Taal zonder mij
Kristien Hemmerechts
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Atlas, 2002 |
VOLWASSENEN : ROMANS : HEMM |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2002 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 3893 |
Jos Borré
rt/aa/06 m
Slingerende vertelling van Kristien Hemmerechts
Het verhaal om het verhaal
Kristien Hemmerechts evoceert in Donderdagmiddag. Halfvier de lotsbestemmingen en emoties van een aantal mensen in een dorp die slechts zijdelings met elkaar te maken hebben, maar toch gevangenzitten in eenzelfde beperkt universum.
Er zijn boeken die je zo bijblijven dat de geringste gelijkenis ermee die je in een ander boek aantreft meteen associaties oproept. Zo vast zitten ze in je geheugen dat je ze te pas en te onpas als referentie gebruikt. Zo'n boek is Mrs. Dalloway van Virginia Woolf. Mrs. Dalloway geeft een feestje en daarvoor gaat ze 's ochtends de deur uit. Zo komt ze zonder het te beseffen in het labiele bewustzijnsuniversum van Septimus Warren Smith terecht. Ze ontmoeten elkaar niet echt, maar hun levens raken elkaar wel. 's Avonds komt de dokter te laat op het feestje van Mrs. Dalloway omdat hij bij Septimus Warren Smith geroepen is, die zelfmoord heeft gepleegd.
De nieuwe roman Donderdagmiddag. Halfvier van Kristien Hemmerechts heeft daar iets van. Ze evoceert de levens, de achtergronden en de zorgen van een aantal mensen in een dorp die slechts zijdelings met elkaar te maken hebben, maar wier leven toch in eenzelfde universum verstrengeld is. Een verstrengeling van lotsbestemmingen, misschien, of van emoties.
Oeremoties meer bepaald. Welke oeremoties hebben alle mensen gemeen? Die van de binding met hun kinderen. Ook de ongeboren kinderen. Of de dode.
Alles draait rond een banaal ongeval met een kind. Elke donderdag parkeert de tikleraar Damien zijn 'camionette' bij de fietsenstalling in de dorpsschool en leest hij voor de les nog even de krant in de feestzaal. Een groepje kinderen verbergt zich in de camionette, rommelt wat met de versnellingen en de handrem, en dan gebeurt er een ongeluk: Karen, nog geen dertien, verliest er het leven bij. Niet het drama zelf maakt het middelpunt van het boek uit. Wel de relatieve 'onschuld' van wat er haast tegelijkertijd gebeurt, het gewone herkenbare, ogenschijnlijk goed beveiligde leven. Haar moeder Bea en vriendin Tamara die een lezing over legendarische vrouwen in de schilderkunst volgen. Of de architect Sam die kort voor halfvier bij de bakker aanloopt en Karen en haar vriendje Hassan uit zijn open auto moet zetten. En ook over wat er achteraf aan verwrongens aan de oppervlakte komt gaat het boek. De onredelijke reacties.
Damien is niet welkom op de begrafenis, en zijn tiklessen mag hij ook vergeten, want eigenlijk ziet men hem als de schuldige. Hij wil de kinderen zelf niet beschuldigen, maar hij kan de uitbaatster van het frietkraam die hij geduldig het hof maakte niet meer voor zich winnen. En dan heeft Hemmerechts het over hoe deze mensen hun emoties verwerken - want dat moet tegenwoordig allemaal officieel en collectief gaan, dat moet naar buiten gebracht worden. "Je moest de mensen iets laten doen, anders werden ze gek." Damiens irriterende afkeer van domheid (vooral die van vrouwen) die hij in het begin van het boek breed mag etaleren, klinkt minder ongepast als hij de stereotiepe reacties op de gebeurtenissen doorlicht.
