Het karakter van katten : herkomst, intelligentie en gedrag van Felis silvestris catus
Stephen Budiansky
Stephen Budiansky (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Het Spectrum, 2002 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 618.41 BUDI |
31/12/2002
<4>Paardenfluisteraars zijn er altijd al geweest. Het basiskarakter van het paard leende zich bij uitstek tot domesticatie. Paard en mens hebben immers een gemeenschappelijke taal van dominantie en onderwerping, een gemeenschappelijke evolutionaire aanpassing aan een graslandmilieu en een gemeenschappelijke sociale organisatie die gebaseerd is op onderwerping aan gezag en vertrouwen. Dat maakt dat we spontaan een heleboel paardentaal begrijpen en vice versa. En toch hebben we door de eeuwen heen vaak de paardenaard misbruikt. Het is dikwijls moeilijk om in te zien welk deel van de sporten en activiteiten de werkelijke aard van het paard weerspiegelen en in hoeverre ze het product zijn van de vermenging van onze cultuur met de aard van het paard. Aan onze rijke culturele fantasie ontsproten bizarre rassen en strikte voorschriften over rijstijlen en rijsporten. Zo stammen bv. de klassieke dressuuridealen af van de militaire noodzaak om het zwaartepunt van het paard sterk naar achteren te leggen, met hoog hoofd en ingetrokken kin, klaar voor opwaartse actie. Aan zijn historische bruikbaarheid als oorlogswapen dankt het paard trouwens een groot deel van zijn opvallend economisch en cultureel succes.
De kennis over de ware paardenaard is enigszins ontnuchterend. Paarden blijken bv. niet zo fantastisch te presteren in eenvoudige doolhofproeven waarbij ze de juiste uitgang moeten kiezen. Anderzijds hebben ze een fantastisch geheugen. Paarden die bij de juiste keuze van een symbool uit twintig paar symbolen beloond werden, konden de proef moeiteloos herhalen na een volledig jaar pauze. Ze kunnen ook verschillende prikkels perfect associëren, wat allicht verklaart waarom het bv. mogelijk is dat een dier dat eenmaal per toeval beangstigd werd door een luide knal op het ogenblik dat een ruiter opzij keek, telkens weer schichtig wordt wanneer die persoon zijn hoofd draait. Kennis over de manier waarop een paard de wereld ziet, werkt erg verhelderend en vooral springruiters zouden er zich wat strafpunten mee kunnen besparen.
Het kweken van goed presterende paarden is een miljoenenindustrie. Er worden hopen geld neergeteld voor de zaadcellen van een winnaar. En toch is dat absurd. Volbloedpaarden gaan niet steeds sneller rennen ondanks honderd jaar selectief fokken. Springpaarden gaan niet steeds hoger en dressuurpaarden worden niet spectaculairder. Mensen daarentegen zijn in de wedstrijdsport wel steeds beter gaan presteren, gewoon omdat ze aanvankelijk niet zo goed waren. Maar bij paarden viel er niet veel meer te verbeteren. Ze zijn reeds maximaal aangepast. Door training kan hun aërobe conditie verbeteren, het bloedvolume toenemen, de bloedsomloop verbeteren, het hart kan met minder inspanning meer bloed rondpompen, de hoeveelheid zuurstof die hart en longen per minuut aan de spiercellen kunnen leveren, zal toenemen. Mogelijk verhoogt training hun pijngrens zodat ze tijdens een zware inspanning hun grenzen kunnen verleggen. Maar meer kan niet. Paarden zitten reeds aan het plafond van hun natuurlijke vermogen. Er is een volmaakt evenwicht tussen de capaciteit van de longen om het hart van bloed te voorzien, het vermogen van het hart en bloedsomloop om die zuurstof aan de cellen af te geven, de capaciteit van de spiercellen om die zuurstof te gebruiken als het paard een maximale inspanning levert. Volbloedpaarden kunnen met weinig training de energie-explosie genereren die nodig is voor een ren. Intensieve training verbetert deze prestatie niet. Dat heeft te maken met het feit dat de spieren en hersenen niet te warm mogen worden op gevaar van ernstige schade en met het feit dat de afbraakproducten bij het leveren van spierarbeid gevaarlijk kunnen worden. Wanneer een bepaald paard onderpresteert is er meestal veeleer sprake van een ziekte of pathologie, dan van een gebrek aan training. Heel wat volbloeden lijden bovendien aan subtiele stressfracturen aan de botten of soms ook aan mentale uitputting door overtraining. Een betere kennis over de biologische mogelijkheden van het dier zouden heel wat leed en geld kunnen besparen.
