Verhalen uit het gekkenhuis
J.M.A. Biesheuvel
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BIES |
31/12/2002
Maarten Biesheuvel (geb. 1939) behoort samen met Maarten 't Hart, Jan Wolkers, Jan Siebelink e.a. tot de afscheidsgeneratie, auteurs die met het calvinistische geloof van hun jeugd gebroken hebben. In de novelle 'Mijn vrouw' zegt de ikpersoon, die zoals de auteur rechten gestudeerd heeft, dat hij vlak voor zijn doctoraal examen zijn geloof is kwijtgeraakt in een God die een wereld gewild zou hebben met zoveel bedrog, smerigheid, pijn, martelingen, oorlog, eenzaamheid, zelfmoord als de onze. Heel in het begin van diezelfde novelle noteert deze ikfiguur ook dat hij heel zijn leven lang zal blijven worstelen met God. In 'Een dag uit het leven van David Windvaantje', een poging van Biesheuvel om een roman te schrijven die het niet verder gebracht heeft dan een novelle en als zodanig opgenomen werd in de verhalenbundel De verpletterende werkelijkheid (1979), noemt David, hoofd van de leeszaal in de bibliotheek van het Haagse Vredespaleis -- een job die Biesheuvel aan het eind van de jaren '60 en het begin van de jaren '70 ook uitgeoefend heeft -- zichzelf een solipsist. Hij wordt gekweld door angstaanvallen, ziet de verloedering van de wereld met lede ogen aan en moet door een landarbeider die met hem een gesprek aanknoopt niet overtuigd worden van het feit dat "We een somber land aan het worden [zijn], altijd die laaghangende nevels. En dan die dominees die beweren dat God dood is".
De psychologische stoornis waar Maarten Biesheuvel onder lijdt en die het ritme van zijn literaire productie bepaalt, soms zelfs jarenlang onderbreekt, heet manische depressiviteit. Zijn personages, of ze nu David, Kees (in 'Kreet uit een kelderwoning') of 'ik' heten, vertellen over hun fobieën, paniek, krankzinnigheid met grote luciditeit, nooit larmoyant of stikkend in zelfmedelijden. Maar er is veel meer in Biesheuvels verhalen dan de pijnlijke werkelijkheid van de altijd mogelijke, plots opduikende waanzin. Doeschka Meijsing schreef over hem: "Als patiënt is Biesheuvel manisch-depressief, als schrijver is hij een romanticus en wel de meest uitzinnige, originele en humoristische die er in de Nederlandse literatuur rondloopt." (Elsevier, 4-3-1995). 'Avonturen van Joachim Müller', het openingsverhaal uit de nieuwe compilatie met de sobere titel Zes novellen, is zo'n sprankelend, grotesk, sprookjesachtig, fantastisch, romantisch verhaal, een remake van Eichendorffs Aus dem Leben eines Taugenichts gelardeerd met niet te vervalsen eigen Biesheuvelse ingrediënten. Biesheuvel schrijft geen postmoderne verhalen, hij is een vlotte 19e-eeuwse verteller die de lezer van de 21e eeuw voor zich inpalmt door de sierlijkheid, de wendbaarheid en de wonderlijke kracht van zijn verhalen. [Joris Gerits]
Drs. W.A. Fasel
Al deze 'novellen' komen uit eerdere bundels van Biesheuvel (1939), van wie al enige tijd geen nieuw werk meer is verschenen (de NRC meldde echter onlangs dat hij een writer's block zou hebben overwonnen). Voor zijn vaste lezers biedt het boek dus niets nieuws, wellicht dat het ter introductie voor nieuwe lezers een functie kan hebben, maar dan heeft het wel het nadeel dat er van de vele verschillende stijlen en vormen waarvan Biesheuvel zich bediende -van ultrakort tot veel langer werk- hier slechts een enkele vorm is uitgekozen. Het gehanteerde criterium lijkt dan ook vooral de lengte te zijn; verantwoording of toelichting ontbreken. Een auteur als Biesheuvel zou een betere herintroductie verdienen. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.