Interessant is wat hij, overstuur door de beschuldigingen, op een dramatisch moment aan de secretaresse van de school duidelijk probeert te maken over het vermeende 'recht op veiligheid' en troost en medelijden van hun gesloten kleine gemeenschap: dat ze niet moeten denken dat ze niets kan overkomen omdat ze zo bescheiden en braaf en onopvallend leven, dat ze zich ook maar eens 'vuil' moeten maken en "het gevoel hebben te leven". Onschuld is niet immuun voor het noodlot.
Het drama dat zich op donderdag om halfvier voltrekt mag dan het middelpunt van de geburtenissen zijn, het eigenlijke knooppunt van het boek is de kinderwens van ouders en de rol die deze kinderen in hun leven spelen. Hoe ouders van kinderen houden. Karens moeder Bea heeft zich destijds ten einde raad kunstmatig laten insemineren - ze durft het Karen niet te vertellen maar weet niet dat Karen het al weet. Haar vader, op wie ze dol is, is dus haar vader niet; zoiets legt voor de betrokkenen al een serieuze hypotheek op 'houden van'. De tweede vrouw van de architect heeft zich op jonge leeftijd laten steriliseren en wil nu resoluut de ingreep ongedaan maken. De secretaresse van de school krijgt een miskraam als reactie op het ongeval. Zoals wel vaker bij Kristien Hemmerechts beleven haar vrouwelijke personages hun lichaam en hun vruchtbaarheid heel organisch, realistisch, down to earth. Maar Karens moeder vertolkt ook de idee dat kinderen een soort alibi zijn voor ouders, dat ze "het slachtoffer van de kinderwens" van hun ouders zijn, dat die "hun het leven aandoen" en dat daarmee ieders vrijheid in een klap opgebruikt lijkt. Ook daar liggen de zaken niet zo eenvoudig als ze vaak voorgesteld worden. Hemmerechts ontmaskert op haar beurt de hedendaagse mythe waarin volwassenen het kind ophemelen.
Voorts slaan sloten en hoe die open te maken, ruikende nylonkousen en een jasje dat in de feestzaal is achtergelaten enkele kleine bruggen tussen de verhalen. Want dit boek is in wezen opgebouwd uit verhalen. De verhalen van een achttal personages, in de vorm van relazen van hun leven, van erg breed en grillig meanderende overwegingen, dialogen en ook wel eens monologues intérieurs. In feite zijn het op zichzelf staande verhalen met sporadische raakpunten. Meer zitten deze personages gevangen in eenzelfde bestel, een overkoepeld klein universum, dan dat ze feitelijk met elkaar te maken krijgen. Vooral deze dingen deden mij denken aan Mrs. Dalloway. Die schijnbaar ongecontroleerde, slingerende vertelling, die in haar warrigheid en veelheid en wendbaarheid en toevalligheid op den duur telkens het grillige, unieke patroon van ieders aparte leven met zijn eigen sores in kaart moet brengen. Die verre omwegen die niet functioneel zijn in het geheel en die de lezer terugvoeren naar waar het in wezen om gaat: het verhaal als het verhaal, dat dan gaat 'spreken'. Het vertelt meer dan er staat.
Zoals een student de uitbaatster van het frietkraam expliqueert "dat een frituur eigenlijk niets anders was dan een tekst. De kunst bestond erin hem te lezen." Maar zo vanzelfsprekend is dat niet.
Structuur in de traditionele betekenis heeft Hemmerechts afgezworen. Een verhaal met een onopvallend begin, dat naar een dramatisch hoogtepunt toe leidt, met daarin een of andere visie verwerkt, vergeet het. In de romans van Hemmerechts ontwerpt de tekst zijn eigen structuur. De auteur verkent tijdens het schrijven zoekend het onderwerp - ik denk dat ze vooraf vaak zelf niet weet wat de uitkomst zal zijn. Ze vertrekt dus niet vanuit de optiek dat ze met behulp van tekst het onderwerp zal kunnen beheersen, maar van een onderdanig uitgangspunt. Deze vrij bescheiden en ook typisch postmoderne instelling levert daardoor meer atmosfeer dan uitgesproken structuur op. Maar zonder die doelgerichtheid lijken al de verhalen erg vrijblijvend, in de eerste (en de laatste) plaats nog slechts bedoeld om onderhoudend te zijn. Zodra de structuurdwang wegvalt, is plotseling alles mogelijk en kan de auteur alle kanten uit. In zo'n oerwoud van verhalen kan de lezer wel eens verdwalen.
