De gevangene van de regenboog : 50 Afrikaanse dilemma-sprookjes
Janne Lundström
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2002 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : LUND |
31/12/2002
Weten jullie nog hoe de ontmoeting met de verschrikkelijke meneer de gouverneur afliep? Ja, ik weet dat ik het niet hoef te vragen. Jullie waren er immers ook en zagen en hoorden alles. Eigenlijk is het niet nodig dat ik hier alles vertel wat jullie nog weten en nooit meer zullen vergeten. Zullen we het einde van het verhaal laten voor wat het is? Willen jullie niet liever een sprookje horen over de listige spin Kwaku Ananse? Eentje dat jullie nog niet kennen? In orde, jullie willen het einde horen van ons eigen verhaal. Vooruit dan maar, jullie beslissen." De geest van oom Kwesi van Janne Lundström speelt zich af op de Goudkust in Afrika, in het koloniale verleden. Eén van elf kleine zwarte neven en nichten vertelt aan de anderen het verhaal dat ze zelf ook meemaakten.
Het is het verhaal van de tocht van de kinderen naar de verschrikkelijke witmannen, om het lichaam van hun overleden oom Kwesi terug te kopen. Ze willen hem begraven opdat zijn geest rust kan vinden, in plaats van zijn familie nacht na nacht lastig te komen vallen. Die tocht maken de kinderen eigenlijk als toeschouwers, want de hoofdpersonages zijn: hun andere oom, de oersterke maar kinderlijk domme oom Kofi; het Slimme Meisje, ook familie; de zielige dief Kwabena; en de gespleten Karl-Kwadjo, een halfbloed die letterlijk uit een witte en een zwarte helft bestaat. Oom Kwesi gaf zich tijdens zijn leven over aan brandewijn, en gaf daarvoor zichzelf in pand aan de witmannen. Die vragen een prijs voor zijn dode lichaam, en het eerste deel van het verhaal vertelt hoe de doodarme familie dat geld bij elkaar sprokkelt. Dan vangt de tocht aan, en in de stad Amanforo, de stad van de verschrikkelijke witmannen, slaagt het gezelschap er na vele mislukte pogingen, hoogst onaangename confrontaties met belangrijke witmannen, domme zetten van oom Kofi, listen van het Slimme Meisje, en een ongelooflijke apotheose tenslotte in het lichaam van oom Kwesi te bemachtigen.
Het is een haast onoverkomelijke opdracht; niemand behalve deze groep kinderen wil ze aanvatten, en ook hun moraal gaat zienderogen achteruit: "'Als de karavaan er is, voer ik het woord,' zei het Slimme Meisje. 'Jullie moeten enorm huilen en jammeren dat onze arme oom Kwesi per abuis verwisseld is met deze jongen. Jullie hoeven niet te doen alsof. Deze hele historie is immers bovenmatig triest en het wordt tijd dat jullie eens goed uithuilen.' En dat deden we ook. Zo gauw de voorhoede van de karavaan om de hoek kwam begonnen we te huilen. Het was niet moeilijk. Toen we eenmaal bezig waren, ging het als vanzelf. Pue-pue-pue, huilden we."
Ook als lezer zie je meer dan eens totaal geen perspectief meer in het verhaal. Keer op keer mislukken de pogingen om oom Kwesi's lichaam te bemachtigen, omdat de groep kinderen uitermate onrechtvaardig behandeld en bedrogen wordt. Enkele dingen houden je op de been, doen je verder lezen. Dat zijn: nieuwsgierigheid naar de afloop; medelijden met en vooral bewondering voor deze moedige bende. Dat je je echter niet van het verhaal kan losrukken, heeft bijzonder veel te maken met de lakonieke, vaak ronduit humoristische toon van de verteller die in een bijzondere sfeer resulteert. "We hadden al twee verschrikkelijke witmannen gezien en we hadden verwacht dat deze witman nog lelijker zou zijn. Toch waren we verrast. Ja, ieder van ons moest zich op de lip, op de tong of in zijn hand bijten om het niet uit te schreeuwen van afschuw. Dat witte, vetglanzende, totaal ronde gezicht met de opgeblazen wangen en de bungelende kinnen! Die etterige, lopende varkensogen, ingebed in vele lagen vetrollen! Die platte tronie! Die vochtige mond, bloedrood en opgezwollen als het achterwerk van een liefdesziek bavianenwijfje..."
Het hele boek is de neerslag van een mondeling verteld verhaal: het komt in episodes die over vele dagen heen worden verteld, er wordt veel herhaald en alles wordt met veel oog voor detail weergegeven (zelfs de geluiden krijg je erbij, heel uniek), zodat je het je allemaal heel precies kan voorstellen. Hoewel je kan vermoeden dat de verteller inmiddels volwassen is, blijft dit het relaas van een belevend kind. Het kind met een naïeve en -- letterlijk -- zwart-witte wereldbeeld.
We kunnen aannemen dat de schrijfster met dit boek een gecombineerde voorstelling van authentieke Afrikaanse cultuur en geschiedenis én een spannend en tegelijk grappig avonturenverhaal wil brengen. Die combinatie is in alle opzichten geslaagd en opvallend. Maar dat unieke karakter van het boek doet ook het vermoeden rijzen dat het enkel via bemiddeling van enthoesiaste volwassenen zal gelezen worden. Een dosis doorzettingsvermogen en liefst ook leeservaring zijn handige dingen om op zak te hebben om De geest van oom Kwesi te kunnen waarderen. Een goed gesprek of een andere manier om het verhaal te verwerken achteraf, kunnen bijzonder zinvol zijn.
En tot slot: de beschreven beelden in het boek spreken echt voor zich en doen nooit de behoefte aan getekende illustraties rijzen, maar ik heb nog niet vaak zo'n passende omslagillustratie gezien!
[Marleen Colpin]
Yolanda Veldkamp
Oom Kwesi, aan brandewijn verslaafd, heeft zichzelf verpand aan de witmannen. Na zijn dood moet de familie zijn schuld betalen om het stoffelijk overschot te mogen begraven. Veertig dagen na zijn dood begint de geest van oom Kwesi rond te spoken met het verzoek om begraven te worden, maar de familie heeft geen geld. De oersterke, domme broer Kofi, Slim meisje en elf neven en nichtjes gaan naar de koning om hulp; Kofi verdient het benodigde geld. De familie stuurt hen naar de stad om het lijk te kopen en mee te brengen. Na vele griezelige en spannende avonturen en na verschillende keren door de witmannen bedrogen en bestolen te zijn slagen ze erin om het stoffelijk overschot naar het dorp terug te brengen. Dit volksverhaal speelt zich af in de slaventijd aan de Goudkust in Afrika. Het verhaal is geschreven in de vorm van een vertelling: ieder hoofdstuk vormt een apart verhaal waarin een gebeurtenis centraal staat, de verteller kijkt bij ieder hoofdstuk terug en vooruit. Het taalgebruik is niet moeilijk maar wel 'plechtstatig' (blz. 44 de dochters groeiden op en gaven haar veel vreugde). Spannend boek met een omslag die enigszins de vreemde sfeer van het boek weergeeft. Vanaf ca. 11 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.