Carlota : de vrouw die rozen at : roman
Kristien Dieltiens
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Clavis, 2002 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 7030 |
Luc Fossaert
il/pr/23 a
Vijf jaar geleden debuteerde Kristien Dieltiens met De Gouden Bal , een subtiel sprookje over het verlies van kinderen. Drie jaar later verraste deze jeugdauteur, die in Beernem woont en lesgeeft aan de Brugse Steinerschool, met Olrac , een historische roman over een jongen die op zoek gaat naar zijn roots. En nu is er De Moedervlek.
Boeken over seksueel misbruik zijn blijkbaar in trek bij hedendaagse jeugdauteurs? Kristien Dieltiens : Dit boek gaat echter over meer dan seksueel misbruik. Het gaat over een moeder-dochterrelatie en de onmogelijkheid om het zichtbare leed met elkaar te bespreken. Het gaat over mensen die hun hoofd wegdraaien en zwijgen, het gaat over de moedige stap die een jongere zet wanneer hij of zij van plan is het eigen leven weer aan te pakken. Het verhaal speelt zich af in een herkenbaar Vlaams milieu waarin veel kan gebeuren achter de gesloten gordijnen van degelijkheid en fatsoen.
Je hebt je thema blijkbaar zeer doorleefd ?
Zowel de kleine kinderen met wie ik dagelijks werk en die me hun noden tonen, als ontmoetingen met verwonde mensen hebben me dit verhaal doen schrijven. Ik heb dit boek niet geschreven omdat ik per se over dit onderwerp wilde schrijven. Ik schrijf omdat ik moet schrijven, omdat ik niet meer zonder kan.
Heb je met het schrijven van dit boek inzicht gekregen in het probleem van het seksueel misbruik van kinderen?
Misbruik is van alle tijden en dat zal zo blijven, vrees ik. Het ligt nu eenmaal in de natuur van een mens om zich iets toe te eigenen waar hij geen recht op heeft. Soms gaat het alleen over macht uitoefenen over een ander, soms zijn het mensen die vroeger op een eenzelfde manier werden verwond, soms gaat het over pure immoraliteit, een andere keer gaat het ook over mensen die hunkeren naar overgave, bewondering en zuivere idealen.
Wat is het belangrijkste in dit boek?
Ik wil elke verwonde mens zeggen dat er in ieder van ons én van hen een kracht verborgen zit die de mens mogelijkheden biedt om met het eigen levensverhaal aan de slag te gaan om zo het eigen leven weer in handen te nemen.
31/12/2002
Hoofdpersoon in De moedervlek is Sarah Desmet, kind van een succesrijke advocate. Vader kent ze niet; hij leeft alleen in haar dromen want niemand wil over hem praten. Als klein kind al werd ze misbruikt door de minnaar van haar moeder, die haar ogen sluit voor de werkelijkheid. Ze wordt een eenzelvig kind en stilaan raakt ze door de seksuele agressie helemaal in de war. Omdat ze in haar lichaam kerft en herhaaldelijk wegloopt van huis, wordt ze opgenomen in een instelling. Daar krijgt ze hulp van psychologen en therapeuten en wordt ze verliefd op Djamel, een Marokkaanse jongen. Na haar moeder een hele tijd niet meer gezien te hebben, voelt ze zich sterk genoeg om met Kerstmis thuis te zijn, op voorwaarde dat 'hij' er niet is. Ze is zwanger van Djamel en droomt met hem van een gelukkig leven. Moeder probeert haar tot abortus te bewegen en heeft bovendien haar minnaar uitgenodigd op het kerstfeest. Bij Sarah slaan de stoppen door: ze steekt haar moeder neer. Op het proces wordt geoordeeld dat ze niet toerekeningsvatbaar was. Ze krijgt psychiatrische behandeling. Met Djamel wacht ze op hun kind, dat Amira zal heten: "In liefde verwekt, in liefde geboren, en in liefde zal ze opgroeien."