Zo weet ik niet wat ik met de verhalen van Hassan moet aanvangen. Hassan is de zoon van de slotenmaker. Hij kan niet goed spellen, maar wel heel goed vertellen. Hij verwijst naar het verhaal van Sheherazade en wat zij met vertellen vermocht teweeg te brengen. "Sindsdien (...) weet elke man en elke vrouw wat de hoogste kunst op aarde is", meent hij. Verhalen vertellen, dus. Niet de verhalen die in boeken staan, "maar het verhaal dat je bedenkt terwijl je in iemands ogen kijkt, terwijl je zijn adem voelt en de warmte van zijn lijf. De echte verhalen worden door de luisteraar mee bedacht." Verhalen zoeken dus inderdaad hun eigen weg.
En zo vertelt Hassan aan Karen een aantal verhalen. Maar die zitten als Fremdkörper in dit boek verwerkt. Het verhaal in het verhaal: bijkomende sprookjes of symbolische verhalen of (hoewel deze niet in dit boek voorkomen) gedetailleerde relazen van dromen... is dat niet de overbodigheid en de vrijblijvendheid te ver gedreven? Moet ik iets in deze verhalen van Hassan 'lezen'? Misschien mis ik de 'sleutel' die hij erin aanreikt, heb ik hem niet zien zitten. Moeten ze misschien, naast de mythische verhalen over ouders die hun kinderen slachtofferen, zoals dat van Iphigeneia, illustreren dat dit onderwerp tijdeloos is? Of moeten ze duidelijk maken, zoals Karen na haar dood in haar "laatste verhaal" aan Hassan doet, en zoals Sheherazade aantoonde, dat verhalen mensen in leven houden, dat ze mensen ook na hun dood "aan deze kant" houden? Of wil ik gewoon te veel in deze verhalen lezen, ben ik als 'luisteraar' niet goed in het mee bedenken van verhalen?
Kristien Hemmerechts is wel goed te volgen in haar onderzoekend, slingerend schrijven. Ook al dwingt ze de lezer af te stappen van het (ondertussen inderdaad wel achterhaalde) functionaliteitsprincipe, en al hou ik persoonlijk van een meer verweven samenhang. Maar ze verliest me als ze, goed gelanceerd in haar onderneming, nog eens apart inscheept voor bijkomende tochtjes door de absoluut vrijblijvende verbeelding, in een toch wat simplistisch aandoende sprookjestaal, in een boek waarin de zaken vaak zo al met enige nadrukkelijke uitvoerigheid geformuleerd zijn.
Kristien Hemmerechts : Donderdagmiddag. Halfvier
Atlas, Amsterdam, 237 p., 18,50 euro.
Welke oeremoties hebben alle mensen gemeen? Die van de binding
met hun kinderen. Ook de ongeboren kinderen. Of de dode
Lieve de Boeck
ru/eb/28 f
In de nieuwe roman van Kristien Hemmerechts, lopen heel gewone mensen rond. Hun dagen worden beheerst door rituele verveling, maar daaronder schuilt een hartstocht die veel te maken heeft met kinderen. Geen pedofiele aberraties, maar gewoon liefde. Het verhaal speelt zich weliswaar af in het post-Dutroux Vlaanderen, maar daar worden slechts enkele allusies op gemaakt.
Damien Deroover, de spilfiguur, rijdt rond met een witte camionette die is volgestouwd met oude tikmachines. Met dat stukje industriële archeologie geeft hij in verschillende scholen tiklessen. Misschien hoopt hij op die manier zijn zoontje te ontmoeten; nadat zijn vrouw een keer overspelig is geweest, heeft hij moeder én kind achtergelaten.
