Textielpret met kids
Thea Van Mierlo
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Volume | Plaats in de bib |
---|---|---|---|
Aanwezig |
Cantecleer, 2002- |
5 |
Jeugdinfo (geel): Vrije tijd - Kunst
Knutselen met papier |
Aanwezig |
Cantecleer, 2002- |
6 |
Jeugdinfo (geel): Vrije tijd - Kunst
Knutselen met papier |
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Volume | Plaats in de bib |
---|---|---|---|
Aanwezig |
Cantecleer, 2002- |
2 |
Jeugdinfo (geel): Vrije tijd - Kunst
Knutselen |
Aanwezig |
Cantecleer, 2002- |
1 |
Jeugdinfo (geel): Vrije tijd - Kunst
Knutselen |
7 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Volume | Plaats in de bib |
---|---|---|---|
Niet beschikbaar |
Cantecleer, 2002- |
3 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE :
|
Niet beschikbaar |
Cantecleer, 2002- |
4 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE :
|
Magazijn |
Cantecleer, 2002- |
5 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE :
|
Magazijn |
Cantecleer, 2002- |
1 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE :
Knutselen met papier |
2 items magazijn |
Cantecleer, 2002- |
6 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE :
Knutselen met papier |
2 items magazijn |
Cantecleer, 2002- |
2 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE :
Knutselen met papier |
Magazijn |
Cantecleer, 2002- |
4 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE :
Knutselen met papier |
31/12/2002
Beide boekjes beloven veel vouwplezier voor groot en klein: links staat een uitgewerkt voorbeeld afgebeeld, rechts wordt de werkwijze stap voor stap geïllustreerd met duidelijke tekeningen. De ideetjes waarvoor de figuren kunnen worden gebruikt, zijn origineel en werken motiverend.
Het eerste boekje is ideaal om met de vouwtechniek te starten: alles wordt vanaf de basis uitgelegd zodat iedereen er plezier aan beleeft. In het tweede beschrijft Thea van Mierlo (30) vouwwerkjes die wat meer handigheid vereisen. Naast de twee basisvormen uit deel één (het rechte en schuine kruis) wordt hier ook 'het vouwen van de 16 vierkantjes' als basis gebruikt. Bij elk voorbeeld staat een uitwerkidee om te knutselen. Op de gele pagina's staan de eenvoudige figuren, op de blauwe de moeilijke.
Het grote vouwboek (2 delen) is een verzameling leuke vouwwerken, de moeilijkheidsgraad stijgt gradueel zodat knutselaars hun niveau kunnen kiezen en verbeteren. De uitgewerkte voorbeelden hebben soms originele toepassingen.
[Lydia Herdies]
31/12/2004
In het derde en vierde deel uit de reeks worden een 25 origamikunststukjes uitgewerkt, gebaseerd op de vier basisvouwvormen: het recht kruis, het schuin kruis, de zestien vierkantjes en de vlieger. Bij elk figuurtje worden ook een aantal voorbeelden van toepassingen gegeven: een uitnodiging voor een verjaardagsfeestje, een paasmand, enz...
Deze boekjes beloven veel vouwplezier voor groot en klein. Links staat een uitgewerkt voorbeeld afgebeeld en rechts wordt de werkwijze stap voor stap geïllustreerd met duidelijke tekeningen. De ideetjes waarvoor de figuren kunnen worden gebruikt zijn heel origineel en werken motiverend voor de kinderen. In deel drie komen allerlei figuurtjes aan bod, met telkens suggesties voor gebruik en in deel vier vind je 25 prachtige dierfiguurtjes! Alle werkwijzen voor de figuren worden glashelder uitgelegd zodat iedereen er plezier aan beleeft.
De uitbreiding van de basisvouwvormen uit de twee eerste delen met 'de vlieger', opent een waaier van mogelijkheden, die Thea van Mierlo prachtig uitwerkt. Vooral deel vier, met de grappige dierfiguurtjes, zal kinderen aanzetten om deze knutseltechniek te leren! [Lydia Herdies]
31/12/2010
Thea van Mierlo was tot een tiental jaren geleden actief als kleuterleidster. Inmiddels heeft ze al 18 knutselboeken op haar naam staan. Vooral de reeksen 'Handenarbeid met peuters' en 'Handenarbeid met kleuters' zijn bekend bij het grote publiek. Daarnaast heeft ze zich toegelegd op het vouwen, een techniek die aan bod komt in de Cantecleer-reeks 'Het grote vouwboek'.