Sarahs verhaal zit ingepakt tussen een proloog en een epiloog. De proloog, geschreven voor haar proces, licht de lezer in over de blijvende vlekken die Sarah draagt door wat er in haar leven gebeurd is, over wat ze gedaan heeft en wat er haar te wachten staat, maar ook over haar genezing en over het feit dat ze zichzelf weergevonden heeft. Ze verwittigt de lezer ook dat hij zelf de rode draad moet zoeken in haar uit flarden bestaand verhaal. In de epiloog vertelt ze hem wat ze zelf haar hele jonge leven niet geweten heeft: ook haar grootmoeder en moeder werden als kind misbruikt; zowel haar moeder als zijzelf zijn geboren uit een ongewenste seksuele relatie. Met Djamel wil ze de zich herhalende geschiedenis stoppen: hun kind krijgt de liefde en veiligheid die het nodig heeft.
Het verhaal zelf bestaat enerzijds uit een dertigtal cursief gedrukte korte of langere tekstfragmenten, in de ikpersoon, door Sarah op vraag van de psycholoog van het tehuis geschreven als onderdeel van de therapie. Ze vertelt daarin stukken uit haar leven van haar derde tot haar twaalfde jaar, vooral de momenten waarop ze, voornamelijk bij feesten, misbruikt werd, tot ze de dag na haar twaalfde verjaardag in opstand komt tegen haar moeder en haar seksuele agressor. Anderzijds geeft een alwetende verteller, afwisselend met de schriftbladzijden van Sarah, in romein en in de hijvorm het relaas van het laatste halve jaar van Sarahs verblijf (vanaf haar zeventiende) in een tehuis voor moeilijk opvoedbare jeugd. Daar maakt ze de hele lijdensweg door van een psychisch zwaar getraumatiseerd kind. Ze vertoont achtereenvolgens zowat alle symptomen die in een geval als het hare aanwezig kunnen zijn. Daarbij gaat vooral aandacht naar haar "dissociatieve ontwikkeling", waarbij haar ik als Sarah te gelegener tijd de plaats ruimt voor de "fictieve" personages Saartje of Amira en waarin ook "de Stem" een grote rol speelt. Saartje is het kind dat Sarah was, dat laat zien hoe mooi het leven is, als het akelige maar diep verstopt blijft. Amira is wijsheid en inzicht: zij is het "die het onschrijfbare schrijft, het ondenkbare denkt en het meest afgrijselijke kan voelen zonder overstuur te raken". De Stem is Sarahs diepste ik, het deel dat niemand heeft kunnen schenden, dat haar de naakte waarheid wil laten zien. De goede zorgen van de mensen uit het tehuis en haar liefde voor Djamel helpen haar de pijn te overwinnen en weer zichzelf te worden. De doodslag op haar moeder, die blijkbaar de problemen nog niet onder ogen wil zien of ze weg rationaliseert, remt die evolutie niet maar werkt eerder als een bevrijding.
