Karakters en personages in de literatuur
Armand Van Assche
Armand Van Assche (Auteur), Claudia Verhelst (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Bakermat, 2002 |
Woord Jeugd Gedichten : VANA |
31/12/2002
De titel Soms kietelt het drukt allicht uit hoe de kinderverzen van Armand van Assche ontstonden. Soms kriebelde het kind in de academicus Van Assche en dan moest zijn speelsheid naar buiten. In deze verzameling zijn alle gedichten samengebracht uit de twee bundels De zee is een orkest uit 1978 en Haartjes op mijn arm uit 1984. Toen Van Assche debuteerde voor kinderen was hij zijn tijd vooruit. Inhoudelijk sloot hij aan bij de kindergedichten over gevoelens van het Schrijverscollectief uit die jaren, maar hij liet de klassiek rijmende en metrische vorm los. Bovendien hanteerde hij net als in zijn poëzie voor volwassenen veel beeldspraak en dat was in de kinderpoëzie indertijd heel ongewoon. In die zin lopen zijn boeken vooruit op recente bundels van Edward van de Vendel en Eva Gerlach. Net als die dichters bedt hij zijn beelden in de leefwereld van de kinderen in: "Zo vrolijk springt mijn hart / als een keitje over de rivier". Hij maakt ook veel gebruik van personificaties die aansluiten bij het kinderlijke animisme: de zon kittelt onder de oksels van de bomen, de brieven houden hun lippen verzegeld en de cijfers en letters praten.
Naast beelden zijn enjambementen een wezenlijk kenmerk van zijn poëzie en ook dat was in die jaren ongewoon in kindergedichten. Bijzonder functioneel zijn die enjambementen in het gedicht 'Doodgaan'. Ze versterken het aarzelende zoeken naar de juiste woorden en beelden: "Soms trap ik een rups dood / of stuif als een locomotief / door een mierennest maar / dat is toch iets anders / dan echt doodgaan zoals / mijn duif met haar wit kraagje / ..." Het eindrijm vervangt hij door alliteraties en klinkerrijmen die meestal de speelse taal versterken.
Van Assche speelt niet alleen met beelden en klanken, maar ook met woorden. Hij is vooral gefascineerd door het spel van letterlijke en figuurlijke betekenis: "een sneeuwman is een ijsje voor de zon" en "de haas kiest het hazenpad".
Deze verzamelbundel bevat een aantal gedichten die door schoolboeken en bloemlezingen klassiek geworden zijn zoals 'Doodgaan', 'De hand van mijn vader' of 'Een nieuw woord'. Maar ook de andere gedichten lonen de moeite om opnieuw te ontdekken.
De nieuwe illustraties van Claudia Verhelst frissen de gedichten op. Elk gedicht krijgt een dubbele pagina, wat heel wat ruimte laat voor de creativiteit van de illustratrice, ruimte die ze volop benut. In haar speelse, kinderlijk-naïeve prenten verbeeldt ze niet enkel de fantasie van de dichter maar voegt ze telkens ook iets uit haar eigen fantasie toe. Als de dichter het kind de sterren laat vergelijken met de suikermuisjes op een verjaardagstaart, tekent de kunstenares er de melkweg bij met een hele rij melkflessen. Net als de dichter is ze gefascineerd door cijfers en letters die ze in allerlei vormen in haar illustraties verwerkt. Vaak maakt ze hierbij gebruik van collagetechniek. Hierin en in haar humor is invloed merkbaar van Kristien Aertssen en Klaas Verplancke, maar haar figuurtjes dragen toch duidelijk haar eigen stempel.
De eerste bundels voor kinderen van Van Assche kenden niet zo'n succes. Misschien kwam hun vernieuwende taal te vroeg. Je kan alleen maar hopen dat deze mooie bundeling een ruimer publiek bereikt.
[Jan Van Coillie]
Jos Weinberg
Deze mooi vormgegeven bundel met 43 verzen bevat een selectie uit twee vroegere bundels van de Vlaamse auteur Armand van Assche: 'De zee is een orkest' (1978) en 'Haartjes op mijn arm' (1984)*. De onderwerpen van de gedichten zijn zeer divers. Het zijn kleine, intieme waarnemingen uit het dagelijks leven: over donker, fantaseren en dromen, over de tijdelijkheid van zandribbels op het strand, over cijfers en letters, de eerste liefdesbrief, over (groot-)ouders, het eigen lichaam, over tekenen en de sneeuwman, over school, vakantie en dieren en natuurlijk ook over doodgaan. Er is weinig rijm en veel enjambement te bespeuren in deze gedichten die variëren in lengte, maar nooit langer dan een pagina zijn. De (nieuwe) illustraties in zwartwitte teken- en stempeltechniek vormen een perfecte eenheid met de tekst. Het zijn op zich eigenlijk weer nieuwe verzen, fantasierijke 'poëzie-verbeeld', uitnodigend tot verder fantaseren over de teksten. Ze staan veelal paginagroot afgebeeld. De bundel is in de midden- en bovenbouw van het primair onderwijs bruikbaar om kinderen vanaf ca. 10 jaar met poëzie in contact te brengen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.