Het vijfde deel van 'Het grote vouwboek' is thematisch opgevat en plaatst beroepen in de schijnwerper. Het knutselboek lijkt zich vnl. te richten tot leerlingen uit de eerste graad van het lager onderwijs, hoewel het ? mits enige vereenvoudiging ? ook kan dienen als inspiratiebron voor begeleiders van de oudste groep in het kleuteronderwijs. De gebruikte stappenplannen zijn immers vaak erg verwarrend. Bovendien ligt het niveau van de fijnmotorische ontwikkeling van de doelgroep simpelweg te laag. Inhoudelijk komt Van Mierlo origineel uit de hoek. Beroepen als de ijscoman en de dolfijnentrainster zijn wel nogal vergezocht, en sommige beroepen worden ook stereotiep weergegeven. Positief is dan weer dat er in de vouwwerkjes veel aandacht wordt geschonken aan enkele minderheidsgroepen: zowel de geknutselde politieman als de verpleegster hebben een donkere huid, de brandweerman is een vrouw, en het beroep van huisvrouw wordt als volwaardig aanzien.
Op het eerste gezicht is dit een boek dat vol nieuwe ideetjes staat. Wie Van Mierlo's knutselboekenoevre echter al een beetje kent, heeft veel van de ideeën al eens de revue zien passeren in het Giga knutselboek (Cantecleer, 2005). Na enig onderzoek blijken er in Het Grote Vouwboek: deel 5 slechts zeven nieuwe ideeën te staan.
Het zesde deel van 'Het grote vouwboek' richt zich tot kinderen vanaf vijf jaar oud. In dit deel gaat Van Mierlo opbouwend te werk. Vier vouwtechnieken komen aanvankelijk individueel aan bod in eenvoudige knutselwerkjes. Vervolgens worden deze technieken gecombineerd. Jammer genoeg overlapt ook de inhoud van deel zes met eerdere uitgaven: de 'tulp' en de 'engel' verschenen al in deel 1 en 2 van 'Het grote vouwboek'.
Toch mag gezegd worden dat deze beide vouwboeken uit stilistisch oogpunt erg aantrekkelijk overkomen. De felgekleurde prenten op A4-formaat spreken onmiddellijk aan. De aanwezigheid van een voorbeeldje gemaakt door kinderhanden ? een aardigheidje dat Van Mierlo's vorige knutselboeken net zo sterk maakte ? had echter niet misstaan. Inhoudelijk zijn de boeken erg volledig. Naast de duidelijke inhoudstabel worden er ook didactische tips meegegeven. Ook erg leuk zijn de suggesties voor uitbreidingsactiviteiten, die wel niet echt origineel zijn. Frappant is de steeds terugkerende suggestie om de geknutselde figuur vast te nieten op een keukenrol.
Samen vouwen is niet alleen gezellig, het is ook goed voor de ontwikkeling van het jonge kind, een ontwikkeling die ook Van Mierlo centraal wil plaatsen. Het is dan ook teleurstellend dat de gebruikte stappenplannen bijna onmogelijk zelfstandig kunnen worden uitgevoerd door kleuters. Zo wordt er nergens in symbolen weergeven welke en hoeveel blaadjes een knutselactiviteit vereist. Daarnaast dient het ene stappenplan van links naar rechts, en het andere van boven naar onder gevolgd te worden. Erg verwarrend, zeker wanneer de vouwblaadjes dezelfde kleur hebben. De door van Mierlo gebruikte stappennummering valt voor kleuters trouwens moeilijk te vatten. Al bij al zijn de meest recente 'Grote vouwboeken' een tegenvaller. [Els Hemelings]
31/12/2010
Thea van Mierlo was tot een tiental jaren geleden actief als kleuterleidster. Inmiddels heeft ze al 18 knutselboeken op haar naam staan. Vooral de reeksen 'Handenarbeid met peuters' en 'Handenarbeid met kleuters' zijn bekend bij het grote publiek. Daarnaast heeft ze zich toegelegd op het vouwen, een techniek die aan bod komt in de Cantecleer-reeks 'Het grote vouwboek'.