De verteller beschrijft het hele gebeuren vooral door Sarahs ogen, wat de lezer kennis laat maken met de angst, de pijn, het verlangen, de onzekerheid, de verscheurdheid in een misbruikte jongere. Een enkele keer geeft de verteller ook iets bloot van wat in andere personages, vooral de psycholoog Hans, omgaat, maar voor de rest krijgen die alleen gestalte door de ogen van Sarah en door de beschrijving van hun handelingen en de weergave van hun woorden. Daardoor komt vooral Sarahs moeder, met haar eigen zware problematiek, niet echt uit de verf. Voor meer informatie over haar had ik graag het verhaal van Djamel gemist. Die lijkt er teveel bij gesleurd om een ander voorbeeld van seksueel misbruik van kinderen te tonen -- hij werd als kind jarenlang gedwongen tot bevrediging van een priester -- en omdat het nu eenmaal trendy is ook de allochtoon een plaats te geven in een jeugdboek. Dat 'hij', Robert Volders, Sarahs belager en de oorzaak van al haar ellende, ook nogal rudimentair getekend wordt, is aanvaardbaar. Hij hoeft niets meer te zijn dan de 'brandstichter'; het verhaal gaat over de brand zelf en over de schade die hij aanricht. Met nadruk verwijst de verteller -- door de ogen van Sarah -- naar de vooraanstaande politieke rol van Volders en herhaaldelijk worden de hogere kringen in beeld gebracht waarin hij en haar moeder zich bewegen en waarmee ook de momenten van Sarahs verkrachting verbonden worden. Overigens komt al het kwaad in dit boek uit de kringen van diegenen die het zout der aarde zouden moeten zijn: de politicus Volders, de pastoor Somers, de notaris Lemmens (voogd én 'misbruiker' van Sarahs grootmoeder als kind), onderzoeksrechter Bert Desmet (stiefvader én 'misbruiker' van Sarahs mama). Natuurlijk worden zij in hun kwalijke activiteiten gedekt door media en kerk. De hogere kringen van het kwaad zijn hier Vlaams, katholiek en racistisch. Is het toeval dat precies midden in het boek een foto van de Ijzertoren ter sprake komt, met in vette letters midden op de pagina AVV VVK, en dat zowel Sarahs mama als haar grootmoeder een beeldje in huis hebben met die woorden? Natuurlijk is er in die kringen ook incest en kindermishandeling, maar het klinkt vals het probleem zonder meer in die hoek te situeren.
Het verhaal van Sarah, dat in het Antwerpse speelt, is in drie delen opgesplitst: De moedervlek; De stille vogels; Groen is gras. Met "de moedervlek" verwijst de schrijfster naar het gelijke lot van Sarah, mama, mémé, die alle drie misbruikt werden door hun voogd, stiefvader of would be-vader. Ze hebben ook elk een opvallende "ooievaarsbeet" in de nek (jammer en lachwekkend genoeg is dat in het boek een "ooievaarspik"!), die bij emotie feller kleurt. "De stille vogels" zijn de enigen aan wie Sarah haar leed als kind vertelt, in de hoop dat ze het doorvertellen aan de onderwijzer bij wie ze zich goed voelt. Dat gebeurt natuurlijk niet en daardoor blijft haar pijn verzwegen. "Het gras is groen" is een uiting van het geluksgevoelen dat in Sarah wakker wordt, wanneer zij en Djamel elkaar op de tocht door de Vlaamse Ardennen geestelijk en lichamelijk ontdekken en herkennen.
In de hoofdstukken binnen de drie delen komt vrijwel altijd een tekst uit Sarahs schrift voor een auctoriële passage, telkens onder muzikale voordrachtaanwijzing als 'pianissimo: heel zacht' of 'tempo rigoroso: strak tempo'. Onder meer die de bijna veertig voordrachtaanwijzingen dwingen het verhaal in een constructie en ontnemen het gedeeltelijk zijn natuurlijk en spontaan verloop. Het valt de lezer, zeker als hij muzikaal een leek is, niet zo makkelijk in de tekst de toon weer te vinden die door de voordrachtaanwijzing aangegeven wordt. Klassieke muziek speelt overigens een belangrijke rol in het verhaal: voor Sarahs moeder is vooral Bachs Mattheus Passion bijna een drug, naast haar glas port. Sarah associeert klassieke muziek met haar moeder, van wie ze geen hulp krijgt, en met 'hem', die haar ook na een operabezoek lastig gevallen heeft. Achter in het boek is er een lijstje van de twintig muziekstukken die een rol spelen in het boek, allemaal klassiek werk behalve Van het Groenewouds "Twee meisjes op het strand", een lied dat Sarah liet dromen van een gewoon leven. Ik vermoed dat voor de meeste jonge lezers de muzikale verwijzingen in dit boek uit een andere wereld komen en dat ze er geen boodschap aan hebben.