Deze tamelijk surrealistische man lijkt wel weggelopen uit een hedendaags Vlaams sprookje: hij is verliefd op de dame van het frietkraam tegenover de school waar alle gebeurtenissen zich uiteindelijk zullen concentreren. Haar grootste charme is haar domheid -- Damiens erotische verlangens worden aangezwengeld door domheid.
De vrouwelijke personages hebben iets minder schematische trekken, maar ook zij leven een beetje afzijdig en zijn draagsters van deugden en ondeugden. Het hele boek kan worden gelezen als een sprookje, maar dan als een tragisch sprookje, of als een Vlaamse soap misschien ook. Dit is geen verwijt aan het adres van de auteur, als je een boodschap wil verkondigen ben je soms verplicht om niet met al te genuanceerde en grillige karakters te werken. Denk maar aan de klassieke tragedies, die overigens ook ter sprake komen in dit boek en weerklinken in de plot van het verhaal.
Volgens de flaptekst heeft Hemmerechts een boek willen schrijven over de noodzakelijk onvoorwaardelijke liefde voor kinderen en over de belangrijkste relatie in ons leven, namelijk die met onze kinderen. Tegelijkertijd zijn we zelf allemaal kinderen en eventueel, buiten onze wil om, kindermoordenaars, letterlijk of figuurlijk. Daarmee bewijst de auteur dat ze de vinger aan de pols van onze tijd heeft.
De personages Bea en Tamara zijn boezemvriendinnen die zich in een soort wellustige inertie wentelen, behalve als het om hun kinderen gaat. Hun verleden is woelig genoeg geweest, nu leven ze liever in afzondering. Bea heeft zich kunstmatig laten bevruchten met het zaad van een ongekende donor omdat haar echtgenoot Henk onvruchtbaar is. Later maakt ze zich zorgen of ze haar dochter Karen al dan niet moet vertellen dat Henk niet haar echte vader is. Bea haalt haar wijsheid hoofdzakelijk uit tijdschriften en maakt zich zorgen nadat ze een artikel heeft gelezen over ,,kunstmatige-inseminatiekinderen''. Ze voelt zich schuldig en wijt daaraan haar gebrek aan enthousiasme om het huis in te richten: ,,De gedwongen medeplichtigheid. Er zijn te lang te veel mensen geslachtofferd. Karen. Henk. De lege lijst en het lege huis zijn geen toeval. Een lijst voor stilte. Zwijgen. Leemte. Gemis.''
MAAR Karen kent ondertussen de waarheid al, ze vertelt wat ze weet aan haar Marokkaanse vriend Hassan. De jongen kan niet juist spellen, maar is een enorm verteltalent. Hij kan Karen, als was hij een mannelijke versie van Shéherazade, naar een andere wereld voeren, al krijgt die andere wereld in dit verhaal een erg bittere bijklank.
Er zijn ook de vernielers -- soms onbedoeld -- van liefde en kinderen. Er is de neurotische, maar getalenteerde man die slechts onderwijzer is geworden. Er is zijn concurrent, de losbol, die het tot architect heeft geschopt en het frietkraam wil laten verdwijnen. Zij zijn als verhaalelementen noodzakelijk. Maar het zijn de vrouwen en moeders die sterker zijn, al kunnen zij niet meer dan toekijken hoe tragedies kunnen veroorzaakt worden door zowel nonchalance, onhandigheid als liefde.
Pas op het laatste moment vallen alle puzzelstukjes op hun plaats. De precieuze aandacht voor details, de oosters aandoende sprookjes van Hassan, de klassieke en bijbelse referenties, niets staat er toevallig in deze roman. Donderdagmiddag. Halfvier is zonder meer een goed boek.
KRISTIEN HEMMERECHTS, Donderdagmiddag. Halfvier, Atlas, Amsterdam, 240 blz., 18,5 euro.
