33 vrouwen
Isabel Ashdown
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Elmar, cop. 2001 |
Continenten: Amerika CAME.SUR |
31/12/2003
De eeuwenoude slimme spin Anansi -- zowat de belangrijkste schelmenfiguur uit de Surinaamse sprookjes -- maakte oorspronkelijk deel uit van de West-Afrikaanse vertelcultuur. Kwaku Ananse profileert zich nu eens als een slimme grapjas en dan weer als een slechte leermeester. Hij kan een vindingrijke vriend of een listige bedrieger zijn. Maar ondanks zijn slimheid wordt hij ook wel eens overtroefd door een van de andere dieren, door zijn vrouw of een van zijn kinderen. Vaste karaktertrekken zijn echter zijn oneindige gulzigheid en zijn grenzeloze luiheid. De thematiek van deze verhalen is die welke algemeen aan diersprookjes ten gronde ligt, nl. dat een klein en zwak dier zijn fysiek sterkere tegenstander door zijn moed, zijn scherpzinnigheid en zijn ongehoorzaamheid overwinnen kan. Met de slaven werd de vertelcultuur rond de grote bosspin Ananse naar Amerika gebracht. De Afrikaanse Ananse heeft ook een nazaat in Suriname die daar als Anansi zijn schelmenrol speelt. De auteur-samensteller Uta Anderson karakteriseerde niet minder dan 18 verhalen uit haar bundel Surinaamse sprookjes als Anansitori's of Anansivertellingen. Het valt op dat ook een verhaal als "Het complot om Geit op te eten" of als "Waarom Haan en Boter samen worden gebraden" -- beide zonder Anansi -- tot die cyclus gerekend worden. Waarom dit gebeurt, wordt nergens in het nawoord verklaard. Noni Lichtveld daarentegen gaf daarover in de sprookjesbundel Anansi tussen god en duivel die ze in 1997 uitgaf het toch noodzakelijke woordje uitleg: Anansi hoeft zelfs niet op te treden in een verhaal en het heet toch een anansi-verhaal, want Anansi is "meester van alle verhalen". Het is nu aan de lezer om deze vertelcultuur te ontdekken. En hij zal meer dan eens aan de typische schelmenfiguren als Tijl Uilenspiegel (in de mensenwereld) en Reintaart de vos (in de dierenwereld) uit de westerse vertelcultuur en als Hodja Nasreddin (in de mensenwereld) uit de oosterse vertelcultuur herinnerd worden. [Harlinda Lox]
C.H. Gajadin
Deze verzameling Surinaamse sprookjes, een deeltje uit de bekende reeks 'Sprookjes uit de wereldliteratuur', bevat Indiaanse, Afro-Surinaamse, Hindoestaanse en Javaanse vertellingen. Vrijwel driekwart daarvan is van indiaanse oorsprong. Dan volgt in een ietwat merkwaardige hiërarchie de rest. Omdat Suriname in dit boek wordt betiteld als een smeltkroes van vele culturen, wordt op z'n minst de verwachting gewekt van vertellingen uit al die desbetreffende culturen, maar dat blijkt niet het geval. Hoe de samensteller aan deze vertellingen komt, wordt niet vermeld. Opvallend zijn de vlotte indiaanse vertellingen vergeleken met de bijna saaie Anansitori's. Verhalen uit een zeer rijke verteltraditie op schrift stellen vraagt om een deskundigheid die in dit boek niet altijd evident is. Anansie mag dan een kleurrijk karakter hebben, en in het nawoord wordt dat toegelicht, maar in de verhalen komt hij vooral als een ordinaire dief en veelvraat over. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.