorme hoeveelheid - goed gedocumenteerde - verhalen van mensen die zijn gemarteld en vermoord, in de Sovjet-Unie en Oost-Europa, in nazi-Duitsland, in Aziatische, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen en in islamitische landen. Een indrukwekkende geschiedschrijving.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.