Alfred en Emily
Doris Lessing
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Bakker, 2002 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 4872 |
31/12/2002
Zelf zegt Doris Lessing dat ze geen derde deel van haar autobiografie heeft geschreven omdat ze er gevoelige mensen mee zou kunnen kwetsen. Ze wil ook niet dat deze roman beschouwd wordt als een geromantiseerde versie van haar autobiografie en sluit elke gelijkenis met bestaande personen uit. Bovendien kondigt ze reeds in het woord vooraf aan dat ze af en toe een loopje met de chronologie zal nemen en dat ze bepaalde gebeurtenissen zal kaderen in een tijdsbeeld dat niet helemaal correct is.
Lessing probeert in deze roman een beeld te schetsen van de tweede helft van de vorige eeuw. Het verhaal speelt grotendeels in het naoorlogse Engeland, meer bepaald in en om het huis van Julia, een Duitse die na haar huwelijk met Philip Lennox, onmiddellijk na de Eerste Wereldoorlog naar Engeland kwam. In haar huis woont ook Frances Lennox, haar schoondochter met haar twee zoons. Frances' echtgenoot Johnny, een rabiate en fanatieke communist met stalinistische sympathieën, heeft haar verlaten voor een andere vrouw en hij bekommert zich niet om dingen als alimentatie. Maar reeds aan het einde van de jaren '50 biedt het huis ook onderdak aan jonge mensen die door de kinderen worden meegebracht of anderen die door Johnny naar daar worden geloodst. Tussen die bewoners vlot het niet altijd even goed en ook de relatie tussen Julia en Frances is niet echt optimaal te noemen. De vrouwen lijden onder een generatiekloof die moeilijk te overbruggen valt. Toch bestaat een wederzijds respect tussen de vrouwen en dat groeit met de jaren. Julia herleeft trouwens wanneer Sylvia, de dochter van Johnny's tweede echtgenote, in het huis wordt gedumpt. Zij ontfermt zich over het frêle anorexistische meisje dat onder haar hoede langzaam open bloeit.
Het huis van Julia is in de woelige jaren '60 een veilig schuiloord voor jongeren van allerlei slag. Sommigen zijn profiteurs, anderen willen bouwen aan de toekomst. Tot de eerste groep behoort Rose, weggelopen van huis, shopliftster uit pure hobby. Tot de andere Franklin, een jonge zwarte uit Zimlia, een Afrikaanse staat die onafhankelijk van Engeland wil worden. De jaren verstrijken en ook de focus van de verteller: waar in het eerste deel Frances en Julia (met een overwicht voor Frances) bijna altijd in het middelpunt staan, komt in het laatste deel Sylvia in focus. Zij is inmiddels dokter geworden en besluit te gaan werken in een missiepostziekenhuis in Zimlia. Het blijkt niet veel meer dan een bouwvallige hut te zijn, maar in de nabijheid zal een modern ziekenhuis worden gebouwd. Die bouwplannen gaan niet door, want het jonge land is door en door corrupt en de revolutionaire dromers die in Engeland studeerden in de jaren '60, hebben nu de touwtjes in handen. Franklin is minister geworden, maar hij wil Sylvia ook niet helpen. Het land wordt daarenboven geteisterd door aids. Sylvia wordt ziek en moet naar Engeland terugkeren omdat ze van diefstal wordt beschuldigd. Ze neemt twee wezen mee, wil hun opleiding in Engeland betalen. Opnieuw staat het huis van Julia open.
Lessing observeert scherp, hekelt ook de weinig onbevangen blik waarmee de destijds progressief genoemde communisten de wereld bekeken. De jaren '60 waren woelig, maar de actievoerders waren te vaak te blind en te onverzettelijk. Hun leerlingen blijken soms nog erger. Idealen gingen verloren, sommige revolutionairen wentelen zich in weelde of zijn zelf corrupter geworden dan degenen tegen wie ze ooit ageerden. Maar de fundamentele menselijke waarden, de gastvrijheid en het mededogen zijn bij anderen, zoals Frances en Sylvia, blijven voortleven. Weer een pareltje van Doris Lessing. [Luk De Geyter]
Redactie
Doris Lessing schreef deze niet-autobiografische roman ('er is geen gelijkenis met bestaande personen'), zoals ze zelf zegt, i.p.v. deel drie van haar autobiografie waarmee ze te veel mensen zou kwetsen. Het eerste deel van de roman heeft een typische jaren zestig sfeer: spil is 'kameraad Johnny', die gelooft in ideologieën en niet in persoonlijke relaties. Vandaar dat hij zijn moeder Julia en zijn ex-vrouw Frances in hun altijd al bomvolle Londense huis zonder enige scrupules opscheept met zijn (stief)kinderen, vrouwen, vrienden, etc. In het tweede gedeelte beschrijft Lessing de oogst van de idealistische jaren zestig: Johnny's stiefdochter bestrijdt aids, honger, en corruptie in Afrika; een idealistische zwarte jongen van toen is nu een corrupte politicus geworden, etc. Boeiende, retrospectieve politieke en sociale roman waarin de Britse auteur (1919) haar uiteindelijke visie geeft op de jaren zestig, op alle ideologieën en utopia's waarin men toen geloofde en wat daar van over bleef. Lessing debuteerde met het in Afrika spelende 'Het zingende gras' (1950), ze schreef vele romans waaronder de 'Kinderen van het geweld'-serie, een sciencefictionserie en 'Het gouden boek' (1962). Paperback; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.