Het vijfde deel van 'Het grote vouwboek' is thematisch opgevat en plaatst beroepen in de schijnwerper. Het knutselboek lijkt zich vnl. te richten tot leerlingen uit de eerste graad van het lager onderwijs, hoewel het ? mits enige vereenvoudiging ? ook kan dienen als inspiratiebron voor begeleiders van de oudste groep in het kleuteronderwijs. De gebruikte stappenplannen zijn immers vaak erg verwarrend. Bovendien ligt het niveau van de fijnmotorische ontwikkeling van de doelgroep simpelweg te laag. Inhoudelijk komt Van Mierlo origineel uit de hoek. Beroepen als de ijscoman en de dolfijnentrainster zijn wel nogal vergezocht, en sommige beroepen worden ook stereotiep weergegeven. Positief is dan weer dat er in de vouwwerkjes veel aandacht wordt geschonken aan enkele minderheidsgroepen: zowel de geknutselde politieman als de verpleegster hebben een donkere huid, de brandweerman is een vrouw, en het beroep van huisvrouw wordt als volwaardig aanzien.
Op het eerste gezicht is dit een boek dat vol nieuwe ideetjes staat. Wie Van Mierlo's knutselboekenoevre echter al een beetje kent, heeft veel van de ideeën al eens de revue zien passeren in het Giga knutselboek (Cantecleer, 2005). Na enig onderzoek blijken er in Het Grote Vouwboek: deel 5 slechts zeven nieuwe ideeën te staan.
Het zesde deel van 'Het grote vouwboek' richt zich tot kinderen vanaf vijf jaar oud. In dit deel gaat Van Mierlo opbouwend te werk. Vier vouwtechnieken komen aanvankelijk individueel aan bod in eenvoudige knutselwerkjes. Vervolgens worden deze technieken gecombineerd. Jammer genoeg overlapt ook de inhoud van deel zes met eerdere uitgaven: de 'tulp' en de 'engel' verschenen al in deel 1 en 2 van 'Het grote vouwboek'.
Toch mag gezegd worden dat deze beide vouwboeken uit stilistisch oogpunt erg aantrekkelijk overkomen. De felgekleurde prenten op A4-formaat spreken onmiddellijk aan. De aanwezigheid van een voorbeeldje gemaakt door kinderhanden ? een aardigheidje dat Van Mierlo's vorige knutselboeken net zo sterk maakte ? had echter niet misstaan. Inhoudelijk zijn de boeken erg volledig. Naast de duidelijke inhoudstabel worden er ook didactische tips meegegeven. Ook erg leuk zijn de suggesties voor uitbreidingsactiviteiten, die wel niet echt origineel zijn. Frappant is de steeds terugkerende suggestie om de geknutselde figuur vast te nieten op een keukenrol.
Samen vouwen is niet alleen gezellig, het is ook goed voor de ontwikkeling van het jonge kind, een ontwikkeling die ook Van Mierlo centraal wil plaatsen. Het is dan ook teleurstellend dat de gebruikte stappenplannen bijna onmogelijk zelfstandig kunnen worden uitgevoerd door kleuters. Zo wordt er nergens in symbolen weergeven welke en hoeveel blaadjes een knutselactiviteit vereist. Daarnaast dient het ene stappenplan van links naar rechts, en het andere van boven naar onder gevolgd te worden. Erg verwarrend, zeker wanneer de vouwblaadjes dezelfde kleur hebben. De door van Mierlo gebruikte stappennummering valt voor kleuters trouwens moeilijk te vatten. Al bij al zijn de meest recente 'Grote vouwboeken' een tegenvaller. [Els Hemelings]
Christien Manni-Gunnink
Na het succes van vier handenarbeidboeken voor peuters en kleuters* richt deze schrijfster zich nu op één techniek: het vouwen. In tegenstelling tot de eerder genoemde boeken bevat dit boek geen uitgebreide uitleg met veel foto´s en tekeningen. Het boek beperkt zich tot de basis van het vouwen. In dit eerste deel toont de auteur werkjes die gebaseerd zijn op de, zoals zij het noemt 'basisvormen van het vouwen': het rechte en schuine kruis. Bekende, heel simpele vouwsels als paddestoel, vlieger, boot en hond komen aan bod. Je maakt ze met een paar vouwen. Met stippellijnen, pijl en schaar legt de auteur de voorbeelden uit, bedoeld voor de eerste groepen van de basisschool. Bij elk van de 30 voorbeelden worden (niet verder uitgewerkte) ideeën genoemd. De kracht van het boekje zit niet in de originaliteit, sommige voorbeelden zijn overbekend, maar in het gemak, de eenvoud en overzichtelijkheid. Een boekje voor leerkrachten en ouders om er met kinderen vanaf ca. 4 jaar mee aan de slag te gaan.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.