Dat betekent niet dat ze het boek daarom opzij zullen leggen. Het kan de aandachtige lezer boeien door de treffende tekening van de getraumatiseerde Sarah en het verhaal van haar genezing. Daarnaast houdt de schrijfster er ook de spanning in door, helemaal in overeenstemming met Sarahs gesteldheid, de precieze onthulling van de feiten slechts druppelsgewijs te laten gebeuren en uiteindelijk pas in de epiloog helder uit te schrijven. De schrijfster heeft haar doel bereikt: ze heeft haar hart gelucht en ze laat een stem klinken voor al wie gezwegen heeft of nog zwijgt. Minder geslaagd vind ik de wat modieuze toon (alle gevaar is rechts en nationalistisch), de handboekachtige overvloed aan symptomen en soorten van trauma's die hun oorsprong vinden in mishandeling (er zitten nog een aantal andere jongeren in de instelling, aan wie ook aandacht besteed wordt), de wat geforceerde constructie van het boek die nogal naar de olie ruikt, de als poëzie gepresenteerde teksten in het prozaverhaal die slechts lyrisch zijn in zover ze in stukken gesneden mededelingen over gevoelens zijn, en ook de vaak erbarmelijke taal. Ik mis precisie in formulering, in zinsbouw en woordkeuze.
In zijn nawoord schrijft prof. Peter Adriaenssens, kinder- en jeugdpsychiater, terecht dat Kristien Dieltiens ons "zonder zich te verliezen in de zwaarte van het thema én zonder er een goedkope luchtbel van te maken" laat ontdekken wat de gevoelens zijn van slachtoffers van kindermishandeling en seksueel misbruik, zodat "wie ervoor openstaat, klaar is om de Sarahs van deze wereld te ontmoeten". De daarna volgende informatie over hulpadressen in Vlaanderen en Nederland is nuttig.
De schrijfster heeft tijdens het ontstaan van het boek lang niet geweten of het voor jeugd of volwassenen bestemd zou zijn. Dat is merkbaar aan de naar mijn oordeel voor jongere lezers overladen en enigszins verwarrende inhoud en de al te kunstmatige, bijna mechanistische structuur. De gedrevenheid en de ernst waarmee de schrijfster het thema van het boek heeft aangepakt, mis ik in de hantering van de taal, de materie waaruit het boek opgebouwd is. Een ontsierende moedervlek op De moedervlek.
[Herman De Graef]
Redactie
Sarah heeft een meervoudig persoonlijkheidssyndroom ontwikkeld door seksueel misbruik vanaf zeer jonge leeftijd en emotionele verwaarlozing. Zelfmutilatie helpt haar de pijn te laten wegvloeien. De behandeling begint vrucht af te werpen, mede door haar liefde voor een, ook seksueel misbruikte, Marokkaanse jongen, van wie ze in verwachting raakt. Bij een bezoek aan haar moeder komt het door de aanwezigheid van de (schuldige) stiefvader tot een uitbarsting en steekt zij haar moeder dood. De compositie van het boek is niet eenvoudig. In de proloog wacht zij in de cel op de uitspraak van de rechter omdat "wij iemand gedood hebben". Dan ontrolt zich de geschiedenis in flashbacks, afgewisseld met gebeurtenissen in het behandelinstituut en aantekeningen uit haar schrift (in verschillende lettertypen). Tot slot een hoopvolle epiloog van de 19-jarige Sarah met uitzicht op een leven met haar dochter en geliefde. Ter ondersteuning van slachtoffers een nawoord van een psychiater met telefoonnummers voor hulp in België en Nederland. Meeslepend geschreven, aangrijpend verhaal dat jongeren steun kan bieden en dat begrip kan kweken. Vanaf ca. 14 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.