Marie : overleven met de dood
Marie Bamutese
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2002 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 939.2 VERL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2002 |
VOLW. : NON FICTIE : 939.2 VERL |
31/12/2002
Hoe komt het toch dat de Vlaamse media steeds Congolezen voor de microfoon halen die terug blijken te verlangen naar "de tijd van de Belgen", de "ooms" die het zo goed voor hadden met Congo? "C'est quand la fin de l'indépendance?", staat het in de proloog van het nieuwe boek van VRT-journalist Peter Verlinden. Zulke Congolese stemmen zijn er misschien genoeg te vinden, maar dat voortdurende citeren verraadt een behoefte aan bevestiging van onze westerse superioriteitsgevoelens. "Als zelfs de Afrikanen het zeggen..." Wie een beetje verder graaft in de Congolese samenleving zal heel wat kritischere stemmen vinden over de koloniale periode, vaak gecombineerd met een afkeer van de postkoloniale regimes. Bovendien is het weinig relevant te speculeren over hoe de geschiedenis er anders uit zou gezien hebben zonder de onafhankelijkheid, want de geschiedenis kan je niet terugdraaien.
Het feit dat Verlinden zijn boek over de repatriëring van de Belgische kolonialen begint met dat bekende refreintje, verraadt een sympathie voor het koloniale verhaal en de blijkbaar nog altijd ruim verspreide overtuiging dat België een 'modelkolonie' opbouwde. Ik vind dat een verwerpelijk denkkader, dat de erkenning van het individuele drama van de koloniale repatrianten geen goed doet. Het is triestig te merken dat dat drama misbruikt wordt voor een apologie van het koloniale verhaal. Want hoe moet je dit boek anders lezen? Het boek begint met die nostalgische Congolese stemmen, en gaat verder met een geschiedenis van de kolonie, verteld vanuit het perspectief van de ex-kolonialen. We krijgen wel enkele tegenstemmen, ex-kolonialen als Jules Marchal en Walter Geerts die vraagtekens plaatsen bij het paternalisme, het feitelijke apartheidssysteem, de superioriteitsgevoelens, maar Verlinden gaat daar niet ver in, en bovendien zou je hier toch enkele Congolese stemmen verwachten. Ook de foto's tonen alleen vrolijke plaatjes van onbezorgde samenwerking van blank en zwart. Ten slotte ontbreekt een analyse van de socio-politieke context, iets waar individuen geen onmiddellijke schuld aan hebben (een analyse van het kolonialisme hoeft dus niet uit te monden op een kritiek of verdediging van individuele kolonialen, zoals zo vaak gebeurt), maar wat wel fundamenteel is voor menselijk gedrag en evolutie. Hoe goed bedoeld de inspanningen van de kolonialen ook waren, uiteindelijk traden ze op in een onrechtvaardig bestel dat wel tot conflicten moest leiden. Al deze gebreken uiten zich vooral in de beschrijving van de Congolese politieke bewegingen: we krijgen hier alleen de koloniale mening dat deze opkomende politici agitatoren, onruststokers, criminelen waren die de 'brave' Congolezen een ongewilde onafhankelijkheid opdrongen. Deze lange aanloop tot het eigenlijke drama van de kolonialen -- de beschrijving ervan begint pas op p. 145 -- zal Verlinden wel verdedigen als een schets van de koloniale samenleving en overtuigingen, maar door het gebrek aan kritische en Congolese bronnen leest het als een apologie.
Het drama zelf van de kolonialen -- de abrupte repatriëring, het geweld, moorden en verkrachtingen -- wordt kort maar minutieus verteld, op basis van beperkte bronnen, nl. de getuigenissen van de ex-kolonialen en een geheim Belgisch rapport. Het is goed dat de geweldadige gebeurtenissen systematisch worden opgeschreven, maar ook hier ontbreekt het aan een objectief en kritisch perspectief. Opnieuw geen Congolese stemmen, en geen onderzoek naar de getuigenissen van de kolonialen. Dat klinkt misschien bot tegenover het leed van deze mensen, maar zonder een genuanceerde geschiedschrijving zal de erkenning van dat leed een omstreden zaak blijven. Het geheime rapport bv. dat Verlinden zo gretig gebruikt, draagt de propagandistische smet van de toenmalige Belgische steun aan het afgescheurde Katanga.
Maar Verlinden gaat verder dan deze eenzijdige geschiedschrijving. Doorheen het boek heeft hij enkele motieven geweven die het min of meer onverwachte geweld van de Congolese militairen moet verklaren. Deze motieven betreffen koloniale mythes over Afrika -- de onderliggende barbaarsheid, de gewelddadige natuur van de zwarte, de jaloezie, het seksuele verlangen naar de blanke vrouw -- die ondertussen allang genuanceerd of ontkracht zijn. Ik vind het onverstelbaar hoe vaak Verlinden, aan de hand van een overselectie uit de interviews met de ex-kolonialen, het vooroordeel 'zwarten willen blank vlees' afdraait, en hoe hij de gore onzin van Nestor Delval daarbij als deskundige uitleg citeert. De gaten in Verlindens verhaal worden gevuld door te appeleren aan westerse mythes over Afrika. Wie in die mythes gelooft, zal dit boek geloofwaardig en degelijk vinden. Wie er niet in gelooft, blijft met grote vragen zitten over de eigenlijke oorzaken en omstandigheden van het geweld tegen de kolonialen.
Verlindens boek vertoont alle kenmerken van het Belgische koloniale verhaal. Het is jammer te merken dat dat verhaal nog steeds onbekommerd verder kan leven, zelfs na de, ook in de Vlaamse pers wijd besproken, boeken van Ludo de Witte, het onderzoek van de Lumumba-commissie en de 'No Man's Land'-tentoonstelling in Tervuren. [Chris Bulcaen]
Drs. J. van der Meulen
In 1955, 5 jaar voor de onafhankelijkheid, voorzag een Belgische hoogleraar pas over 30 jaar een zelfstandig Congo. De meeste Belgen vonden die termijn absurd kort. De ontwikkelingen in de rest van het Afrikaanse continent dwongen echter tot spoed. De veranderingen voltrokken zich in een zodanig tempo dat vrijwel niemand deze kon bijbenen en zeker niet de meesten van de 100.000 Belgen, waaronder 20.000 koloniale ambtenaren. Er is veel geschreven over de begintijd van Congo's onafhankelijkheid, maar erg weinig over de Belgen die de soevereiniteitsoverdracht in Congo hebben meegemaakt en in paniek gevlucht zijn voor de daarop gevolgde chaos. De auteur heeft dagboekfragmenten van en interviews met Vlaamse oud-kolonialen verzamelt en in een chronologische volgorde geplaatst. De persoonlijke belevenissen verbindt hij met het relaas van de feitelijke gebeurtenissen. Dit boek levert een waardevolle bijdrage aan de koloniale geschiedenis van Congo over de periode 1930 tot 1960.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.