31/12/2002
Een ogenschijnlijk banaal ongeval, waar niemand echt schuld lijkt aan te hebben, vormt de kern waarrond Kristien Hemmerechts haar nieuwe roman heeft opgebouwd. Iedere donderdagnamiddag parkeert Domien Deroover, die als tikleraar leerlingen van verschillende scholen de eerste beginselen van het blind typen bijbrengt, zijn camionette op de speelplaats van de school waar o.a. Karen Vyncke de lessen volgt. Als het meisje, samen met haar Marokkaanse vriend Hassan en enkele andere durfals, uit de les wegblijft en in Deroovers gammele bestelwagen binnenglipt, gebeurt wat niet had hoeven te gebeuren: uit vrees dat de leraar haar zou betrappen wanneer ze naar het toilet gaat, gaat ze achter de wagen plassen, een van haar vriendjes heeft ondertussen de wagen ontkoppeld, zodat die achteruitloopt en Karen verplettert. Wat nu eenmaal moet gebeuren, gebeurt ook: rond dit thema weeft Hemmerechts de verhalen van een aantal figuren die bij Karen en haar dood betrokken zijn. Er is Damien Deroover, die de pijn van zijn mislukte relatie met Tessa en de ermee gepaard gaande scheiding van zijn zoontje Joeri niet te boven komt en in het meisje Desiree, net als Tessa uitbaatster van een frituur, zijn verleden terugzoekt. Er is Bea, de moeder van Karen, die er samen met haar vriendin Tamara niet uitkomt of zij haar dochter nu al of niet moet vertellen dat haar vader niet haar echte vader is. Om de dictatuur van het toeval nog wat sterker in de verf te zetten, tovert Hemmerechts stadsarchitect Sam Dermote haar verhaal binnen: als hij Karen en Hassan niet uit zijn luxesportwagen had gejaagd, toen hij die luttele tijd voor het fatale ongeval even onbeheerd had achtergelaten, was misschien... En als blijkt dat diezelfde Sam misschien toch nog kinderen zal hebben in zijn leven, nu zijn geliefde Anna een eerder uitgevoerde operatie die haar kinderloos moest doen blijven ongedaan laat maken, dan wordt meteen ook duidelijk Donderdagnamiddag. Halfvier in de eerste plaats over kinderen gaat, en over de manier waarop die de relaties tussen ouders, geliefden en vrienden mee bepalen. Of de roman daarmee ook op een hoger peil wordt getild, blijft zeer de vraag. Al te vaak gaat Hemmerechts de uitleggerige toer op. Mocht ergens ook maar één lezer in het ongewisse vertoeven over waar het nu juist om gaat bij kunstmatige inseminatie, geen nood: "Bij kunstmatige inseminatie wordt de vruchtbare partner van een onvruchtbare man bezwangerd met het zaad van een donor die veelal anoniem blijft." Ook blijven de verhalen die Hassan vertelt aan zijn vriendin Karen, nogal in het ijle. Ik had het liever zo gezien dat met de roman ook effectief werd aangetoond wat Hemmerechts Hassan in de mond legt: "De echte verhalen worden door de luisteraar mee bedacht." [Jooris Van Hulle]
Annemiek Buijs
Met spanning en vaart geschreven roman van Vlaamse schrijfster (1955) die al tientallen soortgelijke boeken op haar naam heeft staan. Karen, een 12-jarig donorkind, komt door een vreemd auto-ongeval met een witte camionette om het leven. Naast dit hoofdthema komen ook onderwerpen als echtscheiding, kunstmatige inseminatie, overspel, onvruchtbaarheid en een miskraam aan bod. Het verhaal wordt steeds vanuit een ander personage verteld. Voor sommige lezers zal het boek een teveel aan modern ongeluk, personages, perspectieven en nevenvertellingen bevatten, waardoor het prachtige hoofdthema wordt ondersneeuwd en het geheel ietwat krampachtig aandoet. De roman zal toch een breed en vooral vrouwelijk publiek aanspreken. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.