De helden van 1830 : alle feiten en mythes
Jeroen Janssens
Jeroen Janssens (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Universitaire Pers, 2001 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 934.8 JANS |
31/12/2002
De laatste decennia groeide de belangstelling voor de politieke betekenis en functie van feesten. De studie van 'politieke' feesten bevindt zich op het convergentiepunt van twee belangrijke onderzoeksrichtingen in de huidige geschiedschrijving, namelijk de geschiedenis van de politieke cultuur en de geschiedenis van de nationale identiteiten. De jonge historicus Jeroen Janssens, onderzoeksmedewerker bij de UFSIA, publiceert een knappe geschiedenis van de Belgische nationale feesten tijdens de periode 1830-1914. Daarmee vult hij een belangrijk historiografisch hiaat op. Hij hanteert de hermeneutisch-contextuele onderzoeksmethode met betekenisgeving en representatie als centrale concepten. Voorbij de feitelijke beschrijving van de feestelijkheden, wil hij de betekenis van de verschillende plechtigheden, vermakelijkheden, rituelen en symbolen voor de tijdgenoten achterhalen.
De nationale verjaardag van België werd tijdens de 19e eeuw achtereenvolgens in september, augustus en juli gevierd. Van 1831 tot 1880 waren de Septemberfeesten de officiële nationale feesten. Zij herdachten de Belgische Revolutie van september 1830, toen de Belgische 'vrijheidsstrijders' de Hollanders verdreven. In 1880 -- België bestond vijftig jaar -- werden de nationale feesten naar de derde zondag van augustus verschoven. Erg succesrijk was die ingreep niet, want reeds in 1890 werd de viering van de nationale feestdag naar 21 juli verplaatst, verjaardag van de eedaflegging van Leopold I op 21 juli 1831. Tijdens die hele periode fungeerden de nationale festiviteiten als een soort geloofsbrief en visitekaartje van de natie voor intern (Belgisch) en extern (buitenlands) gebruik. De vaderlandsliefde van de Belgen, de eenheid van het land, de heroïek en de pracht van het eigen verleden, het artistieke patrimonium, de industriële vooruitgang, de economische welvaart en de militaire macht van de natie werden uitvoerig bejubeld. De eigenheid en het karakter van de natie kreeg er vorm door. De aanwezigheid van een eigen Belgische identiteit legitimeerde het staatkundige bestaan van de natie. De Belgische Revolutie, de grondwet en de monarchie vormden de pijlers van de nationale identiteit en het nationale bewustzijn. Het huwelijk tussen de 'orde' (monarchie) en de 'vrijheid' (Revolutie en grondwet) werd tijdens de vieringen onderstreept.
Janssens opteert voor een afwisseling van chronologische en thematische hoofdstukken. In de thematische hoofdstukken gaat hij in op de inbreng van de kunst, de historische optocht, het riddersteekspel, het banket, de militaire optocht en de aandacht voor de industrie en de techniek tijdens de nationale feesten.
De Belgische natie viert is een op en top wetenschappelijke studie met eindnoten, een bibliografie en registers. Jammer genoeg gaat die wetenschappelijkheid ook gepaard met een stroef en vermoeiend taalgebruik. De studie is interessant, overstijgt het anekdotische en abstraheert voldoende. Ze had ook relevant kunnen zijn voor het actuele politieke discours. Ik denk hier bv. aan de spanning tussen 11 (Vlaamse) en 21 juli (nationale feestdag) en aan de gecontesteerde rol van het Te Deum op 15 november (feest van de dynastie). De auteur laat hier een kans liggen: hij blijft strikt bij zijn onderwerp en laat na bruggetjes van de 19e eeuw naar het heden -- nochtans zo voor de hand liggend -- te slaan. [Gunter Bousset]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.