Ook onze kennis over paardengenetica mag wat bijgewerkt worden. Het is helemaal niet duidelijk of we wel superpaarden kunnen kweken. Voor paarden hebben we nog geen kaart die specifieke genen koppelt aan specifieke eigenschappen. Het is niet geweten of springvaardigheid of intelligentie bij paarden erfelijk is. Wel is geweten dat de heritabiliteit van snelheid vrij laag is. Ze bedraagt amper 0.15 in vergelijking met de heritabiliteit van gewicht of hoogte die varieert van 0.5 tot 0.9. Een renpaard erft dus niet zozeer zijn renvermogen, wel zijn marktwaarde. Een duur paard krijgt een dure training, loopt dure wedstrijden, en zijn nakomelingen worden duur verkocht. De meeste fokkers zijn niet bezig met het fokken van een populatie paarden die steeds beter presteert, maar wel met het fokken van dat ene paard dat het meeste opbrengt. Kwekers houden daarbij vaak verkeerdelijk vast aan raszuiverheid. Zo is het stamboek van volbloeden al sinds 1791 gesloten, wat betekent dat er enkel met stamboekgenoten gepaard mag worden. Door deze vorm van inteelt, hebben elke twee volbloeden gemiddeld meer dan 13% van hun genen gemeen. Dat is meer dan de 12.5% tussen halfbroers en halfzussen. Meer dan 80% van de volbloedjaarlingen heeft inteeltproblemen onder de vorm van aangeboren kraakbeenslijtage in de gewrichten en bij meer dan 95% zijn er problemen met de bovenste luchtwegen. Argumenten genoeg om in de toekomst na te denken over een gezonde dosis bastaardering.
Inzicht in de ethologie van het paard kan ook nuttig zijn voor paardenfanaten. Misschien is het verschil tussen een winnaar en eeuwige verliezer helemaal geen kwestie van fysiologie, maar wel van een superieur mentaal vermogen om uitputting te negeren. Of misschien bestaat de truc uit een dwingende dominante blik waarmee tijdens de nek-aan-nek race de tegenstrever wordt geïmponeerd. Winnaars zijn immers meestal niet bepaald ondergeschikte doetjes. Er zijn tegenwoordig zo'n 60 miljoen paarden wereldwijd. Volgens Budiansky ligt er nog een boeiend terrein braak wat betreft het fokken op karaktereigenschappen. We zijn al duizenden jaren bezig met het kweken van het juiste soort paard voor een of ander welbepaald doel. Het wordt tijd om dat te doen met de principes van de genetica in het achterhoofd, zonder culturele dwang van behoud van bestaande rassen, met gezonde kruisingen en een juiste inschatting van het belang van zowel de merrie als de hengst.
Budiansky durft eindelijk eens een frisse wind door de stallen te blazen. Hopelijk staat ettelijke paardenfanaat open voor zijn kenniscompilatie. Voortaan kunnen ze een aantal paardenmythes van werkelijkheid onderscheiden en hun sport kritisch beoordelen. Het werd hoog tijd. [Hilde Vervaecke]
Tjits Puijker
De auteur, een prominente wetenschapsjournalist die onder meer werkzaam is voor Science, The economist en The New York Times heeft een standaardwerk geschreven over het paard, dat omstreeks 4000 v. Chr. door de mens gedomesticeerd is. Er zijn tientallen boeken geschreven over verzorging en rijkunst, maar de wetenschap houdt zich nog niet zo heel lang met het dier bezig. Daardoor is nu eigenlijk pas een wetenschappelijk antwoord te geven op vele vragen: Hoe intelligent is een paard? Hoe goed kunnen ze zien? Vragen over inprenting, leervermogen, kuddegedrag etc. Het boek is duidelijk geschreven, maar vraagt wel wat doorzettingsvermogen van de lezer, omdat het diep op de zaken ingaat. Voorzien van enkele zwartwitfoto's en tekeningen. Een index en uitgebreide literatuurlijst besluiten het geheel.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.